Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 29
(2015)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| ||||
De lente is begonnen en ik zie het niet
| ||||
[pagina 204]
| ||||
moeder dat Mia is overleden. Juliette verwacht dat moeder haar schuld aan Mia's dood zal ontkennen: ‘En ze zou het weer draaien en keren tot het uiteindelijk níét haar schuld was’ (p. 73). Dan slaan bij Juliette de stoppen door: Ik denk dat ik doormidden scheurde, zoiets moet het zijn geweest. Ik moet op haar afgevlogen zijn, met mijn handen recht voor mij uit, zodat ze tegen de grond ging. En met haar ik ook. Met mijn hoofd op haar borsten hoorde ik haar brullen dat ik helemaal zot geworden was en ze mij zou laten opsluiten voor de rest van mijn leven. Zoals ze ons Mia alles had afgepakt, ons vader zijn hart had laten ontploffen en onze Louis het huis had uit gejaagd, zo zou ze van mij ook niks meer overlaten. Ik ging op haar zitten. Terwijl ze stampte, schopte, krabde en sloeg, greep ik haar hals beet en kneep het lawaai uit haar lijf. En nog zweeg ze niet. In een flits zag ik het broodmes op de keukentafel. Voor spijs en drank, voor dagelijks brood, wij danken u, oh Heer. (p. 75) Na haar daad wordt Juliette voor langere tijd in een heropvoedingskliniek opgenomen. Wanneer ze op haar drieëntwintigste weer buiten staat, wacht Louis haar op. Samen met zijn verloofde Rosa probeert hij tevergeefs Juliette de wereld weer in te trekken door haar te laten optreden als zangeres. Louis en Juliette maken elders een nieuwe start.
In het tweede deel van het boek verlegt Beerten het perspectief naar Wilfried, uitbater van het dorpscafé en gemankeerd profwielrenner. Louis en Wilfried raken bevriend en organiseren samen een wielerwedstrijd om publiek naar het café te trekken. Ook nu weer slaat het noodlot toe. Louis krijgt een hartstilstand bij de koers en overlijdt. Wilfried worstelt met zijn eigen verdriet en met de pijn van Juliette, op wie hij verliefd is geworden. Juliette ontkent Louis' dood en zet haar leven stil in afwachting van zijn terugkeer. Een breekijzer is nodig om beider verdriet te doorbreken. Die rol wordt onbewust maar met succes vervuld door Wilfrieds nichtje Lili, in de ogen van Juliette een ‘schoon kind’ (p. 190), maar in de ogen van Wilfried een ‘snotneus’ (p. 179): | ||||
[pagina 205]
| ||||
Niet te schatten, die snotneus. Zit ik al maanden mijn moed bijeen te rapen, loopt zij gewoon naar binnen bij Juliette, zit mee aan tafel, legt haar ook nog eens turnoefeningen op. En niemand die het haar heeft uitgelegd. Wat ze best zegt en doet, waarover ze vooral moet zwijgen. (p. 235) Het genezingsproces, beschreven in het derde deel van het boek, wordt afwisselend gezien door de ogen van Juliette en Wilfried. Juliette lijkt zich voorzichtig open te willen stellen voor het leven en voor Wilfried: ‘De knop omdraaien, meer is het niet. Zo hebben ze het mij gezegd. En dat ik alleen weet waar die knop staat’ (p. 251). | ||||
Alleen wie stilstaat versteentZo beschreven lijkt het een standaard verhaal over de liefde die alles overwint, maar Beerten overstijgt dit cliché. Eén mens is genoeg is een boek dat zich niet snel gewonnen geeft. Pas na een tweede lezing, toen de drang om de plot te kennen verdween, vond ik de rust om in de karakters te kruipen en ontdekte daarmee de schoonheid van het boek. Beerten kan als geen ander de innerlijke wereld van haar personages beschrijven. Bondig en niet sentimenteel beschrijft zij wat haar personages overkomt en geeft zij inzicht in hun verwoede pogingen om daar mee om te gaan. Zo vertelt Juliette: ‘Mij staken ze in een verbeteringsgesticht’ (p. 76) want ‘Ik was mezelf verloren’ (p. 79) en zoekt Wilfried een manier om de dood van vriend Louis te verwerken: ‘Ik reed en ik reed. Stilaan werd mijn kop toch wat leger. In het begin had ik het niet eens door. Zo ongemerkt gebeurde het’ (p. 169).
