Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 19
(2005)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De term cross-overliteratuur hinkt op twee gedachten
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het begripVoor mijn afstudeeronderzoekGa naar voetnoot2. heb ik teksten bestudeerd uit enerzijds (jeugd)literaire tijdschriften en specifieke studies, zoals onderhavige, Tsjip/Letteren en Grensverkeer.Ga naar voetnoot3. Daarnaast heb ik gebruikgemaakt van artikelen uit de landelijke | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dagbladen Trouw, NRC Handelsblad en de Volkskrant. In de artikelen uit de eerstgenoemde bronnen, die ik in het vervolg gemakshalve zal aanduiden met ‘de literaire tijdschriften’, wordt het begrip cross-overliteratuur beschouwd als equivalent van adolescentenliteratuur. In die optiek is het een apart genre dat zich tussen de jeugdliteratuur en de literatuur voor volwassenen in bevindt.Ga naar voetnoot4. Dit type literatuur vervaagt de grenzen tussen ‘boeken voor kleine en grote mensen’ omdat het literaire dwarsverbindingen (cross-overs!) en overeenkomsten zichtbaar maakt.Ga naar voetnoot5. In de landelijke dagbladen wordt het cross-overboek daarentegen gedefinieerd als een type boek dat zowel door kinderen als door volwassenen wordt gelezen. Het verschijnsel komt vrijwel alleen aan de orde in de context van de recensiepraktijk. In alle gevallen werd een direct verband gelegd met Harry Potter. Hans Bouman in de Volkskrant: ‘Sinds Harry Potter is het heel normaal dat kinderboeken ook door volwassenen worden gelezen. Dat heeft een nieuw genre met zich meegebracht: de cross-over fictie.’Ga naar voetnoot6. Het is niet duidelijk waar deze betekenisverschuiving vandaan komt. In Angelsaksische landen heeft cross-overliteratuur in de pers namelijk dezelfde betekenis als hier in de literaire tijdschriften. In de woorden van auteur Melvin Burgess: ‘In Australia they call it cross-over fiction, in the US it's Young Adult. Over here [Groot-Brittannië/JK] we call it teenage fiction.’Ga naar voetnoot7. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De titelsDe tweespalt in de definiëring van cross-overliteratuur vertaalt zich naar een vergelijkbare tweedeling in de genoemde titels. In de landelijke dagbladen gelden naast de Harry Potter-boeken onder andere Artemis Fowl van Eoin Colfer, Het Gouden Kompas van Philip Pullman, de Ellendige avonturen-reeks van Lemoney Snicket, De gevleugelde kat van Isabel Hoving (‘het succesvolste Nederlandse cross-overboek’Ga naar voetnoot8.) en Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht van Mark Haddon als cross-overliteratuur. In de literaire tijdschriften | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kwamen daarentegen titels naar voren als Vallen
(Anne Provoost), Gebr. (Ted van Lieshout), De tolbrug (Aidan Chambers), Het boek van Bod Pa (Anton Quintana), Kinderjaren (Jona Oberski), Het zigzagkind (David Grossman) en De dagen van de bluegrassliefde (Edward van de Vendel). Uit beide rijtjes met titels heb ik een boek gekozen voor nadere bestudering van zowel de tekst als de context. De keuze is gevallen op Gebr. van Ted van Lieshout en Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht van Mark Haddon. Gebr. was na Vallen het meest genoemde voorbeeld van cross-overliteratuur in de literaire tijdschriften, Het wonderbaarlijke voorval verkeerde in een vergelijkbare positie in de landelijke dagbladen. De keuze voor Haddon werd bovendien mede bepaald door het feit dat het boek in twee versies op de markt is gebrachtGa naar voetnoot9.. Daarmee werd Het wonderbaarlijke voorval al in een vroeg stadium bestempeld tot cross-overroman van de tweede categorie. Ik kom hier later nog op terug. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Twee cross-overboeken: een vergelijkingIn beide boeken is de hoofdpersoon een jongere, die tevens zelf het verhaal vertelt. De 15-jarige Christopher beschrijft in Het wonderbaarlijke voorval hoe hij het mysterie rond de vermoorde hond oplost, en waar dat vervolgens allemaal toe leidt. In Gebr. vertelt Luuk zijn overleden broer Marius hoe hij diens dagboek redt van de brandstapel waarop hun moeder de spullen van haar dode zoon wil verbranden. De keuze voor deze personages als vertelinstantie leidt in beide gevallen tot een verwrongen beeld van de gebeurtenissen. Christopher is door zijn autisme enigszins sociaal gemankeerd en daardoor niet altijd in staat situaties goed te begrijpen. Luuk heeft er belang bij, zo wordt gaandeweg duidelijk, om zíjn visie op zichzelf en zijn broer te presenteren. Hij wil immers niet dat zijn homoseksuele geaardheid bekend wordt. De lezer zal hier zelf een actieve houding moeten aannemen om de verhaalwerkelijkheid te reconstrueren. Het wonderbaarlijke voorval pretendeert het boek te zijn dat de hoofdpersoon zelf schrijft, met hulp van zijn docente Siobhan. Als lezer ben je dan ook niet verbaasd als je achter in een appendix aantreft met daarin een uitwerking | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van een wiskundig vraagstuk; eerder heeft Christopher al verteld dat Siobhan hem aangeraden had die informatie niet in de lopende tekst op te nemen. Net als bij de hoofdstuknummering in priemgetallen - met Christophers wiskundefascinatie in het achterhoofd een bewijs dat de vorm een verlengstuk is van de inhoud - is hier sprake van een vormtechnisch grapje. Bovendien maakt het duidelijk dat het boek zijn eigen fictionaliteit problematiseert. In Gebr. is het al niet anders. Luuk redt het dagboek van zijn broer door er zijn eigen verhaal in te vertellen en het zo ook zíjn dagboek te maken. Als zijn moeder dreigt de door Marius geschreven bladzijden eruit te scheuren en alsnog te verbranden, besluit Luuk tussen de regels van zijn broer door te gaan schrijven. Halverwege het boek wisselen de woorden van Luuk en Marius elkaar af in een schriftelijke dialoog. De tekst wekt de suggestie dat de lezer met het boek Gebr. in feite het dagboek van Marius in handen heeft. Daarmee stelt het zijn eigen status als fictioneel werk ter discussie. Er zijn echter niet alleen maar overeenkomsten tussen deze twee boeken, die de twee verschillende invalshoeken van cross-overliteratuur representeren? Er is een aanwijsbaar stijlverschil. Hoewel beide auteurs gebruikmaken van een eenvoudige woordenschat, passen ze die anders toe. Het wonderbaarlijke voorval kenmerkt zich door een soms wat houterige ‘en-toen-en-toen-en-toen’-stijl. Die past uitstekend bij Christopher als verteller. Het boek ontleent zijn kracht meer aan de presentatie van het verhaal, die zorgvuldig is doorgetrokken naar de belichting van de gebeurtenissen en naar de vertelwijze, dan door poëtisch taalgebruik. Gebr. daarentegen creëert met dezelfde, ogenschijnlijk simpele woorden, een beeldentaal die het eenvoudige basisverhaal - een jongen redt het dagboek van zijn broer door er zelf in te gaan schrijven - extra diepgang verleent. Bovendien maken Christopher en Luuk allebei een innerlijke ontdekkingstochtGa naar voetnoot10., maar de uitwerking daarvan is totaal verschillend. Christopher ontdekt dat zijn moeder niet dood is, maar ergens anders woont. Hij verkent zijn eigen grenzen door haar op te gaan zoeken. Al schrijvende in het dagboek verkent Luuk de grenzen van zijn eigen identiteit. En daar zit 'm precies het verschil: Christophers queeste is vooral een letterlijke reis, terwijl die van Luuk alleen maar op papier plaatsvindt. Bij Luuk is zelfreflectie de eigenlijke handeling, terwijl die bij Christopher ondergeschikt is aan de gebeurtenissen. In technische zin uit dit verschil zich in de hoeveelheid vertelde tijd in beide boeken; in Het wonderbaarlijke voorval is dat enkele weken, terwijl Gebr. zich slechts over iets meer dan vierentwintig uur uitstrekt. Wat betreft de verhouding tussen handeling en reflectie zijn de boeken nagenoeg elkaars spiegelbeeld; Gebr. kent een | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bescheiden aantal gebeurtenissen maar een rijkelijke hoeveelheid gedachten en