Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 14
(2000)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 387]
| |
Een puzzel met open plekken
| |
[pagina 388]
| |
In 1998 verschijnt Holes waaruit blijkt dat Sachar meer kan dan eenvoudige schoolverhalen schrijven. Gaten is een hecht gecomponeerde jeugdroman, waarin verschillende verhaallijnen op een knappe manier met elkaar verbonden worden. ‘Veel leraren op de scholen die ik bezoek zijn verbaasd dat de auteur van de Wayside School-verhalen dezelfde is als de schrijver van Gaten’, vertelt SacharGa naar voetnoot1.. ‘Het grootste verschil is dat ik in de verhalen over Wayside School vooral wilde ingaan op de problemen en emoties van kinderen, terwijl ik met Gaten een boek wilde schrijven waarin de plot en de locatie waar het verhaal zich afspeelt het belangrijkst zijn. Ik was het een beetje zat om over kinderen op school te schrijven.’ Gaten wordt in Amerika juichend ontvangen. Het boek krijgt vrijwel elke denkbare jeugdboekenprijs, waaronder The Newbery Medal en The National Book Award. Publishers Weekly bestempelde het boek als Best Book of the Year. En ook buiten de Verenigde Staten is Gaten een succes; het boek is ver- | |
[pagina 389]
| |
taald in 22 talen en ontving verschillende buitenlandse prijzen, waaronder een Italiaanse jeugdboekenprijs en de Nederlandse Zilveren Zoen. Sachar kan het enorme succes van het boek maar moeilijk bevatten: ‘Elke keer als er een vertaald exemplaar van Gaten door de brievenbus valt, vraag ik me af of dit echt hetzelfde verhaal vertelt als ik heb bedacht.’ | |
Drie verhaallijnen‘Er is geen meer bij Camp Green Lake. Ooit was hier een heel groot meer, het grootste van Texas. Dat was meer dan honderd jaar geleden. Nu is het alleen maar een droge, vlakke woestenij. (...) In de zomer schommelt de temperatuur overdag rond de 33 graden in de schaduw - als je tenminste schaduw kunt vinden. Er is niet veel schaduw te bekennen in een groot opgedroogd meer.’ Zo begint Gaten en daarmee is de toon voor het verhaal gezet; in dit boek is het heet en heeft men voortdurend dorst. Het klimaat in Sachars eigen woonplaats was de directe aanleiding voor het verhaal. ‘In Austin (Texas) is het erg warm, in de zomer kan de temperatuur oplopen tot 38o C. Ik begon aan Gaten toen het zomer was.’ Maar Gaten is meer dan een boek over zinderende hitte. Het gaat over grote thema's als vriendschap en macht, lotsbestemming, misdaad, straf en gerechtigheid en laat zien hoe het noodlot het leven van vele generaties kan bepalen. Wendy de Graaff schrijft in Leesgoed dat het lijkt alsof Sachar een geheel eigen genre heeft uitgevonden: ‘Gaten is een jeugdroman, compleet met karakterontwikkeling, een detective, een historische roman en bij tijd en wijle haast een science-fiction-achtig verhaal door de wonderlijke setting.’Ga naar voetnoot2. De auteur heeft het zichzelf met de compositie van het verhaal niet gemakkelijk gemaakt (en de lezer evenmin); in het boek worden drie verhaallijnen op ingenieuze wijze met elkaar verknoopt, waarbij bizarre gebeurtenissen uit het verleden een cruciale rol spelen. Zoals W.F. Hermans ooit stelde dat in een boek geen spreekwoordelijke mus van het dak mag vallen zonder dat het betekenis heeft, zo laat ook Sachar in zijn verhaal niets aan het toeval over. Om enige helderheid in de ingewikkelde verhaalstructuur te brengen en om later naar enkele specifieke verhaalpassages te kunnen verwijzen, volgt hieronder een korte beschrijving van de drie verschillende verhaallijnen. | |
Eerste verhaallijnIn het eerste verhaal wordt de geschiedenis verteld van de over-overgrootvader van Stanley Yelnats, de hoofdpersoon van de derde en meest uitgebreide verhaallijn. | |
[pagina 390]
| |
