Eh, nee, niet echt.
Meneer Kuyper krijgt achtduizend gulden, zei u? Nou dan moet het aantal woorden in zijn boek in de vierde trede liggen.
Vierde trede?
Ja, de eerste trede is tussen 3.500 en 10.500 woorden, goed voor tweeduizend gulden, de tweede tussen 10.500 en 35.000, goed voor vierduizend, de derde tussen 35.000 en 70.000, en de vierde trede is tussen 70.000 en 105.000 woorden.
0, nou, ik heb toevallig zijn boek zitten tellen, zo van: zo veel woorden gemiddeld per regel maal het aantal regels per bladzijde maal het aantal pagina's, en dan kom ik uit op iets meer dan tachtigduizend woorden, dus dat klopt wel.
Nou, daar ben ik blij om.
Ja, eh, ik niet eigenlijk. Ik bedoel, ik sta op bijzonder goede voet met Sjoerd en ik vond zijn boek heel leuk, maar het is toch niet zo goed als het mijne, hoor, vind ik zelf.
Mooi, beter, best. Wie zal het zeggen, meneer. We hebben maar twee categorieën: goed en heel goed. Zowel het boek van meneer Kuyper als dat van u zijn beoordeeld als heel goed. Beter kan dus niet.
Ja, maar in geld uitgedrukt is het boek van Sjoerd toch twee keer zo goed als het mijne. Zo komt dat in elk geval op mij over. Eigenlijk.
Dat u dat zo voelt, geloof ik wel. Maar wij moeten volgens vaststaande afspraken verdelen, want anders is er geen beginnen meer aan.
Ja, dat begrijp ik wel. Maar u weet toch óók wel dat bij het schrijven van een boek niet het schrijven zelf moeilijk is, maar het schrappen? Het lukte mij om Gebr. van 300 bladzijden terug te schrappen tot 118 bladzijden. Sjoerd emmert in zijn verhaal door tot 190 pagina's. Het lukte hem niet om zijn verhaal tot de essentie terug te brengen.
Wij kunnen onmogelijk bepalen of er in een boek wel genoeg geschrapt is. Als een boek af is, is het nu eenmaal zo lang als het duurt.