Liter. Jaargang 12
(2009)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Nico den Bok
| |
InsteekAls je één Engelse schrijver klassiek mag noemen, dan Shakespeare wel. Shakespeare behoort al heel lang tot de algemeen erkende grote schrijvers van het Westen.Ga naar eind3. Nu wordt er in ons land nog niet zo lang ook een theologie klassiek genoemd: het denken van kerkvaders, middeleeuwers en reformatoren.Ga naar eind4. Waar hun denken ook na de Renaissance wordt voortgezet, zou gesproken kunnen worden van een ‘klassieke theologie die in en door de moderniteit heen trouw is gebleven aan de opdracht om de vrolijke wetenschap van het evangelie te vertolken.’Ga naar eind5. Ik zou de these willen wagen dat Shakespeare één van de niet-theologen is, die op verrassende wijze in deze omschrijving past. In zijn recent verschenen boek kiest Arjan Plaisier nadrukkelijk dezelfde insteek. Hij laat zien, dat Shakespeare weliswaar volop in de opkomende moderne cultuur staat, die met de Renaissance de vensters openzet naar het nieuwe, buitenchristelijke dat zich alom meldt, maar dat Shakespeare zelf onverstaanbaar is als we hem niet lezen vanuit de grondnoties van de grote christelijke traditie voor hem.Ga naar eind6. Dit laatste is in de Shakespeare-receptie van de afgelopen eeuw tekortgekomen. Men wilde in de mystery man uit Stratford-upon-Avon vooral een voorbode van de nachristelijke, seculiere (post)moderniteit zien. Plaisier geeft als meest sprekende voorbeeld de beroemde woorden: Life is but a walking shadow; a poor player
that struts and frets his hour upon the stage
and then is heard no more; it is a tale
told by an idiot, full of sound and fury
signifying nothing [...]
| |
[pagina 33]
| |
Deze woorden komen uit de mond van Macbeth, die door Shakespeare zo nadrukkelijk is neergezet als de man die van kwaad tot erger gaat - daarin de levensfilosofie van Shakespeare zelf beluisteren zou absurd zijn.Ga naar eind7. Men zag Shakespeare, evenals Pascal, niet echt in zijn eigen tijd, maar las hem vanuit een latere ontwikkeling in West-Europa.Ga naar eind8. Een meer historische lezing, zo wil Plaisier laten zien, biedt ook een rijkere inhoudelijke oogst.Ga naar eind9. Ik val hem daarin graag bij. Wat mij betreft had hij zelfs nog wat uitgesprokener mogen pleiten voor een dergelijke lezing. Dit wil ik illustreren met één, minder bekend toneelstuk van Shakespeare, waaraan ook Plaisier een hoofdstuk wijdt: Measure for measure. Nergens lijkt Shakespeare meer ‘trouw gebleven aan de vrolijke wetenschap van het evangelie’ dan in dit fascinerende stuk. | |
GoedheidskoortsMaat voor maat,Ga naar eind10. een eigenzinnige comedy uit 1603 of 1604, heeft een voor ons niet onherkenbare setting. Het speelt in een stad die zich afvraagt of het geen tijd wordt de teugels van wet en recht, die lange tijd gevierd zijn, wat strakker aan te trekken. De hertog van Wenen voelt aan dat er een straffere wind gaat waaien. Mensen zullen een strengere wetshandhaving eisen. De hertog wil deze nieuwe tendens tegenspel bieden, zoals blijkt uit een antwoord dat hij, verderop in het stuk, geeft op de vraag: ‘What news of the world?’ None, but that there is such great a fever on goodness,
That the dissolution of it must cure it.
