| |
| |
| |
Hans Werkman
Liter en het c-woord
Liter gaf een borrel, zomer 2016. Ik had als oud-hoofdredacteur een uitnodiging ontvangen. Dus stond ik in het zomerse Utrecht in de tuin van De Winkel van Sinkel een bitter lemon te drinken. Gerda van de Haar nipte aan een witte wijn, Mart van der Hiele was er en Janneke van der Veer, Willem Jan Otten nam een bitterbal en Menno van der Beek kauwde op een stokje. Ik dacht aan regels uit het lichtvoetige gedicht dat Menno eens voor mij schreef toen hij nog u tegen me zei: ‘Ik neem een slok. U schuift de dasknoop los / en krult de fijne mond in een ontspannen lach; / we drinken wat. We voelen elkaar aan.’
| |
Liter zonder
Toen namen Len Borgdorff, de huidige hoofdredacteur, en dichter Jane Leusink mij even apart aan zo'n hoog tafeltje en ze vroegen: ‘Wat zou je ervan vinden als we het woord “christelijk” eens weglieten op het omslag van Liter?’ Dat was een vriendelijke en belangstellende vraag, maar tegelijk voelde ik aan m'n water dat de teerling al geworpen was. Dit was niet helemaal waar. In september 2016 verscheen het nieuwe nummer met op de cover nog ‘Liter, christelijk literair tijdschrift’. Maar toen mijn oog in december op het volgende nieuwe nummer viel, bleek dat ene woord onvindbaar te zijn.
Ik verwachtte een redactieverklaring, maar nee, niets. Wel een voorpublicatie uit Marcel Mörings roman Eden, die ik zeker moet gaan lezen, een fraai gedicht van Hilbrand Rozema, een gesprek met Jane Leusink die ‘een appeltje met God te schillen had’ (en wie niet, maar zo zegt de dichter het), een verhaal van de boeiende Jannie Regnerus, reacties op de inmiddels befaamde Christian Wiman, een wat narcistisch dagboek van Benno Barnard, en warempel aandacht voor de lang voorbije katholiek Pieter van der Meer de Walcheren wiens dagboek in mijn kast staat. Een boeiend nummer dus, in de stijl van een christelijk literair tijdschrift. Maar zonder verklaring waarom dit woord, na 83 nummers mét, nu uit de kop verdwenen was.
De redactie en ik mailden na nummer 83 met elkaar. Ik vernam dat het woord ‘christelijk’ werd geschrapt omdat het de abonneewerving deed stagneren. Potentiële nieuwe lezers werden erdoor afgeschrikt. Maar is de redactie niet bang dat een deel van de huidige lezers - christenen die in literatuur geïnteresseerd zijn - zich onder de nieuwe vlag voor de gek gehouden voelt en verdwijnt?
| |
| |
In het Nederlands Dagblad (30 jan. 2017) werd Len Borgdorff bevraagd op de verdwijning van het c-woord en daarbij ging het vooral over ideële argumenten. Hij verklaarde: ‘Liter is bij uitstek het blad waarin literatuur en levensbeschouwing elkaar niet alleen raken, maar ook met elkaar in gesprek gaan.’ ‘Liter wil podium bieden aan een open discussie.’ Dat daarbij de christelijke traditie in de cultuur een belangrijk element van beschouwing en onderzoek blijft, staat buiten kijf, aldus Len. ‘Maar wat mij betreft is ook een agnost als de dichter Anton Ent van harte welkom.’ ‘Liter is een podium en draagt geen eigen standpunten uit.’
| |
Vlag
Sinds het gesprekje in De Winkel van Sinkel kriebelde er iets bij mij. Nu begon het te jeuken. Liter was immers al sinds de oprichting in 1991 ‘een platform’, zoals de redactie (Rien van den Berg, Steven van der Gaauw, Gerda van de Haar, Tjerk de Reus, Hans Werkman en Dirk Zwart) in het eerste nummer verklaarde. Daar plantte de redactie toen een vlag met opschrift bij: ‘een platform voor allen die met een open bijbel literatuur schrijven of over literatuur schrijven. De bijbel is voor de redactie het Woord van God, waarin het uiteindelijk gaat om Jezus Christus: de weg, de waarheid, het leven.’
Dit lijkt beperkend, maar zo was het niet. Er verschenen immers ook veel niet specifiek christelijke bijdragen in Liter, want christenen schrijven ook literair over voetbal en groot hoefblad. Liter kon zich bovendien gemakkelijk verbreden door het begrip ‘christelijk’ ruimer op te vatten dan zijn meer orthodox-protestantse voorganger Woordwerk veelal gedaan had. De katholieken bijvoorbeeld waren in Liter ruimschoots voorhanden, vanzelfsprekend.
