Spuwen
Tachtig jeugdverhalen over jodenbekering spoorde Ewoud Sanders op voor zijn proefschrift. 13 katholieke en 67 protestantse, deels in boekvorm verschenen, maar vaak ook in bundels, kranten, tijdschriften of zondagsschoolboekjes. Hij vergeleek de verhalen onderling en de verschillende edities ervan. Secundaire literatuur over zijn onderwerp vond hij nauwelijks. Inmiddels is de handelseditie van Levi's eerste kerstfeest. Jeugdverhalen over jodenbekering 1792-2015 beschikbaar. Het eerste deel van zijn proefschrift is verreweg het boeiendst. Sanders probeert hierin de verhalen te plaatsen in de historische context van jodenzending, kijkt (summier) naar de opvattingen over jeugdliteratuur binnen het christendom, gaat op zoek naar motieven en doelgroep van de schrijvers en uitgevers en behandelt de verspreiding en receptie van de verhalen binnen en buiten de kring waarin ze verschenen.
Inmiddels heb je dan al lezend een indruk gekregen van de inhoud van de verhalen, waarin joden christenen haten en waarin joden met interesse in het christendom door hun volksgenoten worden vervloekt en gruwelijk gemarteld (en dat alles geschikt voor kinderen vanaf elf jaar). Veel verhaalelementen zijn ronduit antisemitisch. Ongelooflijk is het om vervolgens in een lovende recensie in een publicatie van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland te lezen: ‘[...] dat het voor de Heere niet onmogelijk is om verstokte Joden te bekeren’, te meer daar die recensie in 2012 verscheen.
Daarna gaat Sanders - nog steeds in deel 1 - op zoek naar patronen die uit zijn vergelijkend onderzoek naar boven kwamen. Met stijgende verbazing en een groeiend afgrijzen las ik over het terugkerend verhaalelement van spuwende joden, de inzet van Jesaja 53 en de bizarre rol die voor de ogen is weggelegd. Waar de christelijke verhaalpersonages beschikken over blauwe, heldere en vriendelijke exemplaren, zijn die van de aan hun eigen geloof vasthoudende joden donker en er schijnt bijvoorbeeld ‘een valsch licht [in], als van dreigend vuur’. De bekeerlingen tot slot hebben weliswaar donkere ogen, maar die veranderen van zoekend in stralend.
De verschillen tussen de protestantse en katholieke verhalen die Sanders in het slot van deel 1 behandelt, zijn weinig verrassend, zoals de veelheid aan Bijbelcitaten in de protestantse tegenover het bedienen van nooddoop en het voorvallen van fysieke wonderen in de katholieke.
Dan volgt met deel 2 het omvangrijkste gedeelte van Levi's eerste kerstfeest. Hierin staan van alle tachtig verhalen uitgebreide samenvattingen, een beschrijving van her-