Ook in andere boeken van Beerten, zoals Lopen voor je levenGa naar voetnoot2 en het meermaals bekroonde Allemaal willen we de hemelGa naar voetnoot3 speelt de psyche van de personages een belangrijke rol. Alle personages worstelen met de ge- | ||||
[pagina 206]
| ||||
volgen van gebeurtenissen en van hun daden. In Lopen voor je leven moet Noor in het reine zien te komen met de dood van vriendin Linda en in Allemaal willen we de hemel maken de personages - in de context van de Tweede Wereldoorlog - keuzes die consequenties hebben waar ze mee moeten leren leven. Deze drie boeken gaan in essentie over wat treffend verwoord wordt in Allemaal willen we de hemel: ‘Ach kind, zei mijn moeder, je hebt een hart zo groot als de wereld. Diep ademhalen en verder lopen, zei ze ook nog. Alleen wie stilstaat versteent’ (p. 327). Verwerk dat wat je overkomt, neem verantwoordelijkheid voor de keuzes die je hebt gemaakt en vooral kom in actie. Het overdenken van de gebeurtenissen tijdens het lopen van de marathon loutert Noor. Ward, uit Allemaal willen we de hemel, redt zijn ziel door terug te keren naar België en zichzelf aan te geven en Juliette kan het leven weer voorzichtig omarmen door toe te geven dat Louis niet meer terugkomt. Gedurende het trage herstelproces realiseert Juliette zich: ‘De lente is begonnen en ik zie het niet’ (p. 186). Juliette opent langzaam haar hart. Beerten leert haar personages, in ieder geval in de drie genoemde boeken, en haar lezers met vallen en opstaan te kijken naar het ontluikende groen van de lente, symbool van een nieuw begin. | ||||
GoestingHet gebruik van het Vlaams gekleurde taalgebruik is een opvallend kenmerk in Eén mens is genoeg. De mate waarin Vlaamse zinsneden en uitdrukkingen gebruikt worden is sterker dan in bijvoorbeeld Allemaal willen we de hemel. In het boek staan uitdrukkingen als ‘“Ge moogt gerust zijn, Pa”’ (p. 18) en ‘“De mensen willen iets beleven als ze op café gaan”’ (p. 131) en veel typisch Vlaamse woorden, zoals de meerdere malen voorkomende werkwoordsvorm ‘hadt’ en een woord als ‘goesting’. Wilfried neemt Juliette mee naar de bioscoop, maar de gehoopte toenadering blijft uit: Geen kus uitgewisseld, niet eens een zucht geslaakt. Drie uur lang opbranden van de goesting. Zelfs uw grootste vijand wenst ge het niet toe. (p. 153) | ||||
[pagina 207]
| ||||
Beerten zelf zegt, in een interview met Bea Ros,Ga naar voetnoot4 dat omgaan met verlies een belangrijk thema is in het boek. Tijdens het schrijven beheersten verdrietige omstandigheden het privéleven van Els Beerten, waardoor het voor haar een persoonlijk boek is geworden: ‘Ik moest leren dat het normaal is iemand te verliezen.’ Het schrijven in het Vlaams hoorde daarbij en was een bewuste keuze. ‘Ik moest het gewoon proberen en mijn hart volgen. Dit is echter voor mij, mijn personages zouden anders echt vals hebben geklonken.’ Het Vlaams in Eén mens is genoeg versterkt de sfeer van onthechting en beklemming.
