Dit zijn twee voorbeelden van waar ik boven op doelde: de schijn wordt gewekt dat verteller en mens hier identiek zijn. De katten in het werk en de slordigheid van Floddertje verklaard met citaten van en anekdotes over de auteur. Deze en andere moederfiguren verklaard uit Schmidts moeder, de dominee in Het schaap Veronica of Otjes vader verklaard uit Schmidts vader.
Er zit niets anders op dan Linders in deze benadering te volgen. Dan krijg je een berg informatie. En laten we wel wezen, en niet té academisch: natuurlijk is er een relatie tussen de auteur en de vertellers in haar werk. We missen alleen de kans om op een andere manier dan deze over haar werk na te denken, dat is alles.
Hoewel: daar is ook nog het beeld van haar werk als spiegel van de samenleving, als ‘voortreffelijke weergave van de jaren vijftig’, die ‘de revolutie van de jaren zestig al in zich had’. Nu wordt het ingewikkelder, want in die samenleving loopt ook Annie rond. Kennelijk een mens dat beide in zich had! Dat weet Linders ook heel aardig te brengen, het spoort heel goed met de levensbeschrijving: de eeuwige opstand tegen haar moeder, die ze uiteindelijk gehoorzaamt, de stap van het Zeeuwse platteland naar de stad, van bibliotheek naar Het Parool, enzovoort. Ze bloeide en ontwikkelde zich, maar dééd uiteindelijk wat haar moeder zei, concludeert Linders terecht: ‘niet trouwen, hard werken om een carrière op te bouwen en een beroemd schrijfster worden’ (p. 11). Nogmaals, een goede biografe.
Maar Schmidts werk is natuurlijk geen ‘voortreffelijke weergave’, geen spiegel, wel een lachspiegel. Ook hier mis ik een interpretatie die wat meer afstand neemt van de auteur, de interpretatie van de onbevangen lezer, luisteraar en toeschouwer, zoals Linders die wél aan bod laat komen in citaten van anderen.
Met dat laatste keer ik weer terug naar dit boek. Het mag dan geen biografie zijn die de intiemste details van Schmidts leven onthult, geen biografie die een nauwkeurige anamnese van Schmidts karakter nastreeft, en nauwelijks een literairtheoretische bespiegeling die Schmidts werk in een ruimer kader plaatst dan dat van Schmidts schrijversloopbaan - maar dat laatste is precies ook wat beoogd is en daarin, de beschrijving van een schrijversloopbaan, is het boek ruimschoots geslaagd.
Het zal ook als naslagwerk gebruikt worden. En dan toch nog een opmerking: ik had het prettig gevonden als je Schmidts werk per titelregister had kunnen terugvinden. Nu is er slechts een lijst, al kom je met de inhoudsopgave ook een eind. Maar die opmerking bevestigt de waarde van het boek.
Joke Linders. Doe nooit wat je moeder zegt. Annie M.G. Schmidt, de geschiedenis van haar schrijverschap. Amsterdam, Querido, 1999. ISBN 90-214-7344-5. f 125,-, 499 p.