Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 19
(2005)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
Vakliteratuur en meerGa naar voetnoot1.
| |
Uit de nalatenschap van Gerrit Jacob BoekenoogenDe taal- en letterkundige Boekenoogen (1868-1930) was een gedreven verzamelaar van volksvertellingen en kinderprenten. Hij promoveerde in 1896 in Leiden op De Zaansche Volkstaal en was jarenlang redactielid van het Woordenboek der Nederlandse Taal. Zijn verzameling wordt beheerd door het Meertens Instituut en omvat negenduizend kinderrijmen en -liedjes en zo'n duizend volksverhalen. Een deel van die collectie wordt ontsloten door de onlangs verschenen verzameling Vertelcultuur in Nederland, die is samengesteld door Theo Meder en Cor Hendriks. Eerder al verscheen Vertelcultuur in Waterland (2001) dat de verzameling vertellingen bevat die huisarts Cornelis Bakker aan Boekenoogen ter beschikking stelde. Cornelis Bakker (1863-1933) was een echte veldwerker. Hij tekende als plattelandsarts in Broek in Waterland sprookjes, sagen, grappige vertellingen en persoonlijke verhalen ‘uit de volksmond’ op. Hij heeft in de periode 1898-1916 ruim 500 verhalen opgetekend, variërend van bekende sprookjes, sagen over heksen en tovenaars tot meer moderne moppen. Het nieuwe boek kreeg een uitgebreide inleiding over Boekenoogen en zijn correspondenten en een verantwoording. Boekenoogen werkte in de traditie van de gebroeders Grimm; het ging hem om verhalen waarin tovenaars, heksen, | |
[pagina 145]
| |
weerspreuken, spotnamen en volksgeneeskunde een rol spelen. Net als de Gebr. Grimm herschreef hij soms de ingezonden vertellingen. Meer dans eens kondigde hij aan een variant te willen maken op de Sprookjes van Grimm. Dat is er nooit van gekomen.
Theo Meder en Cor Hendriks, Vertelcultuur in Nederland - Volksverhalen uit de collectie Boekenoogen. Aksant, 830 blz. ISBN 90 5260 182 8. € 39,90. | |
Uit de boeken 2005Het derde jaarboek van NCJ/Villa Kakelbont is verschenen: Uit de boeken: een jaar jeugdliteratuur bekeken. Het jaarboek bevat bijdragen over jeugdliteratuur en biedt een overzicht van relevante adressen. Belle Kuijken bekeek de prentenboekenproductie. Is er inderdaad een Vlaamse school illustratoren, zoals in de vakliteratuur vaak gesteld wordt? An Stessens bespreekt wat zij het opvallendste vond uit de kinderboekenwereld in het afgelopen jaar. Herman de Graef bekijkt de tendensen in de boekenproductie voor adolescenten en presenteert zijn tien favoriete boeken voor twaalf plus. Naar aanleiding van het Hans Christian Andersenjaar schrijft Vanessa Joosen over de stand van zaken rond de sprookjesverhalen van nu. Katrien Vloeberghs ten slotte analyseert hoe de extreme onmenselijkheid van de holocaust in de jeugdliteratuur wordt aangepast aan een jong publiek. Naast een overzicht van de prijzen die in 2004 werden uitgereikt met citaten uit de juryverslagen, biedt het jaarboek een selectie van tien belangrijke sites over jeugdliteratuur en een adressenboek van mensen uit het vak (auteurs, illustratoren, vertalers, recensenten, boekhandels, uitgeverijen en organisaties). Verspreid over dit alles staan lijstjes met vijf titels: de ontdekkingen van 2004, aanbevolen door leesbevorderaars, illustratoren, leraars, boekhandelaars en andere deskundigen.
