Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 19
(2005)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 83]
| ||||||||||||
De vier dochters van Dr MarchGa naar voetnoot1.
| ||||||||||||
Kinderliteratuur vertalen en bewerkenNiet alleen is de voor de jeugd bestemde literatuur heel divers, onder critici bestaat nauwelijks overeenstemming over aard en functie van die literatuur. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er evenmin consensus bestaat over wat ‘goede’ kinderboeken zijn of over de vraag hoe jeugdliteratuur vertaald zou moeten worden. Zowel de keuze van te vertalen kinderboeken als de vorm van de uiteindelijke vertalingen lijkt bepaald door uiteenlopende en vaak tegenstrijdige factoren en doelstellingen. Critici hebbenvastgesteld dat bij het vertalen van kinderliteratuur vaak drastische aanpassingen voorkomen (Oittinen, 2000; Ben-Ari, 1992; Klingberg, 1986). Die sterke voorkeur voor bewerking en adaptatie wordt doorgaans toegeschreven aan opvattingen over de cognitieve beperkingen van kinderen en aan het educatieve karakter van kinderliteratuur (zo bijvoorbeeld Shavit, 1986, blz. 112-13). De criticus Göte Klingberg meent dat bij het vertalen van kinderliteratuur vier pedagogische motiveringen meespelen, twee die een vertaling dicht tegen de brontekst laten aanleunen en twee die mogelijk tot adaptatie leiden. De vertaling kan erop | ||||||||||||
[pagina 84]
| ||||||||||||
gericht zijn kinderen vertrouwd te maken met werk van literaire waarde. In dat geval zal de vertaler aandacht besteden aan het esthetische karakter van de brontekst. Een ander doel is kinderen kennis van vreemde landen en culturen bij te brengen, met als ethische motivatie het bevorderen van solidariteit en tolerantie. Ook in dit geval zal de vertaling dicht bij de brontekst blijven en vreemde cultuurelementen behouden. Een derde pedagogische overweging is erop gericht kinderen teksten aan te bieden die vooral gemakkelijk toegankelijk zijn en puur leesplezier verschaffen. En ten slotte kan de vertaler beogen kinderen gepaste waarden en normen bij te brengen, wat een ethische of ideologische doelstelling inhoudt. De laatste twee gevallen gaan algauw gepaard met inhoudelijke veranderingen (Klingberg, 1986, blz. 10). De pedagogische aspecten van kinderliteratuur kunnen een vertaling dus op heel verschillende manieren bepalen. Grof gesteld kan men zeggen dat, afhankelijk van de wijze waarop een vertaler de vreemde elementen in een brontekst waardeert en de kennis van het kind om met het vreemde om te gaan inschat, de vertaler van een kinderboek ofwel vervreemdend ofwel assimilerend te werk zal gaan. In dit laatste geval vervaagt het verschil tussen vertalen en bewerken. Al deze overwegingen zijn van toepassing op het vertalen en bewerken van ‘klassieke’ kinderliteratuur. | ||||||||||||
Klassiekers in de kinderliteratuurAl naar gelang de origine van de brontekst onderscheiden de meeste critici drie types klassieke kinderboeken. Zo spreekt Emer O'Sullivan van:
Het proces waarmee een tekst klassieke status verwerft, verloopt bij kinderboeken anders dan bij boeken voor volwassenen. Enerzijds bepalen populariteit, duurzaamheid en commerciële waarde de klassieke status van een boek. Om klassiek te worden en te blijven moet een kinderboek gedurende meer dan één generatie aftrek vinden, zowel onder kinderen als onder volwassenen (O'Sullivan, 2000, blz. 395; Brantas, 1994, blz. 153; Watson, 1994, blz. 32-34; Griswold, 1992, blz. viii). Anderzijds ziet men literaire waarde, vernieuwende functie en lovende besprekingen als voorwaarden om een kinderboek klassiek te noemen | ||||||||||||
[pagina 85]
| ||||||||||||