De hertog zegt naar het buitenland te moeten afreizen en stelt een hoge ondergeschikte, Angelo, als plaatsvervanger aan. Nu geklaagd wordt dat de wet een wassen neus is omdat de overheid er weinig de hand aan houdt, maakt de hertog plaats voor iemand die hierin verandering zal brengen. De duke wijst een onberispelijk man als zijn deputy aan. Zelf is de hertog van plan incognito in de stad te blijven, verkleed als monnik. Alleen geestelijken stelt hij hiervan op de hoogte; de anderen, de ‘wereldlingen’, zullen het later merken, bij zijn ‘terugkomst’. In feite gaat de hertog zo op andere wijze over zijn onderdanen regeren. Evenals Prospero uit Shakespeares laatste stuk The Tempest neemt hij op verborgen wijze de regie over de handeling en haar beoordeling. Met deze uitleg wijk ik af van Plaisier, die aanneemt dat de hertog zou beseffen zelf (tenminste mede) oorzaak te zijn van het afgebrokkelde gezag van de wet in Wenen. Hij zou menen te veel boter op het hoofd te hebben om dit als gezagsdrager recht te trekken; juist daarom zou hij een plaatsvervanger aan- | |
[pagina 34]
| |
wijzen en zelf ‘vertrekken’. Mijns inziens is de hertog weliswaar niet in alles succesvol of onfeilbaar, maar treft hem geen blaam, en ligt juist hier een verwijzing naar de pointe van het stuk. Op deze wijze is het toneel van een algemeen menselijke situatie neergezet, met een moreel dilemma. Waar mensen meer vrijheid krijgen, wordt daarvan ook meer misbruik gemaakt; maar waar die vrijheid wordt ingeperkt door een strenger handhaven van de wet, neemt de dubbelheid, het gebrek aan integriteit bij mensen toe. Het gaat hier niet om een noodzakelijk verband, maar om een niet zelden voorkomend ervaringsgegeven. Hoe kunnen mensen, gezien dit gegeven, ertoe gebracht worden het goede, juiste te doen? Dat lijkt me de kernvraag van het stuk. Met als spits: ‘beter’ kan de vijand van ‘goed’ worden. Er is een ondeugd die bloeit bij gebrek aan normhandhaving, maar ook één die juist bloeit als de norm wel wordt gehandhaafd. In een treffende bewoording uit King Lear: How far your eyes may pierce I cannot tell;
striving for better, oft we mar what's well.Ga naar eind11.
De hertog beseft dat een speciale tactiek nodig is om de nieuwe wetsijver (en bijbehorende wedijver) goed tegemoet te treden: ‘Craft against vice I must apply’. Hij treedt als openbare rechter terug en laat mensen over elkaar oordelen. Zelf begeeft hij zich als bedelmonnik onder de mensen om daar met raad en daad de ergste schade en schande op te vangen. En om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op een eindoordeel, dat hij pas uitspreekt als hij ‘terugkomt’. Voor dat oordeel over alle verwikkelingen en betrokkenen hanteert hij een eenvoudige regel: Wat je bij een ander veroordeelt moet je ook bij jezelf veroordelen. Ieder die zich aan dit oordeel gewonnen geeft, wordt vergeven. Zo zijn er op het toneel van een algemeen menselijke situatie onmiskenbaar christelijke coulissen neergezet. Er is veel dat uitnodigt het stuk als een parabel te lezen: een parabel voor de weg die, naar christelijke overtuiging, de Heer gekozen heeft om over mensen te heersen. Hoe beweeg je in zonde gevallen mensen om het goede te gaan doen? Waarom stelt God zich niet zichtbaar en met macht aanwezig onder mensen, of doet Hij dat voor een tijd, om dan de onaanzienlijke gestalte van Jezus van Nazareth aan te nemen? Waarom die gekkeGa naar eind12. move naar menswording en de (door joden en christenen gedeelde) belofte van een publieke, alles rechtzettende verschijning? Er zijn verschillende uitdrukkingen in Measure for measure, die dit parabelkarakter van het toneelstuk suggereren.Ga naar eind13. Bijvoorbeeld bij de ontknoping van de handeling: dan is er een moment dat de hertog opnieuw even afwezig is, om als | |
[pagina 35]
| |
bedelmonnik opgeroepen te worden; als hij dan zijn ware identiteit geopenbaard heeft, zegt Isabel: O give me pardon, that I, your vassal,
have employ'd and pain'd your unknown sovereignty
waarop de hertog reageert: [...] You may marvel
why I obscured myself, laboring to save his life, and would not rather
make rash remonstrance of my hidden power than let him so be lost.Ga naar eind14.