Uit de boeken: een jaar jeugdliteratuur bekeken / Eva Devos (red.). Antwerpen, NCJ/Villa Kakelbont, 2005, 148 blz. ISBN 90 75942 53 2. € 19,95. | |
Griffels en Penselen voortaan gescheiden uitgereiktDe CPNB scheidt met ingang van dit jaar de uitreiking van de Griffels en Penselen. Alle Griffelwinnaars worden tevoren bekend gemaakt, maar wie van hen de Gou- | |
[pagina 146]
| |
den Griffel zal krijgen, wordt pas verteld op 4 oktober tijdens het Kinderboekenbal, waarmee de Kinderboekenweek 2005 wordt geopend. De Griffelwinnaars worden voortaan in mei bekendgemaakt. De uitreiking van deze prijzen geschiedt in oktober tijdens Het Groot Kinderboekdiner, meteen voorafgaand aan het Kinderboekenbal. Op het aansluitende Bal wordt vervolgens in het bijzijn van genodigden onthuld welke van de Zilveren Griffels Goud wordt. De Penselen worden uitgereikt op de opening van een jaarlijks te houden expositie van kinderboekenillustraties. Daartoe zijn de CPNB en het Centraal Museum te Utrecht een meerjarige verbintenis aangegaan. De eerste prijsuitreiking en de opening van de tentoonstelling waren op 21 mei. De CPNB streeft met deze veranderingen een aantal verbeteringen na. De loskoppeling van de Penselen en Griffels én het plaatsen van de Penselen in een artistieke omgeving, bieden meer mogelijkheden de specifieke kwaliteiten van kinderboekillustraties onder de aandacht te brengen. | |
Wim Hofman: 65 jaarOp 2 februari 2006 wordt Wim Hofman 65 jaar. De onlangs opgerichte Stichting de Stoorworm is druk bezig met de voorbereiding van de viering van dit jubileum. Stichting de Stoorworm wil in 2006 het werk van Hofman, schrijver, illustrator en beeldend kunstenaar, op provinciaal en landelijk niveau centraal stellen bij een breed publiek. Wim Hofman mag zich met zijn twee gouden griffels, verschillende zilveren griffels, twee keer een gouden penseel en een zilveren penseel, de Nienke van Hichtumprijs, de Woutertje Pieterse Prijs en de Theo Thijssenprijs een gerenommeerd auteur en illustrator noemen. In 2001 werd hem de Thermphos Cultuurprijs Vlissingen toegekend en in 2002 de Zeeuwse prijs voor Kunsten en Wetenschappen. Het Letterkundig Museum bereidt een overzichtstentoonstelling voor (februari tot en met juli 2006), die daarna in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg te zien zal zijn. Ook elders in Zeeland, waar Hofman geboren is en nog steeds woont, zullen tentoonstellingen worden georganiseerd. De festiviteiten zullen begin september starten met een feestelijke opening in het stadhuis van Vlissingen, de stad die een sleutelrol heeft in het werk van Wim Hofman. Alle informatie is te vinden op de - overigens schitterende - website van Stichting Stoorworm [www.stoorworm.nl], die regelmatig nieuwsbrieven op de site zal zetten. | |
[pagina 147]
| |
Tentoonstelling Ingrid en Dieter SchubertZaterdag 5 februari 2005 is onder grote belangstelling de tentoonstelling geopend ter gelegenheid van 25 jaar prentenboeken van Ingrid en Dieter Schubert. De tentoonstelling in Kasteel Groeneveld in Baarn is geschikt voor jong en oud. Vooral op de enorme zolder valt ook voor het jonge publiek veel te zien en te doen. De verdieping daaronder wordt gedomineerd door een flinke hoogslaper met daaronder - jawel, een krokodil. Er ligt een krokodil onder mijn bed vormde in 1980 het debuut van dit succesvolle illustratorenechtpaar, dat hun geboorteland Duitsland in 1977 verruilde voor Nederland, waar ze gingen studeren aan de Rietveldacademie. Het prentenboek vormde hun afstudeerproject. Nu, 25 jaar later, zijn heksje Platvoetje, Monkie, maar ook Woeste Willem niet meer weg te denken uit de kinderkamer. Uitgever Lemniscaat maakt van 2005 het Schubertjaar, met speciale uitgaven, een Schubertwedstrijd en feestelijke acties. In januari verscheen de verzamelbundel Platvoetje & Co en een maxi-uitgave van Monkie. Krokodil is