Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 14

[p. 295]

Iedereen kan overal verliefd op zijn
Lezing Kinderfestival Poetry International

Tijdens het Kinderfestival van Poetry International op 13 en 14 februari hield Edward van de Vendel een lezing. Zoals passend bij een poëziefestijn sprak hij een ketting van gedichten uit.

Iedereen kan overal verliefd op zijn.
Op van die kleine treintjes.
Op het schijnsel van een sigaretje in een nachtelijke straat.
Op de gedachte dat je zap! zap! zap! jezelf laat verdwijnen.
Op een lach, op die van jou of op de mijne.
Iedereen kan overal verliefd op zijn.
Ja zelfs, zeggen ze,
op chagrijnigheid...

Nu Goos mij
met een stok heeft lopen slaan,
is de tijd stil blijven staan.
Van schrik.
Ik hou mezelf wel in bedwang, maar
tussen hem en mij heb ik een dikke
boksbal opgehangen.
Nou ja, niet echt natuurlijk,
maar ik zou hem op zijn
wangen willen tikken tot hij slingert.
Ik ben zo kwaad
dat ik maar hoop dat het niet overgaat.

[p. 296]

 

Dat hij wanneer we groot zijn,

 

ik politie, hij een man op straat,

 

mij aankijkt

 

en aan mijn gezicht kan zien

 

dat het te laat is om te vragen:

 

‘Zullen we misschien een biertje

 

drinken om het uit te praten?’

 

Dat ik antwoord:

 

‘Elke wekker tikt een laatste keer

 

voordat hij overgaat. En

 

boosheid is een klok.’

 

Dan haal ik uit mijn riem

 

mijn gummistok.

 

En maak maar één geluidje:

 

 

 

tok.

 

 

 

*

 

 

 

Iedereen kan overal verliefd op zijn.

 

Zoals mijn moeder op een glaasje wijn.

 

Op wat er in een fles zit en haar aankijkt.

 

Of mijn broer op aardrijkskundeles. Op zijn juf haar aardrijkskundeles.

 

Op zijn juf.

 

Of op een juf of zes.

 

Hou op zeg - moet ik niet aan denken. Iedereen kan overal verliefd op

 

zijn - best -

 

maar wat een stress!

 

Iedereen kan overal verliefd op zijn,

 

maar laten we het rustig houden.

 

Ja, ik was vijf jaar geleden heel misschien verliefd,

 

maar: op een veertje,

 

op een steentje,

 

op een mes.

[p. 297]

Yes

 

Ik ben al zes.

 

Ik wil een mes

 

maar ik weet wat ‘no’ betekent.

 

Daar heb ik op gerekend.

 

Maar ik kan het toch niet helpen

 

dat Eefje dat van haar aan mij gegeven heeft?

 

En dat zij met mij wil trouwen?

 

Oh alsjeblieft,

 

mag ik het houwen

 

nu ik het hier al in mijn handen heb?

 

Mijn vader fluistert: ‘no’,

 

mijn grote broer schreeuwt ‘yo!’

 

maar mama knikt van ja!

 

Ik spring, ik ren,

 

ik ga

 

(alléén, want ik ben zes)

 

naar Eef toe met mijn mes.

 

Daar heeft ze op gerekend:

 

zij weet wat LOVE betekent.

 

Oh Beebie Beebie Yes!

 

 

 

*

 

 

 

Iedereen kan overal verliefd op zijn.

 

Op het branden van de kaarsjes op de kast,

 

als er iets fijns gebeurd is, of als de pastoor is doodgegaan.

 

Mijn oma steekt soms wat ze wil geloven aan.

 

Dan zegt ze: alle zegen komt van boven.

 

Nou - als iedereen zoals mijn oma zou geloven, dan werd het hier een

 

oven.

 

Dan geloofden we de ozonlaag kapot!

 

 

 

Iedereen kan overal verliefd op zijn.

 

Op Onze Lieve Vrouw Maria Jozef.

 

Of op God...

[p. 298]

Bidden

 

Ik zeg: ‘Lieve Heer...’

