Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 26
(2012)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
Column
| |
[pagina 120]
| |
Wat dat betreft lijkt het vertalen van boeken op lezen. Sinds 1995 heb ik bijna zestig kinder- en jeugdboeken uit het Nederlands in het Duits vertaald. Nog steeds verheug ik me bijna altijd 's ochtends op mijn werk thuis, in stilte. Bij sommige teksten kom je snel in een flow terecht, andere vergen uitgebreide fietstochten omdat het om poëtische taal gaat, of om humor. Soms moet ik dicht bij de tekst blijven, soms moet ik me losmaken van het origineel en iets nieuws verzinnen. Het gaat me om de mix van deze factoren, ik houd van afwisseling.
Neem nou de Mees Kees-serie van Mirjam Oldenhave, waarin het spel met taal heel belangrijk is. Een van de hoofdstukken heet: Jemo Etan der Slezen.Ga naar voetnoot1 Mees Kees laat de kinderen aan de hand van enkele voorbeelden zien hoe belangrijk het is om woorden correct af te breken.
Gelukkig kwamen in de Duitse vertaling al snel de Blumento-PferdeGa naar voetnoot2 opdraven en met behulp van de Wasserschi-Eber, het Kir-Schwein en de Schnauzbär-TigerGa naar voetnoot3 ontstond er zelfs een hele dierenverzameling, en zodoende ook een mooie titel van het hoofdstuk: Blumento-Pferde und andere tolle Tiere. Maar daarmee was ik er nog niet - later maakt de strenge directrice van de school geheel terloops een hele ‘schuifzin’. Omdat de kinderen zogenaamd om het volgende woord van een dictee schreeuwen, prijst ze de klas met de woorden: ‘Nee maar, de werklust is groot!’Ga naar voetnoot4
Het vinden van een oplossingGa naar voetnoot5 duurde een paar dagen en nog steeds denk ik na over een betere zin. Ik benader dit soort problemen door met behulp van internet (en vaak ook collega's) hardnekkig te gaan puzzelen en zoeken. Je uurloon is op zulke dagen ongeveer één euro, maar de voldoening na vijf gelukte woorden is minstens vijf keer groter dan na tweeduizend woorden meisjesboek. Dat is ook leuk om te doen, begrijp me niet verkeerd, maar het is van een andere orde. Door het snelle tempo dat je in dat genre als ervaren vertaler zonder kwaliteitsverlies kunt hanteren, raak je in een soort roes en staan je zinnen meestal in één keer goed op papier. Het is werk dat heel ontspannen kan zijn en bijvoorbeeld | |
[pagina 121]
| |
na hevig nadenken, lesgeven of een ingewikkelde tekst vertalen bijzonder prettig is.
Weer anders gaat het als heel hard zoeken, puzzelen noch tempo ergens toe leiden, maar je het van echte ideeën moet hebben, en misschien ook van je persoonlijkheid. Wellicht is dat wel het meest spannende en bevredigende vertaalwerk dat het beste duidelijk maakt waarom vertalen een creatieve bezigheid is en elke vertaler een andere tekst van een origineel maakt (en daarom ook terecht de auteur is van de vertaling, en auteursrechten heeft).
Een voorbeeld uit mijn eigen praktijk is het Vlaamse boek Hip en Pip van Loes Hazelaar met schitterende illustrates van Richard Verschraagen. Er zat een bijzonder leuk woordspel in: een vishandelaar heeft het hondje Pip gestolen en in zijn winkel verstopt, buurman Sjors komt hem samen met zijn grote en grommende hond Bor op het spoor en zegt tegen de visboer: ‘Het is een pit-bull met een boel pit!’
Ik heb alle grote Duitse hondenrassen alfabetisch laten passeren, maar er was er niet één waarmee je een goede zin zou kunnen maken. Dus schreef ik tam: Er ist ein Pitbull, die haben ganz schön Mumm en compenseerde het woordspel op een andere plek, waar de Duitse tekst een goede mogelijkheid bood. Dat is zeker een legitieme methode, maar toch bleef de tandeloze passage me enorm storen. Ik dacht verder na, met name in halfslaap 's ochtends in bed, onder de douche en op de fiets. En plotseling, net voor de tweede drukproefcorrectie, had ik het. Ik moest de viswinkel gebruiken. Er ist eben ein Pitbull und kein Goldfisch!
Mooi, mooi, al zeg ik het zelf!
Wat ik soms ook zelf probeer, is een boek dat ik heel erg goed vind aan te bieden bij een Duitse uitgeverij. Dat lukte me na jarenlang leuren met Bezoekjaren van Joke van Leeuwen, een van de mooiste boeken die ik ooit heb vertaald, maar erg vaak lukt dat ook niet. Zo ben ik nu al tien jaar onderweg met het prachtige Godje van Daan Remmerts de Vries. Ook Musje, mijn zusje van Selma Noort (2006), Een palm op de Veluwe van Trude de Jong (1999), Het huis van Oma van Anton van der Kolk (2005) en de Keizer-boeken (laatste deel 2005) van Koos Meinderts bied ik nog regelmatig | |
[pagina 122]
| |
met groot enthousiasme en zonder succes aan. Het lijkt alsof de meeste uitgevers vinden dat boeken een houdbaarheidsdatum hebben. En dat is voor iemand die voor belangrijke gebeurtenissen steevast opeens hoort: ‘Morgen! Morgen um diese Zeit,’ dachte Annika natuurlijk volstrekt onbegrijpelijk. |