Geertrui destijds: anderen dreigen over zijn lot te bedisselen. Zo eiste Geertrui toen, tijdens de oorlog, haar zelfbeschikkingsrecht, haar recht op leven op, zoals ze nu haar recht op de (goede) dood opeist.
Nogmaals, dit hoeft allemaal geen bezwaar te zijn. En eerlijk gezegd genoot ik bij tweede lezing regelmatig van Chambers' spel: zoek de verbanden, bijvoorbeeld bij de literaire citaten op bladzijde 96, 123, 130, 173 en 209, die dienen als literair bed voor de sensatie van seksueel ontwaken van Geertrui, in de armen van haar Jack, en die tevens dienen als troost, als verzoening met haar lot voor de oude Geertrui.
In het Lexicon van de jeugdliteratuur wordt als een van de kenmerken van de schrijver Aidan Chambers genoemd dat hij ‘het experiment met de vorm niet schuwt. Dit hangt ook samen met zijn opvatting over wat lezen behoort te zijn: “Lezen is niet in de eerste plaats een passieve bezigheid, maar een creatieve bezigheid.” Vooral in Lang weekend op drie manieren eist hij heel veel van zijn lezers (perspectiefwisselingen, er is niet steeds sprake van een doorlopend verhaal, allerlei soorten teksten, waaronder cartoons en een beeldgedicht, korte dialogen e.d.).’ Ook in Niets is wat het lijkt gebruikt Chambers deze collagetechniek. Het verhaal wordt regelmatig onderbroken door allerlei teksten: een fragment uit het Dagboek van Anne Frank, fragmenten uit een ooggetuigenverslagen van de Slag om Arnhem, een lemma uit het woordenboek over Engelse uitdrukkingen met ‘dutch’, allemaal keurig vermeld in de bronnenlijst achterin het boek.
Daar is op zichzelf niets tegen, integendeel, het kan het lezen inderdaad tot een creatieve belevenis maken. Mijn bezwaar is dat ik te veel het gevoel had dat ik bij de schrijver in de keuken stond te kijken, dat ik zag hoe hij te werk ging, in plaats van me te laten meeslepen door het verhaal.
Zo kun je tenslotte ook verschillend denken over het slot, een klassiek happy end. Ik vond het wel érg bevredigend, zowel voor de lezer als voor Jacob, die eindelijk ontmaagd werd, al gunde ik het hem wel. Bovendien was ik blij dat zo een eind kwam aan Jacobs gezeur over zijn dilemma: aan iedereen die hij had ontmoet, bleef hij maar vragen of hij zijn oma nou wel of niet moest vertellen wat hij dankzij Geertruis verhaal wist over de korte maar heftige relatie van zijn (toen al getrouwde) grootvader Jack!
Aidan Chambers, Niets is wat het lijkt. 300 blz. Amsterdam, Querido, 1999. f 39,95.