Drie jaar later, in 1986, kwam Teds eerste boek uit, Raafs reizend theater. Ik weet er niet veel meer van, wel dat het nu echt een verhaal voor kinderen was. Er zaten verwijzingen in naar homoseksualiteit als ik me goed herinner, maar niet zo uitgewerkt als bijvoorbeeld in de zes jaar eerder verschenen prentenboeken van Liva Willems. Ik denk dat het hem daar ook niet om was begonnen. In hetzelfde jaar kwam Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen uit en dat boek, geen proza maar gedichten voor oudere kinderen, is volgens mij het begin van de ware Ted van Lieshout. Het zijn mooie, doorvoelde gedichten, gedichten zoals niemand anders ze zou kunnen schrijven.
Bijna alle kinderboeken bevatten sjablonen. Ook Jip en Janneke zijn een soort marionetten. Het zijn huis-, tuin- en keukenmensjes, zoals ook hun ouders, zonder eigen gedachten of eigen gevoelens. Je kunt je niet voorstellen dat hun vader depressief zou kunnen worden of hun moeder overspelige neigingen zou kunnen hebben. De gevoelens die echte kinderen hebben ontbreken. Alles is weggewerkt in leventjes waarin alleen de regen op woensdagmiddag jammerlijk is, maar zelfs dat wordt weggewerkt in vrolijk binnen spelen. Er is geen binnenkant, geen zelf, zoals bij Ted van Lieshout.
Zijn boeken verkochten slecht. Dat leek me geen wonder, want telkens blijkt dat zijn verhalen of gedichten niet over het Jip en Janneke leven gaan. De dood, eenzaamheid, vervreemding, alles krijgt een plek terwijl het toch vaak over gezinnen, over gewone mensen, gaat. Voor veel volwassenen en kinderen was zijn werk geen geruststelling, maar verwarring, schrik, vervreemding. Dood is dood. Daar helpt geen moedertje lief aan en dat maakt het lezen moeilijk. Hij heeft een eigen universum geschapen, hij gaat niets uit de weg. Je moet het lezen, het tot je door laten dringen en er wat mee doen. Anders werkt het niet.
Hij heeft het onderscheid weggewerkt tussen literatuur voor kinderen en literatuur voor volwassenen. Hij heeft zich geen grenzen gesteld. Daar gaat het ook om in jeugdliteratuur. Toch blijf ik mij afvragen waarom hij ooit een verhaal voor volwassenen aan een kinderboekenuitgeverij heeft gestuurd. Waarom hij zegt dat kinderen de pot op kunnen. Waarom hij niet ‘gewoon’ voor volwassenen is gaan schrijven. Zou het kunnen zijn dat de dood van zijn vader en zijn broertje in zijn jeugd bepalend zijn gewor-