De schrijfstijl van Els Beerten is ingetogen of zoals Edward van de Vendel zegt: ‘rap en puntig met een minimum aan uitwaaiering.’Ga naar voetnoot5 Er staat geen woord te veel in. Zo is Juliette in de war als Lili haar voor het eerst bezoekt en haar overvalt met haar spontaniteit. Door de ogen van Juliette zien we dit als volgt: ‘Ze zucht, gooit haar haren over haar schouders en kijkt mij aan. “Naar het schijnt kunt gij nog veel beter zingen.” Als onze Louis hier was’ (p. 191). In deze laatste, slechts vijf woorden omschrijft Beerten treffend het verdriet en onvermogen van Juliette. Muziek wordt ingezet om de behoeften van de hoofdpersonages te verbeelden. Het lied Moonriver - ‘Het nummer van Juliette, altijd geweest’ (p. 249) - laat zien dat mensen elkaar nodig hebben om verdriet te overwinnen en Somewhere over the rainbow toont hun hunkering naar geluk.
Het met zo weinig woorden omschrijven van emoties leidt soms tot enige afstand bij de lezer. De aanloop naar de fatale ziekte van Mia en het overlijden van moeder bedraagt amper vijftig pagina's. Daarin krijgt de lezer hints over de psychisch zieke moeder (‘“Een mens is niet van ijzer, ons ma al helemaal niet”’, p. 18) maar komt er niet achter in welke mate dit tot de jonge Juliette doordringt, die heen en weer geslingerd wordt tussen boosheid, begrip en verdriet. Dat Juliette, door razernij gedreven, haar moeder ombrengt, komt daardoor toch enigszins onverwacht. | ||||
[pagina 208]
| ||||
Het schoon kindDe jeugd van Juliette wordt in het eerste deel van het boek met zevenmijlslaarzen beschreven, zoals ook Bas Maliepaard schrijft: ‘Alsof ze niet kan wachten om aan het echte verhaal te beginnen: dat over een getraumatiseerde jonge vrouw die haar toekomst uiteen ziet spatten en zich van de wereld afkeert.’Ga naar voetnoot6 Het tweede en het derde deel van het boek omspannen een korter tijdsbestek waardoor er meer rust in het verhaal komt. Beerten vertelt dat ze ervoor heeft gekozen om het tweede deel vanuit Wilfried te schrijven om te laten zien hoe de omgeving reageert op iemand als Juliette.Ga naar voetnoot7
Inzicht in de gestage verwerking van het verdriet krijgt de lezer in het derde deel, zoals gezegd, afwisselend door de ogen van Juliette en Wilfried. De auteur geeft hierdoor op een boeiende manier een beeld van het innerlijk van beide personages. Dat inzicht wordt versterkt door commentaar van andere personages op hun gedrag. Vooral de opmerkingen van Lily dragen hieraan bij. Dat ‘schoon kind’ veroorzaakt een reactie die laat zien wat er van binnen gebeurt en geeft de lezer daardoor een extra inkijkje in het verwerkingsproces. Het volgende voorbeeld illustreert dit.
Juliette nodigt Lili uit te blijven eten: Ze dekt de tafel. Drie borden, drie glazen, drie keer bestek. Als Lili later weer bij Juliette is: | ||||
[pagina 209]
| ||||
Opeens voel ik haar blik op mij. Deze interactie met derden maakt het beeld van de lezer over het onvermogen van Juliette en Wilfried compleet. Dat de beoogde geliefden elkaar uiteindelijk vinden, ligt erg voor de hand. Het einde van Eén mens is genoeg is daarmee minder verrassend dan het einde van Allemaal willen we de hemel.
Eén mens is genoeg doet qua stijl en thematiek denken aan Kom hier dat ik u kus van Griet op de Beeck dat ook in 2014 verscheen. Ook dit boek verhaalt over verdrietige gebeurtenissen binnen een Vlaamse familie en de gevolgen daarvan voor het leven van het hoofdpersonage. Het Vlaamse dorpsleven en de centrale rol van het koersen zijn ook te herkennen - zij het in geheel andere vorm - in De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst (2006) en bij Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won van Ivo Victoria (2009), eveneens twee romans voor volwassenen. De overeenkomsten met deze romans laten zien dat hoewel Eén mens is genoeg is uitgebracht als jeugdboek, de roman niet eenduidig als jeugdroman te typeren is. In Eén mens is genoeg staan universele levensvragen centraal, het is daarmee een leeftijdloos boek dat de potentie heeft om zowel jonge als volwassen lezers te raken. | ||||
Primaire literatuur
|
|