op de fiets moet om mij heen
in een bocht. En een bocht
is wel een soort van buigen.
(Buigen uit: Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel, 1990)
De toon van de gedichten in deze bundel is vaak relativerend, soms ook spottend, terwijl een goede portie humor niet ontbreekt.
Maar in mij woedt een storm; ik bots in onweer
op elkaar, al toont zich niets op mijn gezicht
want huid trekt rond het razen dicht.
(fragment uit: Ik ben een wolk uit: Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel, 1990)
De gedichten zijn afgedrukt in de illustraties, die door middel van verschillende technieken tot stand zijn gekomen. Van Lieshout vindt het belangrijk dat kinderen de achtergrond van de illustraties kennen en achter in het boek worden dan ook de technieken per gedicht toegelicht. In woord en beeld zoekt Van Lieshout steeds naar nieuwe technieken en stijlen. Zijn visie op kunst verwoordde hij op een uitermate persoonlijk manier in Stilleven, waarin hij kunstwerken en stijlen verrassend met elkaar confronteert.
Zijn doel om kinderen en kunst dichter bij elkaar te brengen komt ook naar voren in zijn Papieren musea, waarvan nu drie delen zijn verschenen. In bijvoorbeeld het tweede deel met de veelzeggende titel Ik schrijf men komt binnen brengt hij bijna zestig gedichten van evenzoveel dichters samen in verschillende zalen van het museum, waarbij steeds twee gedichten die thematisch bij elkaar horen worden gepresenteerd, aangevuld met illustraties, foto's en computerbewerkingen.
Van Lieshout mag een waar ambassadeur voor poëzie voor kinderen en jongeren genoemd worden. Door veel aandacht te schenken aan de vormgeving van zijn eigen bundels, weet hij zijn poëzie voor een groot publiek toegankelijk te maken. Maar Van Lieshout vindt het ook belangrijk dat andere, veelal nog onbekende, dichters de kans krijgen om te publiceren, juist in een tijd dat het steeds moeilijker wordt voor uitgevers om gedichtenbundels te publiceren. Mede op zijn initiatief kwam het jaarboek Kwam dat zien! Kwam dat zien! in 2008 op de markt. Op een heel bijzondere manier, jeugdpoëzie als circusvoorstelling, is Van Lieshout erin geslaagd het werk van meer dan vijftig dichters bij elkaar te brengen.