Ondertussen is ook de wet in een evangelische en klassiek theologische belichting neergezet. In Measure for measure worden we sterk herinnerd aan Paulus en Augustinus. De hertog weet iets wat zijn al te ijverige plaatsvervanger nog niet weet: de wet is nodig, maar is niet genoeg om mensen tot het goede te bewegen.Ga naar eind15. Het paulinisch-augustijnse inzicht van de hertog is dat de natuur van mensen tot kwalijke daden geprikkeld wordt, niet alleen door dat wat de wet verbiedt, maar ook door nauwgezet te willen doen wat de wet gebiedt.Ga naar eind16. Daarbij is er in feite voor de wet zelf bij alle partijen waardering.Ga naar eind17. Ook Claudio, een man die zijn meisje zwanger maakte terwijl hij niet met haar getrouwd is en daarvoor de doodstraf krijgt (de straf die daar indertijd op stond, maar niet werd toegepast), beseft dat hij met recht het gevang in gaat omdat hij zich een te grote vrijheid veroorloofd heeft. Zijn zus Isabel, die hem tracht vrij te krijgen, erkent dit in feite ook. Zij neemt het Angelo eigenlijk niet kwalijk dat hij het vonnis wil uitvoeren (al vindt ze de regel wel te hard), maar alleen dat hij het zonder empathie en ontferming doet. En wat haar het meest grieft is, dat hij, die ondertussen op haar verkikkerd is geraakt, alleen over gratie wil denken als zij met hem naar bed gaat. Angelo, die eerst geen mercy heeft, heeft vervolgens alleen een devilish mercy, meent zij bitter. Als Angelo's raadsman ziet hoe principieel Angelo vasthoudt aan de uitvoering van het vonnis over Claudio, verzucht hij: May God forgive him and forgive us all,
some rise by sin, and some by virtue fall.
| |
Beoordeel jezelf als je naasteHiermee is het toneel voor het handelen van de hertog neergezet. Hoe moet je leiding geven aan mensen die ‘door deugd vallen’? Hoe hen van ‘goedheidskoorts’ genezen? De richtlijn die de hertog daarvoor bij zijn meer verborgen regie volgt, | |
[pagina 36]
| |
loopt als een refrein door het stuk. Isabel zegt tot Angelo: Stel dat jij veroordeeld was voor wat Claudio deed... Later zegt de incognito hertog over Angelo: If his own life answer the straitness of his proceeding, it shall become him well,
wherein if he chance to fail, he hath sentenced himself.
Ten slotte wordt Angelo in zijn eigen net gevangen. De man die in zijn gloednieuwe ambt Claudio geen gratie kan verlenen, valt dieper dan Claudio ooit viel. Bij zijn terugkomst staat de hertog, die dan bij de stadspoort rechtspraak houdt, op een bepaald moment zijn zetel opnieuw af aan zijn plaatsvervanger: ‘You be the judge of your own cause’. De richtlijn die zich hier meldt, is eenvoudig en universeel: Wat jij niet wilt dat er geschiedt, doe dat ook zelf niet.Ga naar eind18. Deze richtlijn is niet alleen een appel tot empathie. Het gaat om meer dan inleving, het gaat om gelijkberechtiging. In termen van de titel van het toneelstuk: het gaat om meten met gelijke maat. Die maat is bij Angelo ver te zoeken. Die maat moet zelfs Isabel nog wat zuiverder leren hanteren. Hoe hanteert de hertog deze evangelische maatregel? Hoe brengt hij mensen tot inkeer als ze niet met gelijke maat meten? De sleutel daartoe is opnieuw te vinden in zijn publieke terugkomst als hertog van Wenen. Hij weet dan heel goed hoe de vork in de steel zit. Toch, als Isabel met haar aanklacht komt (‘justice, justice, justice!’), houdt hij Angelo tergend lang de hand boven het hoofd. Waarom? Waarom steunt hij Angelo juist in dat wat bij hem zo pijnlijk door de mand gevallen is, zijn integriteit? Omdat Angelo zonder integriteit geen juist oordeel over zichzelf kan vellen. En om Angelo te kunnen redden is zijn juiste zelfbeoordeling onontbeerlijk. Zal Angelo uiteindelijk over zichzelf hetzelfde oordeel willen vellen als over Claudio, dan zal hij dat vanuit een eigen besef van waardigheid en terechtheid moeten doen. Zonder dat geen inkeer en berouw. Ook dit is een belangrijk klassiek theologisch inzicht: mensen dienen ook in gevallen staat met respect voor hun vrijheid en geweten benaderd te worden. Ze moeten weer op hun benen gezet worden, zodat ze recht kunnen staan en de verantwoording over hun leven, hun gedachten en daden kunnen nemen. Dat is niet pas een gevolg van schuldbekentenis, maar een voorwaarde ervoor. God gaat ons in deze benadering voor.Ga naar eind19. Zonder dat kan Hij ons niet laten willen wat Hij wil. De hertog slaagt in deze opzet, want Angelo gaat uiteindelijk oprecht door de knieën. Hij meent dat hij de doodstraf verdient, en geen gratie. De hertog laat dan merken dat Angelo met deze bekentenis van de weeromstuit zichzelf te streng beoordeelt. Op zich niet onbegrijpelijk: Angelo blijkt nog niet geheel los van zijn oude wetsbetrachting - maar past die nu op zichzelf toe. | |
[pagina 37]
| |
Vlak voor de bekentenis van zijn plaatsbekleder spreekt de hertog hem streng toe met woorden die zijn beoordeling van de gehele handeling samenvatten: The very mercy of the law cries out
most audible, even from hisGa naar eind20. proper tongue:
‘An Angelo for Claudio, death for death!’
