De Engelse term ‘Gaelic’ staat voor de regionale taal dat in de Highlands en delen van Schotland wordt gesproken. Finlay Macleod bespreekt vanuit zijn ervaring hoe (toch) kinderboeken geproduceerd kunnen worden voor minderheden.
Wie kent Cyprian Ekwensi? Niemand van de Afrikaanse schrijvers schijnt zoveel voor kinderen en de massa geschreven te hebben als hij. Hij knoopt aan bij de traditie, maar integreert tegelijkertijd ideeën van anderen. Hij gelooft in de kracht van de jeugdliteratuur als middel om de gemeenschapsvorming in Nigeria te bevorderen.
Andere personen die belicht worden zijn o.a. Jella Lepman, die in 1949 IBBY stichtte, de Franse illustratoren Bernard Jannemin en Moach Eveno, hun Bulgaarse vakbroeder Alexander Alexov.
B. Isaksson en B. Fransson schetsten uitvoerig de historie van 400 jaar Zweedse kinderboeken. Onze Erasmus blijkt oervader van het bekendste en oudste boek uit 1591. Punten die bijzondere aandacht krijgen zijn: de sterke invloed van de leerplicht op het lezen, de omvangrijke export van Zweedse prentenboeken, de betekenis van Astrid Lindgren en Harry Kullman. Een reizende expositie van prentenboeken ‘Once upon a time’ trekt door Europa. Het tracé is op te vragen en mogelijk nog om te buigen bij The Swedish Institute, Box 7434, S-10 390 Stockholm. (Tel. 0046-8-789.2000)
Hebben kinderboeken eigenlijk nog wel kansen op voortleven naast televisie, video en andere ‘passieve’ verleidingen? De zojuist genoemde eerste schrijfster stelt zich deze vraag en is geen pessimiste. In haar essay met enkele onderzoeksgegevens vermeldt zij, dat Zweedse kinderen méér lezen dan ooit en 87% bezoekt regelmatig de bibliotheek. Maar de financiering van de laatste voorziening komt in de knel.
Andreas Bode gaat na welke veranderingen op dit gebied de laatste jaren zijn veroorzaakt door de politieke ontwikkelingen in Oost-Europa. De produktie van kinderboeken krijgt nieuwe opgaven en kansen, want de Oosteuropese kinderen kennen de Westeuropese kinderboekschrijvers niet en de Westeuropese kinderen kennen weinig van de jeugdliteratuur uit het Oostblok. Bode bespreekt aandachtsvelden als: poëzie, het vertalen en illustreren van kinderboeken, de situatie in een aantal landen, methoden van boekpromotie.
Renate Raecke maakt lezers attent op het IBBY-congres dat in 1992 plaats zal vinden in Berlijn, dus dichterbij dan voorheen. Als thema noemt zij: De kinderwereld in kinderboeken-kinderboeken in de kinderwereld. Christa Unzner-Fischer licht de speciale poster toe die zij voor dit congres heeft ontworpen, terwijl gegevens over haar tekeningen in een artikel van Sabine Mähne te lezen zijn.