Ik was een leeskind, in de eenvoudige tweedeling van Annie M.G. Schmidt, las alles wat los en vast zat en daartoe hoorden ook de boeken van mijn ouders. Uit hun boekenkast kwamen de in dikke kleren gehulde helden van De roep der pool, een dik, oud, blauw boek vol verhalen van poolreizigers, met zwartwit foto's in een middenkatern. Fridtjof Nansen, Roald Asmussen en vele anderen wier namen ik nu vergeten ben, van de poolreizigers die opgegeten werden - wat hun heldenstatus natuurlijk wat verkleint.
Zo'n kloeke globetrotter was ook James Bigglesworth ofwel Biggles, van Capt. W.E. Johns: ik spaarde trouw voor de prismapockets. Maar daarvóór had ik al kennisgemaakt met Bulletje en Bonestaak, in de prachtige reeks van A.M. de Jong (tekst) en George Van Raemdonck (beeld). En dankzij mijn moeder, ook zo'n leesmens, was de beer-met-maar-een-Heel-Klein-Beetje-Verstand Winnie-de-Poeh tot mijn intimi gaan horen. Nog in de vertaling van Nienke van Hichtum, en uiteraard met de tekeningen van Ernest Shepard. Ik was geschokt toen de Disney-versie de boekwinkels begon te overwoekeren en heb nog aardig moeten praten om mijn schoonmoeder ervan te overtuigen de zelf te haken badmat met Shepards versie te versieren en niet met die van Disney. Heel erg: als je nu op Google naar afbeeldingen zoekt, krijg je alleen nog maar die halfzachte rotbeer van Disney, tenzij je Shepard aan de zoekopdracht toevoegt.
Over naar andere helden. Ik beken: avonturen van Arie, Jan en Bob heb ik verslonden: Kabaal om een varkensleren koffer, Trammelant op Trinidad, enzovoort. Ik heb het over de Bob Evers-serie van Willy van der Heide. Ging waarschijnlijk om-en-om met Biggles. En daartussendoor nog de complete Joop ter Heul-serie, uit voornoemde ouderlijke boekenkast.
Maar mijn moeder ging onversaagd door met het aanbieden van verantwoorder leesgoed, zoals Het koffertje van An Rutgers-van der Loeff Basenau: alleen kan ik van die boeken geen helden herinneren, al vond ik ze onveranderlijk heel mooi. Van die boeken echter zijn er toch twee helden gebleven: Remi, uit Alleen op de wereld (ik heb het boek nog, ‘Sint-Nicolaas, 1959’, staat erin geschreven in mijn moeders handschrift) en Philip d'Aubigny, de jonge schildknaap en later ridder uit De schildknaap van Outre-Mer van Ronald Welch. (‘Voor je overgang van lyceum 1 naar gym 2’, idem), met zijn ontluisterende blik op kruistochten en veldslagen. Als ik het beheer had over een passend fonds jeugdliteratuur, zou ik het boek onmiddellijk opnieuw uitgeven, zeker nu.