En dan had ze ook nog een heel eiland voor zichzelf. Van haar vader gekregen!
De overige leden van ‘de Vijf’ tolereerde ik. Dick vond ik wel oké, maar erg braaf. Julian deed nogal eens heldhaftige dingen, maar was ook nogal ouwelijk. Annie vond ik het meest suf. Die deed vooral moederlijk en verbeet meer dan eens ‘dapper haar tranen’. Ze werd behandeld als een kleuter. Haar eigen broer stuurde haar dan naar bed en dan deed ze dat ook nog! Dat vond ik toen al belachelijk.
George heeft een stempel gedrukt op mij als lezer en schrijver. Later genoot ik van Onder moeders vleugels waarin Jo voorkomt, ook al zo'n eigengereid, sterk meisje.
En weer later genoot ik van het onbekende Drie meisjes in Salerno van Marcella d'Arle, waarin de onnavolgbare Lilli en haar twee vriendinnen een zomer in Salerno beleven. Lilli is stoer, maar heeft een gevoelig hart. Jumbo is traag, goeiig en houdt van snoepen en Nora is pragmatisch en zakelijk. Ik heb het boek uit het nonnenbibliotheekje weten te redden, de plek waar ik ooit voor het eerst boeken leende. En ik heb het nog steeds.
Mensen zeggen wel eens dat je de boeken uit je jeugd niet moet herlezen. Maar zeker voor dit laatste boek geldt dat de heldinnen fier overeind blijven. Dat ik nog steeds eerst hardop zit te grinniken en dan weer geroerd of gespannen verder lees.
Al deze meisjes samen hebben later de basis gelegd voor mijn hoofdpersonages uit onder meer Negen Open Armen en De Hemel van Heivisj.
Benny Lindelauf (1964) schrijft kinder- en jeugdboeken. Voor Negen Open Armen ontving hij in 2005 de Thea Beckman Prijs en de Gouden Zoen. De Hemel van Heivisj werd bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs en de Dioraphte Jongeren Prijs.