Haste still pays haste, and leisure answers leisure,
like doth quit like, and measure still for measure.
Op het eerste gehoor gaat het hier om het beroemde of beruchte ‘oog om oog’ uit het Oude Testament. Toch kan dit niet zonder meer het geval zijn, want in deze passage komt de enige variant van dat oordeel dat direct aan de bijbeltekst ontleend is, uit het hart van het Nieuwe Testament. Daar lezen we: ‘Met de maat waarmee gij meet zult ge gemeten worden’ (Mattheus 7:2). Ook Plaisier wijst vaker op de diepe en nauwe samenhang tussen Thora en Evangelie, wet en genade bij Shakespeare, al wordt niet altijd helder waarin die dan precies bestaat. Het gaat mijns inziens om een fundamenteel rechtdoen van mensen, waarvoor juist het Evangelie waakt. Veel christenen menen dat de Thora ons rechtvaardigheid leert en het Evangelie barmhartigheid. Wat Christus doet, is vaak milder dan wat de Thora voorschrijft. God zou ons mogen vergelden, maar Hij schenkt vergeving; we verdienen straf, maar krijgen herstel aangeboden. Als we het echter zo zien, lezen we het Nieuwe Testament vanuit het Oude (dat dichter bij een meer algemeen menselijk rechtvaardigheidsgevoel staat). We doen er beter aan de blikrichting om te draaien: wat Christus doet is in feite rechtvaardig; dat laat zien hoe de Thoraregels bedoeld zijn. De Thora, op zichzelf genomen, oordeelt soms te hard over de mens in al zijn condities. Dit is een nieuwtestamentisch inzicht, dat we in de klassieke theologie uitgewerkt vinden, met name in de middeleeuwse traktaten over liefde (caritas). | |
Kostbare vergevingMaar laten we ons niet te snel overtuigen. Is de hertog in feite niet uit op een oudtestamentisch ‘oog om oog’? Hij spreekt van de mercy of the law - herneemt hij hiermee niet de Thora in een evangelisch gewaad? De hertog herneemt inderdaad de Thora, maar zoals het Evangelie zelf de Thora herneemt. Om te zien hoe in de evangeliën de regel ‘maat voor maat’ gehanteerd wordt, kunnen we het beste kijken naar die parabels van Jezus, die van het omgaan met deze regel illustraties bieden. We hebben dan ook een (literaire) vorm die enigszins vergelijkbaar is met die van Shakespeares toneelstuk. Ik noem één parabel, die bovendien gezien de strekking van Measure for measure uiterst sprekend is: de parabel van de onrechtvaardige schuldeiser.Ga naar eind21. | |
[pagina 38]
| |
Laten we meteen naar het eind van de gelijkenis gaan, waar verteld wordt dat de dienaar de schuld aan zijn heer alsnog moet betalen nu hij niet bereid blijkt de schuld van zijn mededienaar kwijt te schelden. Daarmee lijkt de gelijkenis het laatste woord te geven aan het ‘tand om tand’. Maar is dat zo? De gelijkenis begint met Petrus' vraag: Hoe vaak moet ik vergeven? Jezus antwoordt: Zeventig maal zeven maal. Dat wil zoveel zeggen als: steeds weer. De gelijkenis die Jezus dan vertelt, volgt dus als uitleg en illustratie van dit ‘steeds weer’. Houden we dit voor ogen, dan kan het slot van de parabel niet zomaar gelezen worden als een bevestiging dat het ‘oog om oog’ het slotwoord krijgt. Zo is het in protestantse (en rooms-katholieke) orthodoxie