Elya Yelnats leefde lang geleden in Letland. Hij wordt verliefd op de veertienjarige Myra Menke. Op haar vijftiende verjaardag zal haar vader bepalen met wie ze zal trouwen, met Elya of met Igor, een zevenenvijftig jaar oude varkensboer met een rode neus en dikke, pafferige wangen, die de hebberige vader van de aanstaande bruid zijn vetste varken biedt in ruil voor zijn dochter. Elya heeft niets. Wanhopig wendt hij zich tot Madame Zeroni, een oude Egyptische vrouw, om advies. Zij schenkt hem een pas geboren biggetje dat hij elke dag de berg op moet dragen om het daar van een stroompje water te laten drinken. Daarbij moet hij een speciaal liedje zingen. Op de dag van Myra's vijftiende verjaardag zal het biggetje zwaarder zijn dan Igors varken. Als tegenprestatie moet hij daarna Madame Zeroni een keer de berg op dragen, haar van het stroompje laten drinken en het liedje voor haar zingen. Doet hij dat niet, dan zullen Elya en zijn nazaten tot in de eeuwigheid verdoemd zijn. ‘Op dat moment maakte de vloek geen indruk op Elya. Hij was maar een jongen van vijftien en “eeuwigheid” leek niet veel langer dan volgende week dinsdag.’ Elya draagt het biggetje elke dag de berg op, behalve op de dag van Myra's verjaardag - dan neemt hij een bad. Daardoor is zijn big niet zwaarder, maar precies even zwaar als Igors varken. Myra wordt voor de keuze gesteld: wil ze met Elya of met Igor trouwen? Myra kan niet kiezen en Elya is meteen genezen van zijn verliefdheid. Hij vlucht weg, komt terecht in de haven en monstert als dekknecht aan op een schip naar Amerika. Hij vergeet zijn belofte aan Madame Zeroni te vervullen en vanaf dat moment wordt hij achtervolgd door pech. | |
Tweede verhaallijnIn de tweede verhaallijn staat de schooljuffrouw Katherine Barlow centraal. Ze woont in Green Lake, een paradijselijk plaatsje aan het meer. Ze is zo mooi dat veel mannen verliefd op haar zijn, ook de rijke, maar domme Charles ‘Rotvis’ Walker. Katherine wijst zijn aanzoek echter af. In plaats daarvan wordt ze verliefd op de zwarte uienverkoper Sam. Zijn zoete uien zijn niet alleen lekker, ze hebben ook genezende krachten en helpen tegen vrijwel elke kwaal. Katherine en Sam kussen elkaar op straat. De jaloerse Rotvis Walker is zo kwaad dat hij het hele dorp tegen hen opzet. Sam mag als zwarte man geen blanke vrouw kussen en wordt door de sheriff ter dood veroordeeld. Tijdens de vluchtpoging in zijn bootje worden ze aangevaren door Rotvis' motorboot. Sam komt om in het water, Katherine wordt tegen haar zin gered. Ze vermoordt de sheriff en laat hem achter met een lippenstift-kus, het teken dat zij de komende twintig jaar zal achterlaten op alle mannen die zij om het leven brengt. Sindsdien is er nooit meer een druppel regen gevallen in Green Lake. Kissing Kate Barlow wordt een van de meest gevreesde outlaws van het hele Westen. | |
[pagina 391]
| |
Een van haar slachtoffers wordt Stanley Yelnats, de zoon van Elya Yelnats. Hij heeft een vermogen opgebouwd in de aandelenmarkt, maar verliest zijn hele fortuin als hij verhuist van New York naar Californië en zijn koets wordt overvallen. Kissing Kate Barlow laat hem echter leven. | |
Derde verhaallijnIn de derde en belangrijkste verhaallijn, die in het vertelheden speelt, figureert Stanley Yelnats als hoofdpersoon. Hij is een dikke, onhandige tiener en lijkt altijd op het verkeerde moment op de verkeerde plaats te zijn. Zijn familie wordt achtervolgd door pech en elke keer als er iets fout loopt, geven ze de schuld aan Stanleys waardeloze-smerige-rottige-varkens-stelende-over-overgroot-vader - een familiegrapje, want niemand gelooft echt in de vervloeking. Als er op een dag een paar gympen op Stanleys hoofd valt, wordt hij gearresteerd wegens diefstal - een nieuwe grap van het noodlot. De gymschoenen zijn eigendom van de beroemde honkbalspeler Clyde Livingstone, die ze had geschonken aan een tehuis voor daklozen om geveild te worden. De geschatte opbrengst van de schoenen is vijfduizend gulden. Stanley is onschuldig, maar wordt niet geloofd. De rechter legt hem de keuze voor: naar de gevangenis of naar Camp Green Lake. ‘Stanley kwam uit een arme familie. Hij was nog nooit op kamp geweest.’ Camp Green Lake blijkt een heropvoedingskamp voor jongens die op het slechte pad zijn geraakt. De jonge delinquenten moeten elke dag een gat graven van anderhalve meter diep en anderhalve meter doorsnee in de drooggevallen bodem van het meer. De directeur zegt dat het zinloze werk in de brandende zon hun karakter vormt, maar Stanley komt er al snel achter dat er meer aan de hand is. Er ligt iets begraven in het meer, en dat ‘iets’ blijkt niets minder te zijn dan de schat van Kissing Kate Barlow. De directeur is een nazaat van Rotvis Walker; haar familie is al honderd jaar op zoek naar de schat. Voordat de lezer daarachter komt, verneemt hij echter eerst alles over de bijzondere vriendschap die ontstaat tussen Stanley en een van zijn kampgenoten, Zero. Zero heet eigenlijk Hector Zeroni en is een nazaat van Madame Zeroni. Op een dag ontvlucht hij het kamp en Stanley gaat hem achterna. Hij vindt Zero - die er door watergebrek slecht aan toe is - midden in het opgedroogde meer. Hij neemt hem mee naar een rotspartij die de vorm heeft van een vuist met een duim aan het eind van het meer. Stanley draagt Zero de berg op en laat hem boven uit een modderig stroompje drinken. Ook zingt hij een oud liedje voor hem dat hij van zijn moeder heeft geleerd. De rots blijkt dezelfde te zijn als die waar Stanleys grootvader redding vond toen hij door Kissing Kate Barlow werd achtergelaten in de woestijn. Er groeien wilde uien die de jongens weer op | |
[pagina 392]
| |
krachten brengen. Het zijn de uien uit het uienveldje van Sam, de geliefde van Katherine Barlow en ze bieden hun later redding als ze in een nest dodelijke geelgevlekte hagedissen belanden. Stanley en Zero keren 's nachts terug naar Camp Green Lake en graven Kates schat op. Op de koffer staat Stanleys naam: het is het fortuin van zijn overgrootvader. Thuis verneemt Stanley dat zijn vader, die al jaren zonder succes probeert een unieke uitvinding te doen, erin geslaagd is een middel tegen stinkvoeten uit te vinden. De vloek die op Stanleys familie rustte, is verbroken doordat Stanley - de achter-achterkleinzoon van Elya Yelnats - Hector Zeroni - de achterachter-achterkleinzoon van Madame Zeroni - de berg op heeft gedragen. | |
Het schrijfprocesLouis Sachar had zich tijdens het schrijven aan Gaten één doel gesteld: hij wilde een literair boek schrijven, alleen gebaseerd op zijn eigen maatstaven. ‘Ik vertel beginnende auteurs altijd dat ze niet moeten schrijven om gepubliceerd te worden, maar dat ze moeten proberen grootse literatuur te maken.’ Erg veel méér concrete ideeën had hij niet toen hij begon. ‘Aanvankelijk wilde ik een grappig avonturenverhaal vertellen en zo bedacht ik een begraven schat. Schateiland speelde door mijn gedachten, ook al heb ik het boek nooit daadwerkelijk gelezen. En verder had ik de dodelijke geelgevlekte hagedissen in mijn hoofd, hoewel ik nog geen idee had hoe ik die een plaats moest geven in het verhaal.’ De complexe structuur van het boek, waarin voortdurend sprongen in de tijd worden gemaakt, doet vermoeden dat de auteur van tevoren een uitvoerig schema heeft gemaakt waarin de verschillende verhaallijnen nauwkeurig zijn uitgestippeld. Sachar antwoordt desgevraagd ontkennend: ‘Het verhaal is geheel aan mijn fantasie ontsproten tijdens het schrijven. In het begin schreef ik een uur per dag. Naarmate ik verder kwam, ontstonden er nieuwe ideeën. De invallen die ik tijdens het schrijven krijg, zijn vaak beter dan de ideeën die ik van tevoren heb en dat is de reden waarom ik van tevoren geen schema of iets dergelijks maak. Aan de eerste versie van Gaten heb ik zes maanden gewerkt. Daarna volgden er nog vijf nieuwe versies en gedurende het gehele schrijfproces kreeg ik steeds weer nieuwe invallen waardoor ik het oude verhaal moest herschrijven. Tegen de tijd dat ik toe was aan de laatste versie had ik alle plots uitgewerkt en had het verhaal de structuur die de lezer kent.’ Na zijn relatief eenvoudige schoolverhalen was Sachar wel enigszins bezorgd dat de complexe structuur van het boek de toegankelijkheid voor kinderen in de weg zou staan. Die zorg lijkt niet ongegrond; in Nederland hebben meerdere | |
[pagina 393]
| |
(volwassen!) beroepslezers zich in de war laten brengen door de verschillende verhaallijnen en in recensies zijn regelmatig generaties verwisseld. Zelfs in het juryrapport van de Zoenjury wordt een verkeerd, niet bestaand familieverband gelegd tussen de directeur van Camp Green Lake en Kate Barlow. ‘Ik was helemaal niet van plan een boek met een ingewikkelde compositie te schrijven, maar toen ik eenmaal bezig was, bleek er geen andere manier te zijn om het verhaal te vertellen’, aldus Sachar. ‘Toen het boek eenmaal gepubliceerd was, kreeg ik van kinderen echter vaak te horen dat ze de manier waarop alle puzzelstukjes op hun plaats vallen juist een van de leukste dingen aan het boek vinden.’ Sachars boeken bereiken een breed publiek. De Wayside-verhalen worden gelezen door kinderen van zeven tot veertien jaar en ook Gaten lijkt niet echt voor één leeftijdsgroep bestemd: ‘Het boek wordt zowel gelezen door kinderen van negen jaar als door jongeren op high school.’ Die eersten zullen het boek waarschijnlijk in de eerste plaats lezen als een spannend verhaal vol humor en onverwachte wendingen, terwijl de meer ervaren lezers ook plezier zullen beleven aan de complexe structuur van het verhaal. Het feit dat Gaten in Nederland is bekroond met een Zilveren Zoen (de prijs voor kinderboeken vanaf twaalf jaar) lijkt enigszins willekeurig; het boek zou ons inziens evenzeer in aanmerking komen voor een Griffel (prijs voor kinderboeken tot twaalf jaar). | |
Taalgebruik en stijlNederlandse critici hebben in hun besprekingen van Gaten steeds het accent gelegd op de compositie van het verhaal. Over de stijl en de taal van de auteur wordt vrijwel niets gezegd en als men de lezer al verwittigt van dit aspect van het boek, is de teneur van die boodschap weinig positief. Judith Eiselin noemt Sachars stijl in NRC Handelsblad ‘erg doordeweeks’Ga naar voetnoot3. en Peter van den Hoven heeft het in Vernieuwing over een ‘wat kleurloos, functioneel proza.’Ga naar voetnoot4. Alleen in het juryrapport van de Zoenjury is men lovend en wordt gesproken van een ‘zorgvuldig, genuanceerd en beeldend taalgebruik.’Ga naar voetnoot5. Toch wordt met uitspraken als van bovengenoemde recensenten geen recht gedaan aan het boek. Hoewel de complexe structuur van het verhaal inderdaad het meest in het oog springt, hanteert Sachar een weloverwogen taalgebruik, dat op het eerste gezicht wellicht ‘alledaags’ overkomt, maar dat dat bij nadere | |
[pagina 394]
| |
beschouwing allerminst blijkt te zijn. Zoals op het niveau van de compositie alles met elkaar samenhangt en Sachar de verschillende verhaallijnen dwingend weet te verbinden, zo streeft de auteur ook op het niveau van de stijl naar eenheid en coherentie. Het duidelijkst laat zich dat misschien nog wel illustreren aan de naam van de hoofdpersoon, het palindroom Stanley Yelnats. ‘Zoals Stanleys voornaam in zijn achternaam Yelnats wordt weerspiegeld, zo weerspiegelen verleden en heden elkaar prachtig in de roman,’ aldus het juryrapport van de Zoenjury. Of zoals een andere recensent opmerkte: ‘De verbondenheid met de generaties voor ons is zó sterk, dat je hetzelfde patroon ziet, of je nu van voor naar achteren