gevoelens, Het wonderbaarlijke voorval een hele reeks gebeurtenissen en weinig reflectie. Het feit dat het detectiveverhaal in Het wonderbaarlijke voorval de boventoon voert - je zou het boek zelfs alleen op dat niveau kunnen lezen - verklaart wellicht dat het boek terechtgekomen is in de categorie cross-overliteratuur die de kranten onderscheiden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitgeverij als literaire institutieDe uitgeverij draagt als één van de literaire instituties in belangrijke mate bij aan de culturele waarde van een literair werk.Ga naar voetnoot11. Voor de genoemde boeken heb ik gekeken naar de manier waarop de betreffende uitgeverijen de boeken in de markt hebben gezet. Ik beperk mij hier tot het bespreken van het uiterlijk van de boeken. Uitgeverij Van Goor heeft Gebr. van eenomslag voorzien met een volwassen uitstraling. Er zijn inmiddels twee verschillende uitgaven verschenen (druk en herdruk, na elkaar), maar bij allebei is gekozen voor een handschrift c.q. dagboek als ondergrond, gecombineerd met een zwartwitfoto van twee jongens. De achterkanttekst is niet specifiek op jongeren gericht. Gebr. wordt getypeerd als een ‘moderne klassieker’. Uit de recensiequotes en de bekroningen (‘Jugendliteraturpreis’) blijkt wel dat het om een jeugdboek gaat. Met de toekenning van de NUR-code 284 (Kinder- en Jeugdboeken - Fictie - 13-15 jaar) heeft de uitgeverij er duidelijk voor gekozen Gebr. als jeugdliteratuur te willen presenteren. Met Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht is iets bijzonders aan de hand. Voor het eerst in Nederland zijn er bij eerste publicatie twee edities verschenen van hetzelfde boek; één voor jongeren en één voor volwassenen. De respectievelijke uitgeverijen, De Fontein en Contact, behoren wel tot hetzelfde concern. Voor de jongerenversie is een speels blauw-geel omslag gekozen met een drietal kleine tekeningetjes (een hond, een autootje en een lachebekje). De volwassenenuitgave daarentegen heeft een sober, bijna deftig uiterlijk gekregen - gebonden met een strak vormgegeven rood-zwart stofom- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
slag. De kleurencombinatie van de omslagen zeggen eigenlijk al voldoende; schreeuwend blauw en geel tegenover stemmig rood en zwart. Als je naar de achterflaptekst kijkt, dan lijkt het wel of de teksten per ongeluk op de verkeerde editie terechtgekomen zijn. De volwassenenuitgave opent met een kort fragment uit het boek, gevolgd door een beschrijving van de inhoud in de stijl waarin het boek ook geschreven is. Op de jongereneditie geen fragment, wel een inhoudsbeschrijving. Die is echter met meer afstand tot het boek geschreven: ‘Hij begint aan een indrukwekkende reis die zijn veilige bestaan volledig overhoop gooit. [...] Mark Haddon schetst op ontroerende en bijzonder grappige wijze de wereld van een autistische jongen. Een onvergetelijk boek voor zowel jongeren als volwassenen.’ Van dat laatste maakt de tekst op de volwasseneneditie geen melding. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de uitgever gedacht heeft dat de potentiële volwassen koper het boek minder serieus zou nemen wanneer het ook als jeugdroman getypeerd zou worden. Voor de jongerenversie is het geen degradatie, maar juist een compliment om ook een volwassen publiek te kunnen bedienen. De uitgaven onderscheiden zich verder van elkaar doordat er op de jongerenversie niet geciteerd wordt, en op de volwassenenvariant wel. De citaten zijn afgestemd op de volwassen koper en daarom afkomstig van gerenommeerde schrijvers als Ian McEwan, Oliver Sacks en Arthur Golden. Voor jongeren zouden deze citaten niets toevoegen, omdat zij de aangehaalde personen wellicht niet kennen. De uitgaven hebben een NUR-code die aansluit bij hun doelpubliek. In tegenstelling tot Van Goor met Gebr. presenteren De Fontein en Contact Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht dus nadrukkelijk als een cross-overboek. Zij sluiten daarmee aan bij de definitie van cross-overliteratuur volgens de landelijke dagbladen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volwassenen en jeugdliteratuurDe jeugdliteratuur is sinds en dankzij de literarisering vanaf de jaren tachtig van de twintigste eeuw flink geëmancipeerd. ‘Dat leverde boeken op die logischerwijs steeds interessanter werden voor volwassenen’, aldus Ted van Lieshout.Ga naar voetnoot12. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Publicisten in de jeugdliteraire tijdschriften laten zich buitengewoon optimistisch uit over het lezen van jeugd/adolescentenromans door volwassenen. Ik betwijfel of dat optimisme wel terecht is. Ik heb de indruk dat liefhebbers van jeugdliteratuur misschien wel graag zouden willen dat volwassenen er ook naar grijpen, maar dat de praktijk anders uitwijst. Daarom heb ik de proef op de som genomen. Vijftig volwassenen die regelmatig lezen heb ik een enquête voorgelegd.Ga naar voetnoot13. Naast algemene gegevens over leeftijd en gezinssamenstelling wilde ik van hen weten of ze wel eens jeugdliteratuur lazen en waarom. Bovendien heb ik alle proefpersonen een bescheiden lijst voorgelegd van titels die uit het literatuuronderzoek naar voren gekomen waren. Van deze titels moest worden aangegeven of men ze kende. Als belangrijkste motivatie om jeugdliteratuur te lezen, noemden de respondenten ‘voorlezen aan (klein)kinderen’ (9×), ‘nostalgie’ (7×) en ‘niet ingewikkeld, dus ontspannend’ (eveneens 7×). Vijf personen gaven aan dat het hen niet uitmaakte of een boek een jeugdboek was of niet, en stelden dat ze jeugdliteratuur vaak minstens zo interessant vonden als volwassenenliteratuur. Vier proefpersonen prezen jeugdboeken om hun grotere dosis spanning en omdat ze ‘een groter beroep doen op je fantasie’. De overige redenen varieerden van ‘beroepsmatig’ tot ‘cadeau gekregen’. De redenen om geen jeugdliteratuur te lezen, liepen uiteen van ‘geen interesse’ (4×) en ‘intellectueel niet prikkelend’ (3×) tot ‘jeugdboeken zijn niet zo toegankelijk voor volwassenen, want ze staan overal apart - in de bibliotheek, in de boekhandel, bij de boekenclub en op boekensites’. Eén proefpersoon zei uitsluitend jeugdliteratuur te lezen, omdat ze voor volwassenenliteratuur geen geduld had en ze daarin illustraties miste. Het blijkt dat de motivatie van volwassenen om naar een jeugdboek te grijpen in hoge mate overeenstemt met de vooroordelen over jeugdliteratuur die regelmatig opduiken, namelijk dat jeugdboeken per definitie simpeler zijn.Ga naar voetnoot14. Ook de nostalgische beweegreden die vaak wordt aangevoerd, werd door de proefpersonen bevestigd. De populariteit van met name de Harry-Potter-achtigen wordt verklaard door de waardering die de lezers uitspraken voor spanning en fantasy. De meest genoemde motivatie, het voorlezen, zou ik eigenlijk meer als een reden willen typeren dan als een motivatie. Het is iets van praktische aard, dat niet zozeer voortkomt uit persoonlijke voorkeur, maar meer uit een ouderlij- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke taak. Het wel of niet hebben van kinderen speelde de verwachte rol bij de bekendheid met jeugdliteratuur, maar was niet doorslaggevend. Belangrijker dan het wel of niet hebben van kinderen, bleek de leeftijd van de proefpersoon. De respondenten tot en met 30 jaar kenden gemiddeld drie keer zo veel titels als de respondenten boven de 30 jaar. Van de genoemde titels had Harry Potter veruit de meeste bekendheid (94%). De minst bekende boeken waren De dagen van de bluegrassliefde en Het boek van Bod Pa (beide 4%). Opvallend hoog scoorde het al wat oudere boek Het oneindige verhaal. 42% zei het boek te kennen en meer dan een kwart van de respondenten had het daadwerkelijk gelezen. Behalve Harry Potter en Het oneindige verhaal mochten ook Artemis Fowl, De gevleugelde kat en de boeken van Philip Pullman op veel bekendheid rekenen. Verrassingen kwamen wat mij betreft van 17 en Wolfsroedel. In de tabel is te zien hoeveel procent van de ondervraagden de boeken kende dan wel gelezen had. Twee proefpersonen (4%) kenden geen van de titels.