(Frey en Griffith, 1987, blz. vii; Griswold, 1992, blz. x; Watson, 1994, blz. 32; Brantas, 1994, blz. 154; Nodelman, 1985, blz. 9-11). In de eerste overweging (populariteit), staan de kind-lezer en zijn of haar voorkeur centraal, terwijl het argument van de literaire kwaliteit een volwassenenvisie laat zien. Die tweespalt verleent de kinderliteratuurklassieker een zekere ambivalentie. Net zoals boeken op verschillende gronden de status van klassieker kunnen verwerven, laten klassiekers zich op verschillende manieren vertalen. Nadruk op literaire waarde resulteert in de regel in brontekstgerichte vertalingen. Het vooropstellen van leesplezier kan betekenen dat radicale aanpassingen nodig zijn om de tekst vooral genietbaar te maken. Daar komt bij dat klassiekers vaak oudere teksten zijn die als ‘verouderd’ geldende waarden en normen propageren. Dat kan in de vertaling tot veranderingen leiden om ideologische redenen. Omdat bij het vertalen van klassiekers zo ongeveer alles mogelijk is, hebben onderzoekers behoefte aan termen om die uiteenlopende vertaal- en bewerkingspraktijken te benoemen. Zo maakt Quirin van Os in navolging van Paul Claes (1988) gebruik van begrippen uit de klassieke retorica bij de vergelijking van Nederlandse versies van het Odysseus-verhaal bestemd voor volwassenen en voor kinderen (Van Os, 1996, blz. 171-172). De beschrijvende categorieën die de critici hanteren, overlappen elkaar uiteraard. Ten behoeve van de onderstaande analyse onderscheid ik vier soorten ingrepen. Eerst is er weglating, gericht op het buiten de deur houden van al wat ongewenst is. Weglating kan op grote of kleine schaal toegepast worden en verschillende aspecten van de tekst treffen, zoals karakterisering of vertellersstandpunt. Vervolgens is er purificatie, dat ook als een selectieve vorm van weglating gezien kan worden. Purificatie weert alleen bepaalde elementen of past die aan, bijvoorbeeld omdat de vertaler ze in hun oorspronkelijke vorm als storend ervaart. Op die manier wordt een vertaalde tekst aanvaardbaar gemaakt voor de doelcultuur. Een derde ingreep bestaat uit substitutie, het vervangen van elementen uit de broncultuur door elementen van de doelcultuur die geacht worden een vergelijkbare gevoelswaarde te bezitten. Een doorgedreven vorm van substitutie is ‘localisatie,’ waarbij alle broncultuurelementen in doelcultuurelementen worden omgezet en een boek dat oorspronkelijk bijvoorbeeld in New York speelde nu Amsterdam als decor krijgt. Vertalers die niet hun toevlucht nemen tot substitutie maar hun jeugdige lezers ook niet willen overdonderen met vreemde cultuurelementen, zullen de vreemde begrippen, verwijzingen of gebruiken doorgaans uitleggen. Dat kan discreet gebeuren door het inlassen van een paar extra woorden, maar soms treft men hele bijkomende passages of uitgebreide antropologisch getinte voetnoten aan. Ten slotte is er de ingreep van het aanbrengen van vereenvoudigingen. Hoewel de brontekst zich meestal tot een impliciete kind-lezer richt, kan de vertaler een | ||||||||||||
[pagina 86]
| ||||||||||||
heel andere impliciete kind-lezer op het oog hebben. Door de bank genomen komt vereenvoudiging voort uit het taxeren van het cognitieve vermogen van het beoogde lezerspubliek. | ||||||||||||
De vier dochters van Dr MarchIn wat volgt zal ik Louisa May Alcotts boek Little womenGa naar voetnoot3. nader bekijken. Het boek, dat voor het eerst in 1868 verscheen, wordt algemeen als een klassiek meisjesboek beschouwd. Het verhaal speelt zich af tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog en bestrijkt een jaar in het leven van de vier dochters van dominee March, Jo, Beth, Meg en Amy. Doordat dominee March, die dienst heeft genomen in het leger, zijn vermogen heeft verloren bij een poging een ongelukkige vriend te helpen, moeten de oudste twee meisjes in hun eigen onderhoud voorzien. Little women is in vele talen vertaald en bewerktGa naar voetnoot4. en heeft de laatste jaren ook in de Engelstalige wereld heel wat kritische aandacht gekregen.Ga naar voetnoot5. De eerste Nederlandse vertaling van Little women introduceerde het genre ‘meisjesboek’ in Nederland en Vlaanderen. De tekst die ik onder de loep neem, is De vier dochters van Dr March vertaald door Attie Spitzers en uitgegeven door Hemma in 1993. De vertaling verscheen in de ‘Jeugdclub’-reeks, een serie die klassiekers uitbrengt voor een groot publiek. De uitgever staat bekend als producent van goedkope series voor kinderen (Krikhaar 1990, blz. 192). Met dit gegeven voor ogen kunnen we een vertaalstrategie verwachten die vooral de populaire aspecten van de klassieker in acht neemt. Eerdere vertalingen van Little women waren verschenen onder de titel Onder moeders vleugels, maar Attie Spitzers heeft voor een zakelijker titel gekozen, De vier dochters van Dr March. De nieuwe versie wordt overigens niet als een vertaling aangeboden maar als een bewerking ‘naar Louisa May Alcott’, zoals de titelpagina aangeeft. Dit is een eerste indicatie dat deze versie verregaande aanpassingen te zien zal geven, een verschijnsel dat in de kinderliteratuur niet ongewoon is. ‘Met dit boek wordt een prachtig beeld geschetst van het Amerikaanse leven in de tweede helft van de XIX eeuw’, staat op het omslag. Dat doet vermoeden dat het behoud van vreemde cultuurelementen deel uitmaakt van de doelstelling van de vertaler. Maar deze doelstelling staat op gespannen | ||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||
voet met de commerciële overwegingen
die juist vaak, maar niet altijd, op een vlot leesbare tekst mikken. Het Amerikaanse origineel is niet op een specifieke leeftijdsgroep gericht en wordt door zowel jongere als oudere lezers gelezen. De Nederlandse versie bevat geen vermelding van een beoogde leeftijdsgroep maar richt zich duidelijk op een heel jong publiek. Dat leid ik af uit de illustraties, die de romanfiguren als veel jonger voorstellen dan ze in het verhaal zijn. In de tekst zelf zijn de beschrijvingen van de figuren fors ingekort. Verwijzingen naar hun leeftijd zijn weggelaten of vaag gehouden. Het boek is drastisch ingekort. De Nederlandse versie is ruim éénderde van het origineel (37% van het aantal woorden) om de eenvoudige reden dat alle boeken in de ‘Jeugdclub’-serie nu eenmaal 160 pagina's tellen. De doeltekst bevat tien hoofdstukken terwijl het origineel er 23 heeft: acht hoofdstukken zijn geschrapt, drie zijn sterk ingekort, twaalf hoofdstukken zijn paarsgewijs bij elkaar gevoegd en één hoofdstuk in de Nederlandse versie heeft geen tegenhanger in de brontekst. Laat ik eerst de weglatingen op macroniveau, veranderingen in karaktertekening, thema en structuur en het effect daarvan bekijken. Vervolgens ga ik in op de veranderingen op microniveau. | ||||||||||||
MacroniveauZeven van de geschrapte hoofdstukken (4, 7, 8, 9, 11, 13, en 19) zijn met elkaar verbonden doordat ze expliciet naar John Bunyans beroemde The pilgrim's progress verwijzen. Bunyans boek fungeert als een belangrijke intertekst in Little women. Het bepaalt de structuur ervan, modelleert de moraliserende en didactische toon, introduceert het thema van de zelfontwikkeling en karakterverbetering, en creëert een omgeving doordrongen van protestantse ethische waarden. Niet alleen zijn de Bunyan-hoofdstukken verdwenen, ook in de hoofdstukken die wél vertaald werden, zijn alle verwijzingen naar The pilgrim's progress geschrapt. Natuurlijk zouden veel kinderen die verwijzingen niet opmerken. Niettemin is het resultaat van de weglatingen een verandering in teksttype. Het socialisatieproces dat de meisjes doormaken, hun morele groei en de offers die | ||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||