jarig is de titel van het fraaie, tekstloze jubileumboekje. Boekhandels kunnen een Schubertwedstrijd organiseren. Kinderen moeten dan nieuwe schoenen voor Platvoetje de heks ontwerpen. De mooiste schoen van iedere winkel wordt beloond met drie Schubert-prentenboeken naar keuze en bovendien wordt de winnaar uitgenodigd om de tentoonstelling op Kasteel Groeneveld te bezoeken, waar de winnende schoenen zullen worden tentoongesteld. Bij de tentoonstelling is een speciale website gemaakt: Monkie, Platvoetje & Co [www.platvoetje.nl]. De tentoonstelling is tot 9 januari 2006 te bezichtigen. | |
In Memoriam: Tonny Vos-Dahmen von BuchholzOp 12 februari jl. overleed kinderboekenschrijfster Tonny Vos-Dahmen von Buchholz (15 maart 1923 - 12 februari 2005). Ze debuteerde in 1964 met Divico, een historische jeugdroman die speelt in de ijzertijd, zo'n 200 voor de jaartelling. Over Sven, de zoon van een noorman en een lerse moeder uit de 9e eeuw, maakte ze drie verhalen, die erg succesvol waren. Het eerste verhaal in deze serie heet De Wiking van Walacra. Voor het tweede deel, Arenden vliegen alleen kreeg de schrijfster in 1975 een Zilveren Griffel. Het derde deel, De nieuwe vrijheid leverde haar een eervolle vermelding bij de Europese Prijs (Padua) voor kinderliteratuur op. In 1984 ontving ze opnieuw een Zilveren Griffel, nu voor Van rendierjager tot roofridder. Tonny Vos maakte altijd een uitvoerige voorstudie van haar onderwerp. In | |
[pagina 148]
| |
haar verhalen verwerkte ze uitvoerige historische informatie, waarmee ze oude tijden tot leven brengt. | |
In Memoriam: Annie MoerkerckenOp 3 februari 2005 is Annie Moerkercken - een van de coryfeeën uit het naoorlogse openbare (jeugd)bibliotheekwerk - overleden. Ze is 92 jaar geworden. Geboren in 1913 in Zoetermeer kwam zij in 1936 in dienst bij Louise Boerlage, in de Nutskinderleeszaal in Amsterdam. Daar maakte ze kennis met het bibliotheekwerk. Het zou haar leven verder bepalen. In 1939 begon zij - tegelijk met Annie M.G. Schmidt - de directeurscursus in Den Haag. De dames mochten elkaar, ze bewoonden gezamenlijk een zolderetage aan de Zeekant in Scheveningen. Na de oorlog scheepte Annie Moerkercken zich in naar Batavia waar zij directrice werd van de openbare bibliotheek, midden in de roerige tijd van de politionele acties. Na haar terugkeer in Den Haag hield ze zich aanvankelijk op verzoek van Van Swigchem (de toenmalige directeur van de Openbare Bibliotheek Den Haag) bezig met de sanering van de wisselcollecties, maar toen in 1952 een congres ‘Boek en Jeugd’ werd georganiseerd, was zij daar ook aanwezig. Dit congres vormde de opmaat voor de oprichting van het Bureau Boek en Jeugd, waar zij lange tijd leiding aan zou geven. Het kleine bureau groeide al snel uit tot het centrale inlichtingenbureau voor het jeugdbibliotheekwerk in Nederland. Het tijdschrift En nu over jeugdliteratuur (nog steeds bestaand onder de naam Leesgoed) werd door haar opgericht en zij startte in 1965 samen met de CPNB de jaarlijks verschijnende reeks Gids Boek en Jeugd. De jaarlijkse bijscholingsdagen voor jeugdbibliothecarissen in Woudschoten werden legendarisch. Het was een bruisende tijd, waarin het jeugdbibliotheekwerk werd versterkt, niet in het minst door de verbetering van de opleiding, de vele internationale contacten die Annie onderhield, en haar goede relaties met het uitgevers- en boekenvak. Haar relaties met de Centrale Vereniging voor openbare bibliotheken, waarin het Bureau Boek en Jeugd begin zeventiger jaren werd ondergebracht, waren heel wat turbulenter. Zij stond voor haar zaak, was een vrouw om rekening mee te houden en heeft uiteindelijk veel bereikt. Degenen die haar gekend hebben zullen dat zeker beamen. Voor meer informatie: Pioniers van het jeugdbibliotheekwerk; dertien portretten. Den Haag: Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum, 1986. |
|