 

maar dan weet ik niet meer.

 

Ik praat niet zo graag met meneren.

 

Ze zeggen: ‘Wat zeg je?’

 

en: ‘Leg nou eens uit wat je eigenlijk bedoelt...’

 

Dat doen moeders nooit.

 

Moeders begrijpen meteen wat je voelt

 

en ze geven

 

je ook nog een kus.

 

Dus

 

als God nou vrouw was

 

(of opa - dat kan,

 

want opa's die waren alleen maar

 

heel vroeger een man)

 

dan wou ik het nog eens proberen -

 

God,

 

ik spreek u wel weer

 

wanneer u verandert in dame.

 

Dat kunt u toch wel?

 

Als u dat niet eens kunt...

 

Tot dan, lieve Heer,

 

dag hoor,

 

amen.

 

 

 

*

 

 

 

Iedereen kan overal verliefd op zijn.

 

Stiekem weleens op mijn duim.

 

Op die fijne schuimpjes die je in een zakje koopt bij Albert Heijn,

 

Op het pluimpje rook dat na een halve middag op het zandveld bij de

 

camping

 

eindelijk boven het vuurtje hing dat we wilden stoken,

 

op mijn vrienden die hun T-shirts uit hebben getrokken

 

en nu aan het kikkers zoeken zijn

[p. 299]

 

omdat ik had bedacht dat ik die in een blikje op het vuur zou koken -

 

omdat ik had gezegd - we hebben afgesproken

 

dat ik de leider ben en jullie allemaal mijn knechten -

 

echte vrienden

 

oh ik hoop dat ze dat blijven

 

wat?

 

verliefd zijn op je kameraden?

 

hou toch op zeg - vrienden zijn om mee te vechten

 

niet voor kusjes enzovoort

 

doe effe nou zoals het hoort

 

gekus dat is voor vrouwen

 

en nou goed dan

 

af en toe

 

voor kleine zusjes...

Safaripark

Kleine zusje wil zich graag door een girafje laten kussen. Dus zoek ik er eentje waar ze bij kan. Niet te vinden. Dan iets anders: zusje moet naar boven. Vraag een man of hij me op zijn schouders neemt en roep mijn ouders om mijn zusje aan te geven. Even lukt het, maar de man heeft zwakke knieën. Met z'n drieën zakken we omlaag. En dat ik daarna zusje voor een vliegend kusje in de lucht probeer te gooien, vindt mijn moeder geen goed plan. Mooie boel. Doel niet bereikt. Dan gaan we weg. Of nee - mijn zusje kijkt nog om. En dan, zo stom, buigt de giraf zijn lichaam krom en likt haar vet over de wangen. Zusje schrikt en mept het monster met een lange uithaal op zijn kop. Rotkind. Regel je eens iets - levert het ellende op. Dames, heren, loop maar door. En niets te danken. Is het nou zo raar dat een giraf een keertje keihard staat te janken?

*

[p. 300]

 

Iedereen kan overal verliefd op zijn - ja - nou weten we het wel.

 

De hele wereld is een rooie-hartenspel of zo weet ik veel hoe je dat moet

 

zeggen.

 

Klaar nou. Want ik tel tot tien

 

en dan wil ik hier geen woord meer over zien.

 

Eén..

 

twee..

 

drie..

 

vier..- iedereen kan overal verliefd op zijn -

 

ja ammehoela, heus niet op geweld

 

en op gescheld van ‘Elmer gaat met Eefje’

 

vijf..

 

zes..

 

zeven.. - en stel, hè, stel dat je gelijk hebt

 

dat de wereld vol met liefde is - zeg me dan eens:

 

waarom krijg ik dan zo vaak nog op mijn kop?

 

acht.. - oké, ik ben misschien verliefd op heksendrop -

 

negen.. - maar da's alles

 

en nou

 

sodemieter je maar op -

 

negenenhalf.. - ik hou niet van de liefde -

 

weet je

 

Eefje wil me niet meer zien.

 

 

 

Tien.