ze ten behoeve van hun karaktervorming moeten brengen; het is allemaal verdwenen. De legger onder het patroon is zoek geraakt. Er treden nog andere macro-verschuivingen op. Het schrappen van hoofdstuk 10 uit het origineel heeft zijn weerslag op de karaktertekening van een van de hoofdfiguren, Jo, en op het thema van schrijven als een creatieve vorm van zelf-expressie. Een groot aantal details die tezamen een beeld van Jo als zich ontwikkelend schrijver creëren, is uit de Nederlandse versie verdwenen, bijvoorbeeld het schrijven van een kerstspel waarin Jo zich een mannelijke rol toebedeelt (7-9/8)Ga naar voetnoot6., het verbranden van Jo's sprookjes (101-116/41), het verhaalspel (177-182/52) en het schrijven van brieven naar moeder in Washington (232-242/83). Jo's droom om schrijfster te worden en daarmee in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien, ontbreekt. Het enige schrijversmotief dat overblijft, betreft de publicatie van haar verhaal in een krant (206-218/55-66), maar de intensiteit van het motief wordt ondermijnd. Dat blijkt bijvoorbeeld uit substituties als de volgende: Quite absorbed in her work, Jo scribbled away till the last page was filled, when she signed her name with a flourish, and threw down her pen. → Met een tevreden trek om de mond schreef ze in grote letters het woord ‘Einde’ (206/55). In de originele tekst zien we een gedreven schrijfster die haar entree maakt in de grotemensenwereld. In de Nederlandse versie wordt Jo's werk gereduceerd tot wat ‘verhaaltjes’ voor de ‘Kinderkrant’. De tragische afloop van het verhaal dat Jo aflevert, wordt verzwegen: ‘as most of the characters died in the end’ → ‘O’ (216/64). In tegenstelling tot de brontekst komen we over Jo's verhaal in de Nederlandse versie nauwelijks iets te weten. In een toevoeging van de bewerker staat een moraliserend commentaar dat het strijdbare aspect van Jo's schrijverschap teniet doet: ‘O’ → ‘Het was een keurig verhaal, dat overeenkwam met de goede opvoeding van de schrijfster’ (217/65). Waar Jo zich in het origineel dankzij haar schrijven tot een zelfbewuste jonge vrouw ontwikkelt, is dit gegeven in de Nederlandse tekst een bijkomstigheid. | ||||||||||||
[pagina 89]
| ||||||||||||
Little women wordt gekenmerkt door complexe relaties tussen de seksen. Dit kenmerk is verdwenen in de doeltekst. Van de weerzin van de romanfiguren tegen het vereiste keurslijf van het ‘kleine vrouwtje’, is niets te merken. Jo zou liever een jongen dan een meisje zijn, maar die wensdroom, die de roman inluidt, is geschrapt: I hate to think I've got to grow up, and be Miss March, and wear long gowns, and look as prim as a China-aster! It's bad enough to be a girl, anyway, when I like boys' games and work and manners! I can't get over my disappointment in not being a boy; and it's worse than ever now, for I'm dying to go and fight with papa, and I can only stay at home and knit, like a poky old woman! → ‘O’ (4/8). Jo blijft wel behouden als een meisje met jongensallures, maar er is niets over van haar opstandige beschouwingen omtrent de vele beperkingen die haar sekse worden opgelegd. Doordat bijna tweederde van de brontekst achterwege is gelaten, wordt wat overblijft van veel groter belang voor de interpretatie van het geheel. Zo komt de liefde tussen Meg en John Brooke meer centraal te staan, terwijl Jo's afkeer van het huwelijk en haar afwijzing van John Brooke worden afgezwakt en een huwelijk tussen Jo en Laurie aan het verhaal wordt toegevoegd. De belangrijkste macrostructurele wijziging is de toevoeging van dit hoofdstuk aan de doeltekst. Dat brengt een ‘happy ending’ en verandert deze Bildungsroman in een sentimenteel sprookje. In dit nieuwe hoofdstuk belooft Jo dat ze met Laurie zal trouwen en zullen ook haar zusters Beth en Amy aan een man komen. Om dit einde aannemelijk te maken, worden her en der romantische details door het verhaal gestrooid, zoals Jo's verrukking tijdens een dans op een feest: ‘O’ → ‘Laurie bleek heel goed te dansen en Jo vond het heerlijk in zijn armen te zweven’ (42/24). Deze macrostructurele aanpassingen veranderen de structuur en het thema van het verhaal totaal. | ||||||||||||