Een verschil was vooral dat Liter terecht de ramen meer opengooide dan Woordwerk gedaan had. Liter wilde niet alleen ‘het contact onderhouden met de eigen christelijke traditie’ maar ook ‘het gesprek aangaan met de huidige literaire cultuur’. Dit laatste bleek uit interviews met seculier geworden auteurs als Jan Siebelink en Stephan Enter. Ook werkten af en toe niet-christenen mee, dit alles in respect voor de vlag met het c-woord.
| |
Winkel van Sinkel
Deze vlag is anno 2016 na negentien jaargangen door de huidige redactie achter de coulissen gezet en vervangen door de quote ‘Liter is het beste argument dat levensbeschouwing literatuur niet in de weg zit, en andersom’. Een forse wending, zonder toelichting. ‘Christelijk’ is naar buiten toe vervangen door het brede begrip ‘levensbeschouwelijk’. De kans is groot dat Liter zo een Winkel van Sinkel wordt waar alles te koop is, maar niets in het bijzonder wordt geaccentueerd, laat staan gekoesterd. Dat koesteren wordt overgelaten aan individuele redacteuren,
| |
| |
van wie de meesten nog bewust christen zijn, maar die onder de nieuwe vlag ook vervangen kunnen worden door een agnost, aldus de hoofdredacteur, of (ik vul aan) een andersgelovige.
Vroeger kon ik in Liter of in Woordwerk een stevig discussie-interview houden met Jan Siebelink of Oek de Jong, waarin deze auteurs niet maar een platform kregen, maar ook geconfronteerd konden worden met het woord ‘christelijk’ op de vlag. Het nieuwe Liter echter ‘draagt geen eigen standpunten uit’, zegt de hoofdredacteur.
Hoe heb ik het nu? Draagt een literair tijdschrift per definitie geen standpunt uit? Ik ga te rade bij Literaire tijdschriften (1985) van Siem Bakker. Ik beperk me tot na 1945. Podium droeg een humanitair standpunt uit, De nieuwe stem koos voor een socialistisch perspectief, Libertinage was anticommunistisch, in Maatstaf heerste een sterk antifascisme, Merlyn werkte streng ergocentrisch, alleen vanuit het werk, De Revisor was structuralistisch van karakter. Standpunten van literaire tijdschriften!
| |
Oek de Jong
Heeft Liter de laatste jaren het schrappen van het woord ‘christelijk’ uit de ondertitel al voorbereid, misschien onbewust? Dit bleek niet uit de medewerking van gastschrijvers die substantieel bijdroegen aan het christelijk karakter van het blad: Willem Jan Otten (2012), Les Murray (2015), Désanne van Brederode (2014). Maar het is de vraag of een aantal bijdragen van anderen zich wel verdroegen met de vlag van Liter.
De medewerking van Oek de Jong is daar een voorbeeld van. Zijn gastschrijverschap in Liter 59 t/m 62 en een aantal reacties in Liter op zijn werk zie ik achteraf als een veeg teken. Zijn werk werd herlezen en ontleed, maar vooral literair, weinig levensbeschouwelijk, terwijl hij met zijn diepe voorliefde voor de oude mystiek die tegen Confucius en Lao Tse aanleunt, toch alles in zich heeft om in een christelijk literair tijdschrift een pittig discussie-interview op te leveren. Maar Liter zat vooral aan zijn voeten, gaf door wat hij dacht, hoe hij geobsedeerd was door Eckhart: ‘God bidden om van God leeg te worden’, en zijn reactie daarop: ‘Dat is leuk.’ ‘Dat alle houvast wegvalt.’
Dit culmineerde in een uiterst lovende recensie van Pier en Oceaan in Liter 71. Ik wens geen preek in Liter en geen geheven vinger. Maar een alleen maar literair lovende recensie op een roman die vele malen negatief inhaakt en inhakt op het christelijk geloof, dat was in Liter een recensie met een gat. En toen stond het c-woord nog in de ondertitel van het blad. Wat, nu het weg is?
| |
| |
| |
Tommy Wieringa
Wat betekent Tommy Wieringa als gastschrijver van Liter in 2017? Hij is voor Liter een heel interessante man, de auteur van Dit zijn de namen, een groots en meeslepend verhaal vol levensbeschouwing. Maar Liter kan niet slechts aan zijn voeten gaan zitten, Liter moet ook met hem in gesprek gaat vanuit..., ach nee, het c-woord is uit Liter verdwenen. Dus hoop ik op de individuele redacteur of medewerker die, vanuit de prikkel van de Heer die is opgestaan, een literair-levensbeschouwelijk woord wil wisselen met Tommy. Geen preek, geen vingertje. Wel een stevig gesprek, niet alleen met uitwisseling van standpunten, maar ook schurend met argumenten. Ik verwijs naar wat ik in dit nummer in ‘Maatwerk’ schrijf over Rijnsdorp. Het gaat om een hoogwaardige discussie vanuit een standpunt. Ik weet dat auteurs van allerlei soorten en maten zoiets waarderen.
