rijmelde erop los en voelde mij nog maar één stap van het dichterschap verwijderd.
Lieve zat er verlegen mee, maar tegelijk was ze heel vastberaden. Ik werd hartelijk bedankt voor de moeite, maar zo praatte ‘haar’ Lotje niet.
Telkens weer dwong ze zich om haar verhalen te durven presenteren aan uitgevers
Illustratie Lieve Baeten
en redacteurs. Ze was gebrand op hun hulp en advies maar tegelijk was ze wantrouwig omdat ze door hun raad op te volgen te ver weg zou kunnen dwalen van ‘haar’ Lotje.
Even zorgzaam gedroeg ze zich als de kans zich voordeed haar figuurtjes te commercialiseren. Ze wilde inspraak in elk detail, in de kwaliteit van de materialen, in de keuze van de producten.
Als ze makkelijker was geweest in die zaken had ze veel geld kunnen verdienen, maar rommel interesseerde haar niet.
Ze was de moeder van Lotje, angstvallig wakend over het welzijn van haar kind. En maar heel weinig was goed genoeg voor dat kind.
Ik heb de grote eer genoten dat ze mij de laatste jaren haar ideeën vertelde, zodat ik een beetje naar binnen heb mogen kijken in het atelier binnen in haar hoofd.
Achter de schijnbare lichtvoetigheid van haar werk en het bedrieglijke gemak van haar tekeningen, verschool zich een ernstig kunstenaar, een perfectionist die eerst maandenlang piekerde over de verhaalstructuur en later over de compositie. Daarna werd elke tint, elke beweging en elke gelaatsuitdrukking het resultaat van overleg. Elk detail vroeg om een beslissing. Van zoeken en twijfelen getuigen de vele schetsen en de maquettes die aan het échte begin voorafgingen. En tóch was haar werk niet cerebraal, maar het resultaat van heel aandachtig en liefdevol kijken. Ze vertelde een keer dat ze uren met haar schetsboek op een krukje voor het kippenhok had gezeten omdat ze kippen moest tekenen.
Bijzonder goed heeft ze naar kinderen gekeken. Ze kende ze en luisterde naar hen. Dat mag dan niet modieus zijn, maar gekoppeld aan haar voldragen vak-