MicroniveauNaast deze grootschalige veranderingen treden er ook heel wat kleinere verschuivingen op in de Nederlandse versie. Het verhaal wordt verteld in kortere alinea's en kortere zinnen. Beschrijvende en beschouwende passages alsook emotionele dialogen en vertellercommentaren komen geregeld te vervallen, met als resultaat een doeltekst die veel meer dan de brontekst op actie gericht is. | ||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||
Op narratologisch vlak treedt een meer afstandelijke derde-persoonsverteller op. Semantische vereenvoudiging blijkt uit de woordkeuze en het verwijderen van metaforisch taalgebruik, zoals in:
Humor op basis van woordspelingen, zoals Amy's gewoonte om moeilijke woorden verkeerd te gebruiken, wordt vrijwel altijd weggelaten: ‘I know what I mean, and you needn't be statirical about it’ → ‘O’ (3/8). Literaire allusies verdwijnen systematisch onder tafel: ‘Macbeth’ → ‘O’ (9/8), ‘Heir of Redclyffe’ → ‘het verhaal’ (32/17), ‘Hamlet’ → ‘O’ (208/58), and ‘Undine and Sintram’ → ‘twee boeken’ (305/134). Verkeerd en/of idiosyncratisch taalgebruik wordt verbeterd, scheldwoorden of ‘slang’ geneutraliseerd. De Nederlandse tekst gebruikt ook opvallend veel diminutieven, die de lezer infantiliseren en de tekst sentimenteler maken. Het sentimentaliteitsgehalte neemt nog toe door het veelvuldige gebruik van woorden als ‘lief’, ‘vrolijk’ en ‘leuk’. Doordat het taalgebruik eenvoudig wordt gehouden, kan de lezer een vlot leesritme ontwikkelen. Het resultaat van al deze simplificaties is een onschuldige, homogene tekst waarin toegankelijkheid, leesplezier en de voortgang van de intrige voorop staat. Naast simplificatie in structuur en stijl vinden we expliciteringen die maken dat de tekst op ieder moment volkomen begrijpelijk blijft. Alles wat problematisch zou kunnen zijn, wordt uitgelegd. Logische relaties worden aangegeven, emoties benoemd, telkens wordt keurig aangegeven wie spreekt, enz. Het is duidelijk dat interpretatie niet aan de lezer kan worden overgelaten. De op het boekomslag beleden doelstelling om de lezer met een vreemde cultuur kennis te laten maken, is dan ook amper uitgewerkt. Sommige historische verwijzingen die bewaard gebleven zijn, worden toegelicht: ‘thinking of father far away, where the fighting was’ → ‘Ze wisten dat hun vader middenin de strijd zat, waarin het Noorden en het Zuiden waren verwikkeld’ (1/8; onderstreping van MD) en elders, met een moraliserend terzijde: ‘The invalids improved rapidly’ → ‘De zieken knapten snel op en de vreselijke oorlog die het land verscheurde zou snel ten einde zijn’ (303/133; onderstreping van MD). Hoewel veruit de meeste cultuurgebonden elementen uit het origineel aangepast zijn, blijven er af en toe enkele behouden, zoals ‘plum-pudding’ → ‘plumpudding’ (308/137). | ||||||||||||
[pagina 91]
| ||||||||||||
BesluitEen klassieker in de kinderliteratuur bezit een ambivalente status doordat populariteit bij kinderen én de waardering van het boek door volwassenen een rol spelen. Dat maakt dat de vertaling in verschillende richtingen gestuurd kan worden. Vooral bij assimilerend vertalen vervalt het onderscheid tussen vertalen en bewerken. De analyse van een recente Nederlandse versie van Little women heeft een duidelijke hiërarchie laten zien in de doelstellingen die de vertaler/bewerker blijkbaar voor ogen stonden. De voornaamste strategie was gericht op het aanbieden van een gemakkelijk leesbaar boek. Die strategie liet zich zowel op macro- als op microniveau natrekken. Daarbij kwamen verschuivingen aan het licht die bij het vertalen van gecanoniseerde volwassenenliteratuur nauwelijks voorkomen. De verregaande inkorting van het verhaal dat vooral de karaktertekening en de thematiek van het verhaal compleet veranderde is daar een voorbeeld van. Het verhaal is niet langer een Bildungsroman, maar een simplistisch sprookje. | ||||||||||||
Literatuur
| ||||||||||||
[pagina 92]
| ||||||||||||
|
|