Ethische boekbeoordeling
Claudia Mills, ‘The Ethics of the Author/Audience Relationship in Children's Fiction.’ In: Children's Literature Association Quarterly. Vol. 22 (1997-1998), nr 4.
Mills voelt zich aangesproken door het pleidooi van Wayne Booth om de ethische boekbeoordeling (meer) in ere te herstellen. Ze heeft de waarden en normen onderzocht in een aantal Noord-Amerikaanse meisjesboeken tussen (grofweg) 1860 en 1980, toegespitst op het beeld van de auteur en zijn publiek. Het betreft allemaal boeken waarin de heldin zelf schrijft en/of schrijfster wil worden.
Mills benadrukt allereerst, in navolging van Booth, dat men onderscheid moet maken tussen de waarden van de held of heldin, van de impliciete auteur (‘implied author’) en van de auteur van vlees en bloed. Zo is Huck in Huckleberry Finn openlijk racistisch, levert de impliciete auteur kritiek op racisme en moeten we de ideeën van auteur Mark Twain niet uit zijn boek, maar uit zijn biografie halen.
In de onderzochte meisjesboeken dankt de heldin haar schrijftalent aan een mannelijk familielid. Ze is creatief, heeft een rijke fantasie en leert gaandeweg (meestal met hulp van een oudere man) haar talent te ontwikkelen (meestal van melodramatische draken naar sobere verhalen). Zo schrijft Judy Abbott in Daddy-Long-Legs: And it's good, Daddy. I actually believe it is - just about the tiny little things that happened every day. I'm a realist now. I've abandoned romanticism. In de meer recente boeken kan de heldin van meet af aan goed schrijven. Haar werk is complex en diepzinnig. In de meeste boeken heeft de heldin een vriendin die een stuk dommer is en elke verbeelding mist. Tenslotte trouwt de heldin vaak met haar mannelijke mentor: hij is haar ideale publiek.
Mills vindt met name het elitaire dat uit deze boeken spreekt zorgwekkend: de heldin steekt ver boven haar leeftijdgenoten uit. Om schrijver te kunnen zijn, moet je heel bijzonder zijn, is de boodschap. Mills legt deze boeken ter vergelijking naast een boek over een schrijvende jongen, Dear Mr. Henshaw. De held is hierin niet bijzonder, maar juist heel gewoon, net als zijn leeftijdgenoten.
Mills besluit met een relativering. Zoals Booth al stelde, zijn er meerdere ethische evaluaties van een boek mogelijk. Mills erkent op slechts een aspect ingezoomd te hebben. Want behalve de norm van het elitaire schrijverschap benadrukken deze boeken ook het belang van creativiteit, verbeelding en individualiteit, waarden die zij omarmt. Meer dan een afwijzing ging het dan ook om een wijzen op.