Want ik weet dat ik er eigenlijk anders uitzie. Gewoner.’ Dat slaat in elk geval niet op de schrijver, die het schrijven en schilderen afwisselt met het componeren van fuga's. Fuga's verzameld in Edition Geelen, Malträtiertes Klavier. Milde melodische rustpunten voor de luisteraar, Harrie's Kunst der Fuge. Wat moet een spiegel met het gezicht van zo'n homo universalis?
‘Je hoofd is een prullenbak die nooit geleegd wordt,’ laat hij zijn hoofdpersoon zeggen. Brokken verleden heeft hij vermengd met fictie en omgesmeed tot een hartverscheurend en tegelijk aandoenlijk verhaal, net als Imme dat heeft gedaan in Annetje Lie in het holst van de nacht.
Toen ik hoorde dat Annetje Lie in het Zweeds vertaald zou worden, was mijn eerste gedachte: Ja maar dat ‘holst’, wat gaan ze daarmee doen, dat sleutelwoord, dat vossenhol onder het dekbed?
De Zweedse vertaalster ging Nederlands leren om dit boek in haar taal om te kunnen zetten. Met ‘het holst’ wist ze geen raad. Wel met de ziel van het verhaal.
De rij wordt korter, de boeken kleiner en dunner, maar ze wegen niet minder zwaar. In Ik wil die van Imme staat op elke bladzij een schilderijtje van Harrie, stuk voor stuk een liefdesverklaring aan Ella, die alleen al door haar kapsel sterk doet denken aan de schrijfster. Ella heeft haar zinnen gezet op het enige paar rode schoentjes, dat nog over is in de winkel, iets aan de krappe kant. Mamma zwicht. De schoenen mogen naast Ella's bord en 's nachts op haar kussen. Ze mag erin naar oma.
Tijdens het voorlezen voel ik aan mijn tenen de queenies weer, de puntige wiebelschoentjes waarin ik strompel door die lange Leidsestraat. Ik, die maat 39 groot genoeg vond. Waarom bestond dit boek nog niet in de tijd van mijn queenies? Was ik even een café binnengeslopen en had ik gedaan als Ella. Schoenen uit, in de wc pot gaan staan en doortrekken. Bestaat er groter geluk?
Tijdens haar worstelingen met Homerus knabbelde Imme continue op worteltjes, bossen rauwe worteltjes. Elke keer dat ik haar zag was haar haar ietsje oranjener. Dat komt ervan, dacht ik, maar toen ik haar vertaling las overwoog ik zelf ook aan de worteltjes te gaan. Tot ik kort daarna Een heel lief konijn in handen kreeg.
‘Op een dag kreeg mevrouw Klein een staart. Ze wist niet wat ze zag.’ Zij op haar leeftijd. Radeloos was ze. Maar het werd erger. Ze kreeg oren.