binnen en elke 20 frank die ik spaarde, deed mijn collectie aangroeien. Kleine, beduimelde pockets waren het, met bruine pagina's en verhalen waarover mijn vader kon meepraten.
Zeventien werd een leeftijd om naar uit te kijken, want dan kon je zonder je ouders de wereld rond reizen. Je verstopte je in scheepsladingen, checkte in voor dure hotelkamers om de boeven aan de overkant van de gang te beloeren. Je bouwde vernuftige vallen, kon jezelf uit boeien bevrijden, boeven onder schot houden en met een grapje zette je slechteriken voor schut. Oerhollandse, ouderwetse helden waren deze jongens, die het opnamen tegen bendes en geen strobreed in de weg gelegd werden door ouders, autoriteiten of andere volwassenen. Voor vrienden, oudere mensen, vrouwen en kinderen stonden ze altijd paraat. Ze waren pienter en netjes en spraken met twee woorden. De jongens zochten het avontuur niet op, maar ach, toevallig kwamen ze steeds op het spoor van misdaad of werden ze geconfronteerd met onrecht en dan konden ze natuurlijk niet anders dan rechtvaardigheid laten zegevieren.
Maar aan die ouderwetse, Hollandse degelijkheid stoorde ik me niet, daarvoor waren de verhalen met te veel vaart geschreven en zinderde het gevaar te veel door het boek. Wat me het meest is bijgebleven van mijn Bas Banning omnibus is niet de ontknoping, maar de sfeer. Door het eerste verhaal waarde een klamme mist waarvan ik het zelfs onder de dekens koud kreeg. In het tweede verhaal trilde de hete lucht boven de zanderige gronden van de Veluwe. Nachtenlang was ik aan hun avonturen gekluisterd.
Ondertussen staan de boekjes weer in dozen op zolder. Want, hoezeer ik ze als kind ook verslonden heb, hoezeer ze de tand des tijds fysiek ook doorstaan hebben, ze zijn helaas niet bestand tegen het opgroeien van hun lezers. En ik wilde dat ik dat niet had ontdekte...
Aline Sax (1984) is een Vlaams auteur van jeugdboeken en adolescentenromans. Zij schreef onder meer Schaduwleven (2007), Wij, twee jongens (2006) en De laatste reis (2010).