resse toont in zijn been.
Quintana verlegt in het verhaal telkens de aandacht van Bod Pa naar Perregrin en omgekeerd. Een groot deel van het verhaal bestaat uit dialogen en in die schitterende, raadselachtige gesprekken zie je de jongen en de oude man langzaam naar elkaar toegroeien. Bod Pa is geen goeroe, maar de blinde man opent wel de ogen van de ziende.
In dit opzicht is Het boek van Bod Pa verwant aan De blinde reiziger (1994) van Lesley Beake. Daarin trekt een jongen tegen zijn zin met een blinde ex-officier door Zuid-Afrika. De blinde fungeert hier eveneens als een soort leermeester, die zijn leerling laat ontdekken waar het in het leven echt om gaat.
De vader van Perregrin is de derde hoofdpersoon in Het boek van Bod Pa, al blijft hij in het verhaal wat op de achtergrond. Hij heeft zijn zwerversbestaan opgegeven en is opgenomen in de herdersgemeenschap. Het verleden heeft hij achter zich gelaten, hij leeft in het heden.
Voor Bod Pa speelt het verleden wel een belangrijke rol. Hij heeft zich een reputatie als strijder verworven. Zijn heden en zijn toekomst worden daardoor bepaald. Perregrin laat zich verlammen door de angst voor de toekomst. Wie geboren werd, ging dood. Je groeide er vanzelf naar toe. Als je dat in de gaten kreeg, dan zou je toch geen stap meer willen verzetten. Er was geen zinnige reden voor het bestaan.
Het been van Perregrin krijgt een symbolische betekenis die gelijk is aan het stoppen met groeien van het jongetje uit Die Blechtrommel van Günther Grass. Beiden verzetten zich tegen het volwassen worden en zoeken een manier om het natuurlijke proces te stoppen.
Het boek van Bod Pa geeft geen antwoord op de vraag naar de zin van het leven. Leven, Pelgrim, is verlangen te leven. Zo simpel is dat, zegt Bod Pa. Met zijn vakkundige vertelstijl sleept Quintana je van begin tot het eind mee in het avontuur van de zoektocht van Perregrin.
(uit: De Volkskrant, 2 december 1995)