van een illustrator, laat staan om een item te wijden aan die ene debutant die nu al verbaast en morgen waarschijnlijk heel veel mensen zal omverblazen.
Er wordt op veilig gespeeld. De voorkeur gaat naar Dan Brown - met in de rand de zogenaamd kritische vraag of hij zijn succes wel heeft verdiend, en naar J.K. Rowling - met dezelfde zogenaamd kritische vraag. Die wordt dan wel beantwoord door Piet, Miet, de bakker en zijn buurvrouw, en niet door iemand die thuis is in de boeken of het werk van Brown of Rowling in het bijzonder, maar ach: het doel is niet de smaak te vormen, je moet als medium een spiegel zijn.
Veel mensen maken zich druk over de verslappende aandacht voor cultuur. De meeste mensen zijn genoodzaakt zich daar innerlijk over op te winden, dat is vervelend voor ze. Ze willen wel een uitgebreid stuk schrijven, maar er is geen plaats voor in de krant. Ze willen wel tijd maken om hun onderbouwde mening te geven, maar er is geen tijd voor op de televisie.
Time goes by, zingt Madonna aan het begin van Hung up, maar het is te vroeg om de rest van de hit te zingen.
Eind oktober 2005 maakte een belangrijke Belgische krant een bladzijde vrij voor een grote foto van Madonna. Om haar heen stond een beschouwend, tikje monkelend stuk, waarin de journalist liet weten dat de lezer zich geen zorgen hoefde te maken. Het kwam binnenkort weer goed met Madonna, als haar nieuwe cd uit was. Ze had er de laatste jaren een potje van gemaakt, met die verhuis naar het Engelse platteland en haar bijbaantje als kinderboekenschrijfster, maar pas op: Madonna was nog altijd een moderne vrouw. Wat de kwaliteit van haar boeken ook is, de boodschap van de journalist was wat mij betreft enigszins beledigend. Het is niet omdat je kinderboeken schrijft, dat het dan slecht met je afloopt.
Toen leefde ik nog in het tijdperk van de brief. In dat tijdperk overwoog ik bij het minste geringste om voor de goede zaak in de pen te klimmen, en mijn kostbare tijd te gebruiken voor het helder en scherp verwoorden van een aantal argumenten pro of contra. De goede zaak was doorgaans de kinder- en jeugdliteratuur, en ik deed het, omdat ze ergens alweer was vergeten, of betutteld of in drie regels afgehandeld.
Het was een aangenaam tijdperk, ik moet het toegeven. Ik beleefde erg veel plezier aan de denk- en schrijfoefeningen. Ik werd er ook almaar beter in.
Mijn langste brief ging naar een reclamebedrijf dat voor een Belgische kwaliteitskrant een radiospot had gemaakt, omdat er een boek van mij cadeau werd gegeven in ruil voor spaarpunten. Ik kan je de spot laten horen, maar ik wil het gezellig houden. Beter kan ik proberen de spot na te doen, dan doe ik iemand na die mij nadeed, dan is er toch iets grappigs aan: