[Medewerkers]
Carla Brünott (1938). Initiatiefneemster tot het oprichten van dit tijdschrift. Belangrijke drijfveren in haar leven waren en zijn: ondernemingslust en liefde voor vrouwen. Zij is een work-aholic, hedoniste, diehard, manager eerste klas met gevoel voor theater. Bemint de duinen, de poëzie en haarzelf. Eeuwig op zoek naar een voorlopige waarheid.
May van Sligter (1942). Vertaalster; leeft met twee katten en een schrijfmachine; vindt de gelijkheidsideologie in vrouwengroepen een bron van ellende; is ervan overtuigd dat de potteuze mid-life crisis bestaat; zoekt naar aanknopingspunten.
Jules Deckwitz (Amsterdam 1952). MMS Bergen (nh) 1970, neerlandistiek Amsterdam 1976. Dichter. Tevens korte verhalen, columns en boekbesprekingen.
Komt voort uit welvarende familie, waar brigadiers zichzelve arresteren, overledenen door het sleutelgat adviezen schreeuwen, en vaders het kleinste stukje vlees krijgen.
Renée Steenbergen, 23 jaar. Studeert kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam sinds vier jaar. Vormt daar samen met vijf andere vrouwen een ‘school’ die zich bezighoudt met vrouwen (en) kunst en het vrouwelijk schrijven. Kandidaatsskriptie: ‘Romaine Brooks, of een verbeelding van lesbiennes. Een waarnemingsproces.’ Redaktrice bij Homologie. Organiseert tentoonstellingen in vrouwenrestaurant Orka la Rose te Amsterdam.
Gertrude Stein (3 febr. 1874-27 juli 1946), dichteres en prozaïste, studeerde medicijnen m.n. hersenanatomie. Noemt zichzelf een van de drie genieën die zij gekend heeft. Haar huis in Parijs vormde vele jaren een cultureel middelpunt voor onder andere de ‘lost generation’.
Martha Vooren (29-5-1943, Rotterdam). Vertaler, kok, leegloper. Zou het liefst in een wolk gekleed gaan.
Anna Cirkel (1956), fotografe, fervent reizigster, kapster van de beweging.
Annettje Huizinga (1954). Schrijft zich door dit bestaan. Verder niets.