Pelgrim
Peter van den Hoven
Met Raaf en Vos als zijn onafscheidelijke secondanten is Bod Pa, uit de nieuwe jeugdroman van Anton Quintana, een van de meest merkwaardige, geheimzinnige en intrigerende personages die ik ooit in een boek ben tegengekomen. Hij heeft het voorkomen van een mismaakte dwerg, blind, lelijk, moeilijk ter been, en is dichter, sjamaan, zwaardvechter en regelmatig dronken verhalenverteller in éen. Als, in de tijd van Marco Polo, zijn gedrongen gestalte op een paardje tussen stofwolken uit het niets van de Centraal-Aziatische woestijn het eerste hoofdstuk van de roman binnenrijdt - een gebeurtenis die bladzijden lang prachtig wordt opgeroepen - is de toon gezet voor een fascinerende zoektocht van bijna driehonderd bladzijden naar de diepste wijsheden in een mensenleven.
Bod Pa is te hulp geroepen door de vader van Perregrin, een herdersjongen van een jaar of veertien, wiens been niet goed wil genezen en telkens opnieuw breekt. Allerlei magiërs en goeroes hebben al vele kruiden en smeerseltjes geprobeerd, maar niemand is geslaagd. Perregrin moet in het begin niets van de vreemdeling hebben en verafschuwt diens uiterlijk en gedrag, maar heel geleidelijk, zonder dat de dwerg daar zichtbaar moeite voor doet, groeit er tussen die twee een speciale band. Bod Pa wint het vertrouwen van de wat eenzelvige jongen die zich moeilijk gewonnen geeft.
Beide zijn buitenstaanders (zoals ze ook in andere boeken van Quintana voorkomen, in Padjelanta (1973), De Bavianenkoning (1982) en De vuurman (1987)), of uitgestotenen, die zich noodgedwongen buiten of aan de rand van de samenleving ophouden en vaak onder extreem moeilijke omstandigheden moeten zien te overleven. Bod Pa noemt Perregrin consequent Pelgrim en geeft met deze naamsverandering hun positie aan: niet alleen een vreemdeling in eigen land, maar daardoor ook een reiziger, een zwerver, iemand die op zoek is.
Ze ondernemen vele pelgrimstochten en tijdens die reizen, vol valkuilen en levensbedreigende ontberingen, vertelt Bod Pa verhalen met vaak tegenstrijdige levenswaarheden en ongrijpbare, oeroude wijsheden. Die soms lang uitgesponnen, maar altijd boeiend opge-