Beeldrecensie: Liesbeth Labeur in retrospect
Naast Franca Treur weet ook Liesbeth Labeur van Zeeuwse bevindelijk gereformeerde wanten; met haar graphic novel Op weg en reis dat eerder dit jaar verscheen (als herziene versie van Op weg naar Zoar uit 2010, toen nog onder het pseudoniem Sela) weet ze het wonderlijke taalveld van deze steile lieden zowel in typoscript als in zeer suggestieve en perspectivisch geraffineerde tekeningen te vangen zonder ook maar in de buurt te komen van het karikaturale en dat is razend knap. Niet toevallig is een eigenzinnig meisje de hoofdpersoon en ontrolt het beeldverhaal zich in feite als één lange, innerlijke film. Met Een lamp voor mijn voet, eveneens uit 2017, breidt ze haar tekst aanzienlijk uit en verbreedt zich ook de thematiek tot ongewenste intimiteiten aan toe - die, zoals in dat milieu helaas vaak voorkomt, met de (zwaar besmeurde) mantel der liefde worden bedekt. Labeur durft in dit boek ook een meer afwisselende penvoering aan, nog steeds in zwart-wit en zo mogelijk van een nog grotere intensiteit. Werk dat je naar de strot vliegt en mij na drie keer bekijken en lezen nog steeds niet verveelde.
Trijn Romein, beeldend kunstenaar te Ede, liet zich, na alle terechte aandacht voor Labeur in dagbladen en andere media, verleiden tot een beeldrecensie. Als betrekkelijke buitenstaander heeft zij in de loop der jaren een eigen kijk op het Walcherse geloofsbolwerk ontwikkeld. Geïntrigeerd en onder de indruk van het werk van Labeur levert ze met dit ‘beeldrijm’ een vernieuwende en opvallende bijdrage aan onze recensiepraktijk.
Mart van der Hiele