wel eens voorgesteld. Het evangelie van de vergeving is een voorlaatste actie van God om mensen te behouden - wie deze daad van vergeving niet wil, of ermee sjoemelt, vervalt aan Gods laatste oordeel dat oudtestamentisch streng zal zijn (of nog strenger). Mij lijkt deze zienswijze niet evangelisch. Jezus zelf is de Heer; Hij zal het laatste oordeel spreken, en Hij zal dat niet wezenlijk anders doen dan zoals Hij het sprak bij zijn laatste daad op aarde, zijn lijden en sterven. De gelijkenis laat hiervoor ruimte, want de dienaar kan zich ook na zijn vergrijp aan zijn mededienaar opnieuw aan de voeten van de Heer werpen en dan - opnieuw rekenen op diens grote vergevingsbereidheid.Ga naar eind22. Is dat niet precies wat de gelijkenis naar haar vorm, als gesproken tot hoorders, wil oproepen? De dienaar kan echter niet opnieuw door de knieën gaan zonder te erkennen dat hij met twee maten meet: dat hij iemand is die zich wel laat vergeven, maar niet vergeeft. Dringt deze erkenning vanuit het perspectief van vernieuwde vergeving door, dan zal er iets in het innerlijk van de dienaar veranderen. En als dat doorzet; als hij ook later in zijn oude fout mocht vervallen, maar zich dan opnieuw naar het begin van de parabel laat wijzen en knielt voor zijn heer, dan zal hij met vallen en opstaan leren met één maat te meten. De vergeving van God stelt geen voorwaarde, maar schept wel een verplichting. Zij vraagt een maat voor haar maat. Measure for measure laat zich uitstekend lezen in dit evangelische spanningsveld van vergeving en vergelding. We moeten er dan vanuitgaan, dat de hertog consequent handelt vanuit de bereidheid te vergeven, ook daar waar hij deze bereidheid verbergt en de strafdreiging laat staan. En dat, als hij uiteindelijk vergeeft en niet vergeldt, hij dit doet als zijn onderdanen inzien met twee maten te meten, en daarover spijt voelen. De belangrijkste toets voor deze uitleg is weer het slot van het toneelstuk, dat als finale van het hele gebeuren anders een raadsel blijft. Men heeft er vaker op gewezen: het toneelstuk neemt aan het eind een onwaarschijnlijke, abrupte wending. Men heeft dat wel verklaard vanuit het genre: als comedy moest het stuk toch een happy end krijgen. Maar deze uitleg maakt de ontknoping zelf in feite goedkoop, iets dat niet opkomt vanuit de centrale plot | |
[pagina 39]
| |
rond mercy en law, maar er snel en van buitenaf op geplakt is. Lezen we echter het stuk ook in zijn afloop als evangelische gelijkenis, dan ligt het anders. We zien dan klassiek christelijke coulissen oprijzen en een spel dat zich afspeelt op de planken van een evangelische vrijmacht, die vanuit de vergeving haar eigen gerechtigheid sticht.Ga naar eind23. De hele opzet van het gebeuren zoals het geleid wordt door de hertog, krijgt in dit kader zijn transparantie. Als eerste en meest onverdachte getuige voor deze zienswijze mag Angelo opgeroepen worden, want zelfs hij beseft in dit kader te staan. Bijvoorbeeld als hij, de vastberaden rechter, in een terzijde verzucht: Alack, when once our grace we have forgot,
nothing goes right.
