Waarom ik een Hofman heb
Van bewonderaar tot verzamelaar
Elly Nannings
Vele jaren geleden was ik - met Wim Hofman en een aantal anderen - lid van de redactie van het tijdschrift Leesgoed. Tijdens de geanimeerde redactievergaderingen kwamen we elkaar regelmatig tegen, wisselden ervaringen en ideeën uit.
Toen ik de redactie verliet, schreef ik een briefje aan Wim, en voor ik met mijn ogen kon knipperen lag er al een antwoord op de mat! Dat vroeg natuurlijk om een reactie en voor ik het in de gaten had was ik verzeild in een ouderwetse, uitgebreide briefwisseling. Wims brieven waren uitermate onderhoudend en ze arriveerden met een ijzeren regelmaat, handgetypt op een oud schrijfmachientje.
Zo'n penvriend nodig je natuurlijk uit bij de grote feiten des levens en zo kon het gebeuren dat het eerste Hofman-plaatje, een grijs-rood paneeltje met vliegtuigjes c.q. vogels, bij ons door Wim hoogstpersoonlijk werd bezorgd op de dag voorafgaand aan het feest ter ere van ons 25-jarig huwelijksjubileum. Helaas, hij had zich in de datum vergist! Maar niet getreurd, we hebben gezellig thee gedronken tussen de gigantische rommel en we hebben het prentje vol vreugde in ontvangst genomen.
Mijn tweede prent kocht ik op een tentoonstelling bij boekhandel Donner. Het stelt een soort vrolijke duveltjes-uit-doosjes voor, die mij sterk deden denken aan een prachtige, aansprekende poster die Wim een paar jaar daarvoor ontworpen had met het oog op de Kinderboekenweek.
Mijn derde prent ten slotte (een soort stoorworm!) kreeg ik volstrekt onverwacht cadeau bij mijn afscheid van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Hij is nog zo vers, dat hij nog geen plekje heeft gekregen, maar dat komt nog wel. De muur is groot, en anders gaat iets anders ervoor wijken.