Gekneveld
Anne Schipper heeft al die bijzonderheden weer boven water gehaald. En veel meer. Hij zet Rijnsdorp zeer gedocumenteerd in diens tijd: de bloei van de Jong-Protestantse literatuur in de jaren dertig, de opkomst van het tijdschrift Ontmoeting na de oorlog, het gevecht om de cultuur bij het volk te brengen. Hij noemt Rijnsdorp als volksopvoeder een ‘gekneveld’ mens, gekneveld door zijn afkomst, door zijn burgerlijk milieu waar hij ver boven uitstak maar dat hij als opvoeder trouw bleef, uit roepingsbesef. De protestantse dichter en essayist Klaas Heeroma heeft Rijnsdorp bestreden, hij vond diens ideaal veel te hoog gegrepen. Heeroma vond het volk onopvoedbaar.
Ik denk dat de waarheid in het midden ligt. Maar dat geldt niet alleen het christelijk deel van het volk. ‘Het volk’ houdt van voetbal en bier, niet van Nijhoff en Haasse. Dat is een algemeen verschijnsel. Rijnsdorp was veel te optimistisch over het opvoeden van ‘het volk’. Dat zijn culturele roman Eldert Holier (1938) mislukte, lag voor een groot deel aan hemzelf. Hij dacht dat het volk zo'n ingewikkelde culturele roman wel aankon. Daarin was hij naïef.
Maar hij had wel degelijk een grote culturele invloed op een geïnteresseerde bovenlaag van het protestantse volk, in de kring van Opwaartsche Wegen, door zijn wekelijkse recensies in de protestantse pers, door zijn lezingen overal in het land, door zijn radiorubriek bij de ncrv.
Rijnsdorp had veel te bieden, en heeft dat voor de liefhebbers nog. Zijn roman Koningskinderen is zelfs voor het brede publiek nog heel leesbaar. Zijn boek over de moderne roman biedt aanknopingspunten voor literatuurrecensenten die niet scheel willen zien. Zijn dagboeken Literair dagboek (1974) en Laatste gedachten (1982) zijn bronnen van wijsheid.
Anne Schipper is met dit proefschrift nog niet uitgepraat over Rijnsdorp en het brede veld van diens tijd en culturele tijdgenoten.