De vergeving waar de hertog op aanstuurt mag, net als die van de heer in de gelijkenis, geen goedkope vergeving zijn. Tot het eind toe houdt hij druk op de ketel door vast te houden aan het principe dat er over gelijke handelingen een gelijk oordeel geveld zal worden. Zo dreigt de hertog ook Angelo te beoordelen naar Angelo's eigen norm (en strafmaat). Maar als deze oprecht berouw toont, volgt vergeving.Ga naar eind24. Vergeving schept verplichting. Wil je vergeven worden? Vergeef datzelfde dan ook je naaste. Zonder deze consequentie wordt vergeving een koopje. Als zij wel ontvangen, maar niet doorgegeven wordt, wordt zij onethisch. Omgekeerd blijft het geven van vergeving, gezien vanuit de schuldenaar, een onverschuldigde daad. Maat voor een maat betekent primair: vergeving voor vergeving. Het Engelse remitting sins ligt zeker in Shakespeare's tijd nog dicht bij het klassieke remissio peccatorum, het wegdoen van zondigen. Zonden doe je met je wil; zonden zijn daarom pas ‘weggedaan’ als ze niet meer gewild worden. Berouw is daarom onontbeerlijk. Maar omdat dat willen meestal geworteld is in disposities (die zelf meestal zowel oorzaak als gevolg van bepaalde sociale patronen zijn) is een herhaald berouw nodig, een herhaald oplopen tegen je eigen inconsequentie in ontvangen en geven van ‘genade’, om het ego dat je daarin blijkt te hebben metterdaad af te leggen. Vergeleken met deze remission of sins wordt in het Nederlandse (en in zekere zin ook reformatorische) begrip ‘vergeving van zonde’ het wegdoen van zonde ingeperkt tot het wegdoen van het schuldaspect. | |
SatisfactionEr is nog een treffende illustratie te geven van het klassiek theologische en evangelische karakter van Measure for measure, en in het bijzonder van de slotscène. Het stuk heeft een kernwoord, dat bekendheid geniet in de theologische traditie | |
[pagina 40]
| |
van de kerk: satisfaction. Moet Claudio gestraft worden? Is dat de vereiste genoegdoening voor zijn vergrijp? Is dat de ‘rechte’ reactie op zijn daad, voor de Weense gemeenschap, voor zijn vriendin, voor hemzelf? Duidelijk is dat de hertog, zodra hij het habijt aanheeft, aanstuurt op goed maken, niet op straffen. Hij zoekt voor alles het herstel van de relaties (Claudio en zijn meisje, Angelo en Mariana). Tot Isabel zegt de hertog-met-kap: The satisfaction I would require is likewise your own benefit.
Hoe waar dit is blijkt, wanneer hij met zijn tactiek niet alleen hoopt Isabels wens te vervullen en haar broer in leven te houden, maar er ook in slaagt de wat al te rechtschapen, al te eerbewuste zus zelf tot een zachter mens te maken, een mens met meer gevoel voor goede verhoudingen. Haar eer is toch niet meer waard dan het leven van haar broer?Ga naar eind25. Dat begint ze zich ook zelf te realiseren. Straf maakt geschonden relaties niet goed. Straf doet ook de zonde niet weg. Dat blijkt wel op heel wrange wijze bij Angelo, die als rechter tot de gevangenbewaarder zegt: For my better satisfaction let me have Claudio's head sent by five.
Aan de andere kant, louter vergeving, dus zonder berouw en zonder daadwerkelijke verandering van wil, doet óók te weinig. Vergeving neemt de zonde evenmin weg. Vergeving neemt alleen de schuld weg. Dat laat ook de gelijkenis van de schuldeiser zien, want precies daarom kan vergeving leiden tot een bedrieglijke redding of oppervlakkige verzoening, waarbij de oude wandaad spoedig herhaald wordt. Bij straf betaalt de dader, bij vergeving het slachtoffer; maar in geen van beide gevallen is de eigenlijke zonde weggenomen. De hertog, in monnikspij, stuurt niet aan op pure barmhartigheid; hij wil Claudio redden van de executie, maar niet ten koste van alles - hij wil hemzelf redden. Daarom zegt hij, als hij hem de biecht afneemt: Do not satisfy your resolutions with hopes that are fallible.
Niet gestraft worden voor een zonde ‘doet niet genoeg’ om die zonde weg te nemen. Er moet een ‘oplossing’ zijn die meer ‘bevredigend’ is; die van de dader een ander mens maakt, een mens met een ander hart, een ander willen. Het lastigste is dat ook Angelo dit nodig heeft. Hij, de onkreukbare, laat zich leiden door strafrecht, maar valt dan zelf door de mand. De hertog laat zich leiden door vergoedingsrecht, zelfs in zijn opstelling naar Angelo. | |
[pagina 41]
