Je kan geen brekebeen blijven
Joke Linders
Een enkele keer gebeurt het dat een boek je overrompelt, meesleurt en niet meer los wil laten. Het boek van Bod Pa van Anton Quintana is zo'n gebeurtenis. Prachtig van taal, geestig, zorgvuldig opgebouwd, een en al avontuur, snijdende observaties en dringende vragen.
Anton Quintana, pseudoniem voor Anton Kuyten, is vanwege de sfeer die hij op weet te roepen, wel de meester van de vertelkunst genoemd. Padjelanta (sinds kort weer verkrijgbaar als jeugdsalamander) en De bavianenkoning dat in 1983 een Gouden Griffel kreeg, boden excellente voorbeelden van die vertelkunst. Zijn verhalen zijn ook altijd zoektochten, beproevingen waarin de hoofdfiguur de strijd aangaat met zichzelf. Want leven is niet anders dan verlangen naar leven. Die strijd heeft Quintana vanaf zijn eerste ademtocht in dit aardse bestaan - hij was de laatste en de zwakste van een tweeling - moeten voeren, hij beheerst ook Het boek van Bod Pa.
Bod Pa is een dwerg, een mismaakte, blinde, lamme dwerg, een dronken zielepoot, een potsierlijke aardappelkabouter met een wolf en een raaf, maar ook de geheimzinnige ruiter uit het Noorden en een sjamaan, een wijze die alle wetten tart. Die van het grasland, die van de ruitervolken in de Aziatische steppen én die van de sjamanen. Via de karavaanweg heeft de vader van Perregrin hem geroepen om het steeds weer brekende been van zijn zoon te komen genezen. Tal van sjamanen, goeroes en magiërs hebben dat lamlendige been inmiddels betast, met kruiden ingesmeerd of met muizeschedeltjes omhangen, maar het bleef knappen. Zijn oude strijdmakker Bod Pa is de enige die nog uitkomst kan bieden.
Net als in eerdere boeken tekent Quintana hier het lot van de buitenstaander, voortdurende op weg om te vinden wat hij zoekt: de eigen identiteit, de plaats in de samenleving, het doel in het leven. Dat geldt voor de vader van Perregrin die van ver is gekomen en altijd een vreemde is gebleven, het geldt voor Perregrin met zijn zwakke gezondheid en voor Bod Pa. Alles doet hij anders dan zijn voorgangers.
Bij hun eerste ontmoeting geeft hij de jongen een andere naam: Pelgrim, reiziger. Want alle mensen zijn reizigers in een vreemd land. Bod Pa komt niet met smeerseltjes of gebeden, hij gaat het gesprek