kijkt of andersom.’Ga naar voetnoot6. Typerend zijn de vele herhalingen. De terugkerende zinsnede dat een opengevallen plaats niet lang onbezet blijft op Camp Green Lake en de steeds herhaalde opmerking van de kampleiding dat het hier geen scoutingkamp is, getuigen niet alleen van de morbide discipline die in het kamp heerst, laatstgenoemd voorbeeld is ook een subtiele verwijzing naar het slothoofdstuk, waarin verteld wordt dat Camp Green Lake omgebouwd zal worden tot een vakantiekamp voor meisjesscouts. Daarnaast zijn de herhalingen functioneel in de beschrijving van de personages en de genadeloze pikorde die tussen de gevangenen onderling heerst. De vaste volgorde waarin de jongens in de rij staan voor de watertruck; de nadruk op de bijnamen die de gedetineerden elkaar geven; en de steeds terugkerende zin ‘Zero zei niets’, accentueren de machtsverhoudingen binnen het kamp. Tenslotte moeten de herhaalde beschrijvingen van de personages de lezer erop attenderen hoe de verschillende familieverbanden liggen. De beschrijving van het uiterlijk van Madame Zeroni komt vrijwel woordelijk overeen met die van Zero, en de sproeten op het gezicht van de directeur zijn even talrijk als die van haar overgrootmoeder, de vrouw van Rotvis Walker. Het taalgebruik van zijn personages heeft Sachar zorgvuldig gekozen. Door hun allen een eigen toon te geven, weet de auteur hen in weinig woorden te typeren. Zo spreekt Stanleys tentleider meneer Pendanski een jargon dat een maatschappelijk werker niet zou misstaan, en blijkt de autoriteit van de directeur uit haar nauwelijks verholen cynisme. | |
TijdloosIn sommige opzichten lijkt Gaten te leunen op beroemde voorbeelden uit de kinderliteratuur. Enkele veelbeproefde procédés en technieken zijn terug te vinden in het boek, zoals het duidelijke onderscheid tussen de ‘good guys’ en de | |
[pagina 395]
| |
‘bad guys’, de aanwezigheid van een alwetende verteller, het terugvinden van een verloren gewaande moeder (vergelijk Alleen op de wereld) en het vinden van een schat (de gelijkenis met Schateiland werd reeds genoemd). Toch plaatsen deze kenmerken Gaten niet in de traditie van de vooroorlogse kinderliteratuur, waarin dergelijke elementen veel voorkwamen. In Gaten zijn bovengenoemde kenmerken zuiver functioneel en ze maken het boek eerder tijdloos dan ouderwets. Zo zorgt de regelmatig terugkerende auctoriale verteller er bijvoorbeeld voor dat de lezer een voorsprong krijgt op de kennis die Stanley heeft over zijn verleden. Een treffend voorbeeld van ‘dramatische ironie’. Sachars stijl wordt gekenmerkt door een droge, laconieke humor. Hij lijkt een voorkeur te hebben voor het gebruik van understatements, zoals in dit fragment: ‘Veel mensen geloven niet in vervloekingen. Veel mensen geloven ook niet in geelgevlekte hagedissen, maar als je door eentje wordt gebeten, maakt het geen verschil of je erin gelooft of niet.’ Ook in de volgende bespiegeling van Stanley tijdens het graven komt Sachars onderkoelde humor goed naar voren: ‘Hij vermoedde dat hij minstens tweeënhalve kilo was afgevallen. Binnen anderhalf jaar zou hij óf in een uitstekende lichamelijke conditie zijn, of anders was hij dood.’ Uit bovenstaande voorbeelden moge voldoende duidelijk zijn geworden dat Sachars taal en stijl allerminst ‘alledaags’ en ‘kleurloos’ zijn. Dat geldt evenzeer voor de kleinste beschrijvingen waarin nooit een woord te veel staat, als voor de titel van het boek. Die verwijst niet alleen naar het zinloze graafwerk van de veroordeelden in de brandende zon, maar slaat eveneens terug op de actieve leeshouding die de auteur van zijn lezer verwacht om alle puzzelstukjes op de goede plaats te leggen: ‘Je zult zelf de laatste gaten moeten vullen.’
Louis Sachar, Gaten. Vertaald door Marja Waterman. 224 blz. Rotterdam, Lemniscaat, 1999. f 29,50. |
|