| |
Dit is de klassieke verzoeningsleer. De vader van deze leer, de theoloog Anselmus van Canterbury, zegt in het hart van zijn nadenken over Christus, dat God zelf onder de kap van een mens gekomen is om mensen te verlossen van zonden.Ga naar eind26. Wat moet God doen om zondigende mensen te bewegen het goede te doen? Barmhartigheid alleen doet zonden niet verdwijnen, maar handhaven van de wet alleen krijgt dat evenmin voor elkaar, zegt Anselmus. Zowel gedogen als straffen vallen af. Dit lijkt zeer op wat Shakespeare in Measure for measure laat zien: pure barmhartigheid doet te weinig, het maakt mensen niet tot echt betere mensen, maar straf doet ook niet genoeg. Straf maakt mensen tot dubbele mensen, die vallen onder het oordeel dat zij zelf vellen. Anselmus kiest voor een middenweg die kritisch is naar links en rechts. Juist deze weg duidt hij aan met de term satisfactio, letterlijk: genoegdoening. ‘Genoegdoening’ is dus geen straf of vergelding. Volgens de aartsbisschop van Canterbury zijn er twee dingen die ‘genoeg doen’ om het na zonde weer goed te maken. Het eerst nodige is: alsnog goed doen wat door zonde niet goed gedaan werd, met als kern: alsnog van harte willen wat je eerst niet wilde. Shakespeare geeft hier in feite heel eenvoudige, maar heldere voorbeelden van. Bij Claudio was dat: trouwen met zijn zwangere meisje. Iets dergelijks wordt ook van Angelo gevraagd, en in wezen zelfs van Isabel. Voor satisfactie is nog iets nodig, zegt Anselmus, iets dat goedmaakt voor de overtreding zelf; anders zou een verkeerde daad gewoon vervangen kunnen worden door een goede daad - of een verkeerde wil door een goede wil, na ommekeer - zonder de erkenning dat het verkeerde niet had mogen gebeuren. Ik denk dat dit ‘extra’ het zuchten onder een dreigende straf zou kunnen zijn, als dat vrijwillig ondergaan wordt. Hoe lang of hoe kort ook, we zien ze allemaal zuchten: Claudio, Angelo, Isabel.Ga naar eind27. Shakespeare geeft aan het eind van Measure for measure nog wel een stevige knipoog naar het genre van het stuk - het blijspel -, want zijn hertog krijgt het voor elkaar dat alle wandaden die ten slotte berecht zouden moeten worden, in feite niet gedaan zijn, behalve dan in de hoofden en harten van de verschillende daders. Dan kan het ‘extra’ in feite vervallen, en kan er meteen feest gevierd worden! Vanuit deze ontknoping terugkijkend zien we dat er ‘alleen maar’ een verandering van wil bewerkt moest worden - precies waarvoor Shakespeares publiek op de theaterbanken zat en precies waarvoor Jezus zijn gelijkenissen vertelde en wij, als het goed is, deze blijven lezen, thuis of in de kerk. | |
Shakespeare klassiek christelijk?Measure for measure is maar één toneelstuk - om te zien of de klassiek christelijke lezing die ik hier gegeven heb inderdaad typerend is voor Shakespeare, moeten we nagaan of ook andere werken zo gelezen kunnen worden. En: Measure for mea- | |
[pagina 42]
| |
sure is een blijspel - spreekt er uit de treurspelen van Shakespeare, die hem het meest beroemd hebben gemaakt, niet een andere, donkerder, hier en daar zelfs ronduit ‘heidense’ gedachtewereld? Deze onderzoeksverbreding kan ik in het bestek van deze bijdrage natuurlijk niet uitvoeren.Ga naar eind28. Ter ondersteuning van mijn uitlegGa naar eind29. geef ik tot slot alleen twee korte peilingen van toneelstukken die ook in Plaisiers boek besproken worden: Shakespeares bekendste tragikomedie, The Merchant of Venice, en zijn bekendste tragedie, Hamlet.Ga naar eind30. De joodse koopman Shylock, hoofdpersoon van The Merchant of Venice, zet zijn hele ondernemen in het kader van vergelding: rechtmatige, gewettigde vergelding. Hij voelt zich jarenlang door zijn christelijke stadgenoot en concurrent Antonio vernederd. Shylock krijgt een briljant, maar ook wat bizar pay back-plan op het moment dat Antonio een flinke lening nodig heeft en daarvoor bij hem aanklopt. Als Antonio niet kan terugbetalen, mag Shylock een pond vlees van zijn lichaam nemen. Dan gebeurt het: Antonio's koopwaar vergaat op zee, en een deel wordt buitgemaakt door piraten - hij kan niet terugbetalen. Shylock eist dan voor de rechter zijn deel van het contract en wil het mes op Antonio's borst zetten. Portia, de jonge (en verklede) advocaat die bij verrassing de