Welkom in het nu
Ook ik ging een paar maanden geleden naar het Drents Museum in Assen om er werk van de Russische schilder Repin en zijn generatiegenoten te zien. Een indrukwekkende tentoonstelling van doeken uit voornamelijk de tweede helft van de negentiende eeuw. De expositie bracht me terug naar eentje over het Russische landschap, die dertien jaar geleden in Groningen te zien was. In Assen en Groningen zag ik een wereld waaraan ik moest denken toen ik Eden las, en Dis. Bijzonder was dat je in het Drents Museum maar enkele tientallen meters hoefde overbruggen om in de wereld van Marcel Möring te geraken, want er was een zaal ingericht als zijn werkkamer: een microkosmos, zoals ik die ook ervaar als ik Mörings boeken lees. Wel vond ik de weg van de Russen naar Möring, door gangen en over trappen, nogal labyrintisch. Een beetje Dantesk al met al, en dat was weer een mooie opmaat.
Ik liep in de zaal, dit ‘zelfportret’ van Möring, van wand naar wand, bekeek de aantekeningen op de werktafel, zag een typoscript van Eden, zocht nieuwsgierig naar de boom waarmee de roman opent, want daarover was in Literverband wat correspondentie geweest. Alle attributen in deze ruime werkkamer leken met draden aan elkaar verbonden: het een trok aan het ander. Ik ging er steeds voorzichtiger van lopen.
In Eden beginnen we in het Russische landschap van ooit. Daarin wordt iemand geboren die geen naam mag hebben en dus Niekaz heet, of Schwartz. Tegen alle verwachting in blijft dit kind wél in leven, maar zijn moeder komt te overlijden en hij wordt gezoogd door iemand die door niemand wordt geaccepteerd, een blijmoedige paria. Door te blijven leven raakt hij zijn vader kwijt.
Met deze bizarre geboorte begint een eeuwen durende geschiedenis van een persoon die in vele gedaanten dezelfde blijft, die door heel Europa zwerft om uiteindelijk terecht te komen in de omgeving van wat Assen zal worden (met een uitstap naar Aduard, zodat ook het Groninger Museum bij lezing weer even in gedachten komt). Niekaz wordt Schwartz, wordt De Zwarte, wordt X. Veel gestalten van jagers, boeren, herders, klokkenmakers, schrijvers, zwervers en raadgevers, veel verschillende de tijden en activiteiten, maar toch meer en meer dezelfde.
Dat geldt ook voor de verhalen in de roman. Verhalen vol flonkerende oriëntaalse pracht buitelen over vertellingen waarin modderige Noord-Europese eenzaamheid de boventoon voert. Er komen historische bronnen aan te pas, er wordt gezocht naar andere bronnen. En dit is allemaal de ene verhaallijn in de roman.
In de tweede is Mendel Adenauer de hoofdpersoon. Adenauer (wat een verbastering zou kunnen zijn van Adonai) is als psychiater verbonden aan een inrichting bij Assen. Zijn empathisch vermogen blijkt