| |
Diversiteit
Liter dreigt met de schrapping van het c-woord en met de verklaring dat het voortaan om ‘literatuur en levensbeschouwing’ gaat, op te gaan in de diversiteit van onze cultuur. Ontegenzeglijk is onze cultuur divers en daar staan wij midden in. Maar ik wil me in deze diversiteit wel profileren als christen. En een christen staat, naar het woord van Paulus, nu eenmaal anders in het leven en reageert op zijn eigen manier op de cultuur. Liter heeft het woord ‘christelijk’ bewust uit de ondertitel verwijderd en wordt daarmee in principe een statenloos scheepje op de zee van de diversiteit, niet meer varend ‘onder de vlag van’. Met het vervangende woord ‘levensbeschouwelijk’ als hoofdkarakteristiek van Liter is de spits van het eigene van een christelijke cultuur uit Liter verdwenen.
Levensbeschouwing en religie zijn wezenlijk andere zaken dan christelijk geloof. Miskotte vond zelfs dat ze vijanden van elkaar zijn. Ons partnerschap in de diversiteit van de cultuur is gebaat bij openheid en helderheid en niet bij het wegmoffelen van onze Naamgever. Christelijke literaire tijdschriften hebben in Nederland bestaan van 1896 tot 2016. Na 120 jaar is aan dit tijdperk metterdaad een stilzwijgend einde gekomen. Dit wil niet zeggen dat de christelijke inspiratie uit Liter weg is. Maar die hoeft niet meer gemeenschappelijk te zijn, ze is geïndividualiseerd, ze wordt nu overgelaten aan individuen binnen de redactie en aan medewerkers.
Liter gaat, vrees ik, in de toekomst zoiets worden als Rood Koper (1995-2011), een tijdschrift voor religie, cultuur en politiek, waarin alle levensbeschouwingen op gelijke voet mochten meedoen. Er gaat waarschijnlijk zoiets gebeuren als met de Vrije Universiteit, in 1880 gesticht met het evangelie van Jezus Christus als levensbron, maar nu met nieuwe statuten waarin de vu wel wil ‘voortbouwen op haar christelijke oorsprong’, wel streeft naar ‘rechtvaardigheid, medemenselijkheid en
| |
| |
verantwoordelijkheid’, waarbij ‘levensbeschouwing en zingeving’ centraal staan, maar dit alles niet meer gehecht aan de naam en de uniciteit van Christus.
| |
Inspirerend
Gaf de vlag ‘christelijk’ aan Liter een garantie? Nee. Maar het c-woord was voor Liter wel een zichtbare wegwijzer, een voortdurende geheugensteun. Beperkt het c-woord niet de spanwijdte van een tijdschrift? Dat kan, maar dat hoeft helemaal niet. Literatuur van christenen levert immers geen wensvervullende zoete plaatjes. ‘Christus toont ons gebroken schoonheid, de vreemde schoonheid van het kruis. Gods solidariteit in Christus heeft ruimte voor het imperfecte.’ (bisschop Gerard de Korte, Nederlands Dagblad 9 juni 2016) Gastschrijvers als Otten, Murray en Van Brederode hebben in Liter laten zien hoe elastisch het woord ‘christelijk’ is, hoe inspirerend, hoe creatief, en hoe kritisch het kan werken. Afschaf van die vlag is een vorm van armoe, van capitulatie.
Ik ontwaar steun van onverdachte zijde. Marcel Möring kreeg in Trouw (11 maart 2017) de vraag of hij zichzelf zag staan in de traditie van een ‘Joods schrijverschap’. Zijn antwoord: ‘Literatuur moet niet aan denominaties doen. Dus iets in mij wil hard nee zeggen tegen die vraag, maar het is onontkoombaar.’
Tommy Wieringa wijdde in een interview in het Nederlands Dagblad (3 maart 2017) twee zinnen aan Liter, waarvan de tweede met een korrel zout geconsumeerd mag worden, maar de eerste vast niet: ‘Ik vind het jammer dat ze het predicaat “christelijk” hebben laten vallen. Waar ik kom, kruipt het heidendom kennelijk onmiddellijk op.’
|
|