Liter. Jaargang 7(2004)– [tijdschrift] Liter– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Marjoleine de Vos Gedichten [van K.P. Kavafis] De paarden van Achilles Toen ze de gedode Patroklos zagen die zo moedig was, en sterk, en jong, begonnen de paarden van Achilles te huilen: hun onsterfelijke natuur kwam in opstand om dit werk van de dood dat ze aanschouwden. Ze schudden hun hoofden en de lange manen bewogen, ze stampten op de grond met hun hoeven, en ze rouwden om Patroklos die ze ontzield wisten - verdwenen - nu zomaar een lichaam - zijn geest verloren - weerloos - zonder adem - naar het grote Niets teruggekeerd uit het leven. Zeus zag de tranen van de onsterfelijke paarden en hij had medelijden. ‘Op de bruiloft van Peleus’ zei hij, ‘had ik niet zo onnadenkend moeten handelen; beter was geweest om jullie niet weg te geven, ongelukkige paarden van me! Wat hadden jullie te zoeken daar beneden bij de beklagenswaardige mensheid die de speelbal is van het lot. Jullie, wie dood noch ouderdom wacht nu kwellen jullie tijdelijke rampen. De mensen hebben jullie deel gemaakt van hun ongeluk.’ De twee edele dieren bleven echter om de eeuwige ramp van de dood hun tranen storten. [pagina 10] [p. 10] Toen de wachter het licht zag 's Winters en 's zomers zat hij uit te kijken op het dak van de Atriden, de wachter. Nu heeft hij goed nieuws. Ver weg zag hij een vuur ontvlammen. En hij is blij; ook aan zijn inspanning komt een eind. Het is zwaar om dag en nacht in de warmte en in de kou, in de verte over de Arachneon te turen naar vuur. Nu is het verlangde teken verschenen. Als het geluk komt geeft het minder vreugde dan verwacht. Toch is duidelijk dit gewonnen: we zijn verlost van hoop en verwachting. Er staat de Atriden veel te wachten. Men hoeft niet wijs te zijn om dat te voorzien, nu hij het licht zag, de wachter. Daarom: geen overdrijving. Goed is het licht, ook zij die komen zijn goed, hun woorden en hun daden, ook die zijn goed. En laten we wensen dat alles in orde komt. Maar Argos kan het zonder Atriden stellen. Huizen zijn niet eeuwig. Velen zullen natuurlijk van alles te zeggen hebben. Wij moeten luisteren. Maar we zullen ons niet voor de gek laten houden door Onmisbaar, Uniek, Groot. Een andere onmisbare, unieke en grote zal altijd meteen gevonden worden. [pagina 11] [p. 11] De god verlaat Antonius Als plotseling om middernacht hoorbaar is hoe een onzichtbare stoet voorbij gaat met buitengewone muziek, met gezang - het geluk dat je in de steek laat, je ondernemingen die mislukten, de plannen voor je leven die illusies bleken, betreur ze niet zinloos. Als iemand die gereed is, als een dapper man neem je afscheid van Alexandrië dat vertrekt. Hou jezelf vooral niet voor de gek, zeg niet dat het een droom was, dat je gehoor je bedroog; zulke vergeefse hoop sta je jezelf niet toe. Als iemand die gereed is, als een dapper man zoals past bij dat je een dergelijke stad waard was, ga je zonder te wankelen naar het raam, en je luistert met ontroering, maar niet met het gesmeek en geklaag van lafaards, als een laatste genieting naar de geluiden, naar de buitengewone instrumenten van de mysterieuze stoet, en je neemt afscheid, van Alexandrië dat je verliest. Vorige Volgende