leiding over de rechtszaak krijgt, dringt aan om genadig te zijn, tot driemaal toe. Maar Shylock weigert. Dan zet Portia in drie zetten met grote juridische vindingrijkheid Shylock in een positie als die van Antonio. Shylock druipt af als een rat die in zijn eigen val is gelopen. Hij mag nog blij zijn dat hij zijn leven behoudt. Geeft Portia Shylock koek van eigen deeg? Laat ook zij zich leiden door het ‘oog om oog’? Haar master solution volgt mijns inziens een andere regel: ‘Je krijgt genade; maar als jij dan zelf niet genadig wilt zijn, zul je door dezelfde wet beoordeeld worden waarmee je je recht wilt halen’. In feite is dit de regel die we in de gelijkenis van de schuldeiser uit het evangelie tegenkwamen: ‘De Heer vergeeft je, maar als jij niet vergeeft, zul je gemeten worden met de maat waarmee je zelf meet’. Shylock is dus een voorbeeld van wat er kan gebeuren als een mens (net als Angelo) wat al te rechtvaardig wil zijn, maar (anders dan Angelo) niet tot berouw komt. Zoals in Measure for measure de regie van het gebeuren in handen van de hertog ligt, zo ligt die in The Merchant of Venice in handen van Portia. Gezien hun opstelling bevestigt dit nogmaals het evangelische en klassiek christelijke kader, waarin de dramatiek geëvalueerd wordt. Dit wordt op zijn beurt bevestigd door andere dingen, zoals het feit dat vrijwel alle figuren in The Merchant of Venice het gedrag van Shylock afkeuren, zoals dat gebeurde met Angelo's gedrag in Measure for measure.Ga naar eind31. Waarom is Hamlet een drama? Omdat Hamlet eigenlijk geen wraak wil nemen op de lafhartige en verraderlijke moord op zijn vader, maar door omstandig- | |
[pagina 43]
| |
heden - waaraan hij zelf bijdraagt - daar ook niet aan ontsnapt. Ook hier lijkt mij de grondregel: geen goedkope vergeving (die een moord onder tafel houdt), maar ook geen vergelding. Vergelding dient zich hier echter veel heftiger aan dan in de eerder besproken toneelstukken. Hamlet is diep gekwetst; dat de roep om revenge met grote felheid in hem oplaait is alleen maar begrijpelijk. Toch wil hij daar niet aan toegeven. Plaisier meent dat Hamlet met zijn besluit tot vergelding een christelijke plicht vervult en daarom ook vrede in zijn geweten vindt. Maar vergelding wordt hem door zijn omgeving als ‘heilige plicht’ voorgehouden. Hij weert zich ertegen. De nachtelijke verschijning van de geest van zijn vader kan een influistering van de duivel zijn, zo realiseert Hamlet zich; en daarom, al is die verschijning ook olie op het vuur van zijn woede, wil hij eerst proof. En dat zoekt hij dan zo, dat hij vooral mikt op erkenning van de wandaad door de dader, de broer van zijn vader, die Hamlets vader vergiftigd heeft en als koning vervangen door te trouwen met Hamlets moeder. Waarom gaat Hamlet zich gedragen als gek, als hofnar? Omdat hij zijn oom wil bewegen zelf tot een bekentenis te komen, en misschien zelfs tot berouw. En, denk ik, omdat het Hamlet zelf zowel een uitweg als een masker biedt voor zijn eigen innerlijke spanning: zolang hij gek is hoeft hij niet te vergelden. In dezelfde lijn ligt ook, dat hij zich naar Engeland laat sturen: geen terugpakken, maar uitwijken. Als hij teruggekomen is, blijkt nergens dat dit is om alsnog wraak te nemen. En dat terwijl zijn oom hem wel op die reis poogde te laten vermoorden! Als vervolgens ook zijn oude vriend Laertius hem de handschoen toewerpt, wil hij het gevecht liever niet aangaan. Pas als hij door Laertius tijdens het duel bedrogen wordt - weer met gif, en weer aangesticht door oomlief -, gaat Hamlet door het lint. En wordt het eindoordeel een apocalyps. We zien hier een situatie van oog om oog, maar tegen wil en dank. Er is een tragische afloop, maar als protest tegen de gangbare strekking van een tragedie. Door de tragiek heen speelt een intens ‘wat zonde’. Zo ver als het met Hamlet komt, had het niet hoeven komen, allereerst vanwege hemzelf niet. En zo verwijst het poison for poison van de Deense kroonprins naar het measure for measure van de Weense hertog. Het illustreert - in een sterk evangelisch begrip voor dit hoe - hoe mateloos dingen fout kunnen gaan als de evangelische maat niet wordt gehaald. Tragisch is hier in feite, dat iemand ondanks grote inspanning niet tot het einde toe die maat weet te houden. |
|