spel van dien heer is ook niet volmaakt. Trouwens, dat zou boter aan de galg zijn, zegt men, want die Amsterdamsche troep heeft bij het vermoorden van Emma Berthold getoond, dat ze voor goeden raad doof en voor billijke terechtwijzing onvatbaar is. Gelukkig, dat de Rotterdammers verstandiger waren en van Cremers bescheiden opmerkingen een wijs gebruik maakten, zoodat Emma op het tooneel van onze Maasstad luisterrijk weer is opgestaan.
Wat nu overigens Peters betreft in de rol van Napoleon, men moet hem den lof geven, dat hij ‘gelukkige oogenblikken’ had. Verduivekaterd aardig was het, zoo goed als hij op Napje geleek. Toch blijft het waar, dat Peters, zoowel als Mevr. Kleine, hier in dit stuk zich niet in volle kracht konden vertoonen, daar ze hier niet krankzinnig mochten worden. Meen niet, dat er in dit laatste gezegde eenige bitterheid schuilt. Waarlijk, men moet al tevreden zijn, wanneer iemand op verdienstelijke wijze de taal en manieren van een gek nabootst. Zoovele gekken, die achter lessenaars en op catheders, ja zelfs op kansels staan te oreeren, spelen daar een spel, dat niet verdienstelijk is, al verdienen ze er dan ook den kost mee. En nu de beroemde ‘Biche au bois’ Hoor eens, balletten opvoeren, daar verstaan ze zich hier te Amsterdam zeer goed op. Het costuum der danseressen was zeer fatsoenlijk - natuurlijk wel magen-parade, zooals Alexander V.H. zou zeggen, maar dat behoort nu eenmaal bij het ballet. Het blijft toch ook altijd van ieders particuliere convictie afhankelijk, en is een punt, waarbij meer de smaak dan wel het geweten dient geraadpleegd te worden, of de mensch op bals en balletten niet wat anders mag wezen dan anders.