Uit de tabel blijkt verder dat de boeken met een fantasy-component (Harry Potter, Artemis Fowl, Het oneindige verhaal en De gevleugelde kat) bekender zijn onder volwassen lezers dan de jeugdboeken die meer onder de noemer ‘adolescentenroman’ geschaard kunnen worden. Wolfsroedel, De arkvaarders en 17 vormen betrekkelijke uitzonderingen met hun relatief hoge scores. Een verklaring zou kunnen zijn dat deze boeken veel aandacht hebben gekregen in de media. Wolfsroedel en De arkvaarders zijn immers allebei bekroond door de Zoenjury en vooral het eerstgenoemde boek heeft in de pers de nodige discussie op doen laaien vanwege de prominente aanwezigheid van extreem geweld. De rela- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tieve onbekendheid van De dagen van de
bluegrassliefde (eveneens bekroond door de Zoenjury) wordt hiermee echter niet opgehelderd. Ook Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht mag zich verheugen in grote bekendheid, waarschijnlijk als gevolg van de aandacht die het boek heeft gekregen om z'n twee edities - toch een primeur (en ook dit boek is bekroond met een (Zilveren) Zoen). Dat het relatief nieuw is, verklaart wellicht dat geen van de ondervraagden het boek gelezen had. Ondanks de (misschien wat al te) rooskleurige resultaten onderschrijft de uitkomst van deze enquête mijn aanvankelijke hypotheses. Volwassenen lezen inderdaad jeugdboeken, maar niet het type boek dat tegen hun ‘eigen’ literatuur aanschurkt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BevindingenHet woord ‘cross-over’ of ‘cross-overliteratuur’ is eigenlijk vooral verwarrend. In de kranten worden er boeken mee aangeduid die ‘ingrediënten uit het fantasygenre’ bevatten.Ga naar voetnoot15. In de literaire tijdschriften wordt cross-overliteratuur vereenzelvigd met adolescentenliteratuur, waarin traditioneel een zoektocht naar de eigen identiteit centraal staat. In het eerste geval gaat het om kinder- of jeugdboeken die ook een volwassen publiek trekken, in het tweede geval betreft het jeugdboeken die dankzij hun kwaliteit niet te onderscheiden zijn van literatuur voor volwassen, en die om díe reden de overstap naar een volwassen publiek kunnen maken. Het belangrijkste onderscheid is dat de cross-over in het ene geval door de lezer wordt gemaakt, en in het andere geval door de tekst. Ik zou ervoor willen pleiten het woord ‘cross-over’ niet meer te gebruiken. Reden daarvoor is de genoemde verwarring die de term veroorzaakt. Goede alternatieven zijn ‘dubbelpublieksboeken’ en het reeds bestaande ‘adolescentenliteratuur’. Daarbij moet overigens worden aangemerkt dat de term ‘dubbelpublieksboeken’ eveneens een verzamelnaam blijft voor zowel jeugdboeken als boeken voor volwassenen, want vanuit beide genres vindt oversteek plaats. En op haar beurt is de term ‘adolescentenliteratuur’ niet alleen voorbehouden aan jeugdliteratuur. In de literatuur voor volwassenen zijn evengoed voorbeelden van dit type boek aan te wijzen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is opvallend dat het verschijnsel cross-overliteratuur alleen besproken wordt in de context van de jeugdliteratuur. Blijkbaar leeft het fenomeen niet onder de critici en theoretici van volwassenenliteratuur. In zekere zin valt het dus te beschouwen als een exponent van de diepgewortelde frustratie c.q. ambitie van de jeugdliteratuur om breder erkend te worden. Daar waar het adolescentenromans betreft, is het immers de jeugdliteraire tekst die toenadering zoekt tot de literatuur voor volwassenen. In de betekenis van ‘dubbelpublieksboeken’ is het niet de literatuur zelf, maar de (eigenzinnige) lezer die de overstap maakt. Puur literatuurtheoretisch beschouwd zou het voor de hand liggen dat volwassenen eerder naar adolescentenromans grijpen dan naar dubbelpublieksboeken. Deze hebben zich immers qua thematiek, stijl, compositie en psychologische diepgang losgeweekt van jeugdliteratuur in de traditionele zin van het woord. Adolescentenromans zouden volwassen lezers daardoor een grotere leesuitdaging moeten bieden. Uit het bescheiden empirisch onderzoek dat ik heb verricht, blijkt echter dat volwassenen over het algemeen naar een ‘echt’ kinderboek (dat daardoor een dubbelpublieksboek wordt!) grijpen wanneer ze jeugdliteratuur lezen. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat adolescentenliteratuur thematisch niet aansluit bij de belevingswereld van volwassenen. Zij kampen immers niet meer met de problemen die jongeren grofweg tussen hun 15e en hun 20e levensjaar tegenkomen. Rest de vraag waarom volwassenen wél Harry Potter en consorten lezen. Hierbij sluit de leesmotivatie aan die een groot deel van mijn proefpersonen gaf: jeugdboeken lezen lekker snel weg en zijn niet al te ingewikkeld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot slotIk heb met mijn onderzoek geenszins de pretentie gehad een sluitende definitie te kunnen geven van cross-overliteratuur. Ik denk dat dat voor geen enkel literair genre mogelijk is. Evenmin heb ik een recept willen geven voor de uitgave van een cross-overroman. Wel heb ik geprobeerd de term nader te preciseren en daarmee bij te dragen aan literatuurwetenschappelijk onderzoek.Ga naar voetnoot16. Want zoals Anne de Vries al in 1992 schreef: ‘Welke eigenschappen moet een boek bezitten om kinderen en volwassenen in gelijke mate te boeien? [...] Natuurlijk zullen we het raadsel nooit oplossen. Maar als we de vragen niet stellen, lijkt het alsof het ons niet interesseert.’Ga naar voetnoot17. |
|