niet waargemaakt wordt.
De Zoeklichtserie van Zwijsen is bij een grote groep kinderen zeer populair. Zij weten dat een Zoeklichtboek gemakkelijk leesbaar is en uit korte hoofdstukken met veel vaart en actie bestaat. Zouden we die kenmerken verwaarlozen en andersoortige teksten onder de noemer Zoeklicht uitbrengen, dan zou het met de populariteit van de serie gauw gedaan zijn.
Iets dergelijks geldt voor de genreboeken in de Wachtwoordserie. In die reeks brengen we bijvoorbeeld ballet- en paardenboeken uit. Wie een balletboek wil maken, ontkomt niet aan een balletdanseres op de omslag. Maar dat alleen is niet voldoende. De auteurs die aan Wachtwoord hebben meegewerkt, zijn op zoek geweest naar wat wezenlijk is voor zo'n genre, wat kinderen erin boeit. Ze hebben geprobeerd met deze elementen iets eigens en origineels te maken, goed geschreven, zonder te vervallen in het triviale. Voor de illustratoren en de vormgever van de omslagen geldt hetzelfde.
Door de verwachtingen die gewekt worden door onze serietitels en omslagen, waar te maken - hetgeen soms enige zelfdiscipline kost - bouwen we een bestendige relatie met een lezersgroep op. En dat is toch wat wij allemaal - schrijvers, illustratoren, ontwerpers, boekhandelaren, bibliothecarissen, opvoeders en uitgevers - willen?
Overigens realiseerde ik mij op de studiedag van het Landelijk Platform weer eens dat velen die kinder- en jeugdliteratuur een warm hart toedragen, wel graag willen dat goede boeken hun weg naar lezers vinden, maar dat ze de kriebels krijgen wanneer daar in marketingtermen over wordt gesproken. Iets als rekening houden met een doelgroep ziet men al gauw als een ontoelaatbare inbreuk op de creativiteit van auteurs, illustratoren en vormgevers. Men vreest het dictaat van de markt, ‘u vraagt wij draaien’, vertrossing.
Ik deel die vrees. Toch laten wij ons uitgeefbeleid mede bepalen door marktoverwegingen. Dat gebeurt dan wel op een heel andere manier dan in pakweg een zeeppoederfabriek. Een zeeppoederfabrikant kan ‘eenrichtingsmarketing’ toepassen: de markt wil milieuvriendelijker poeder; de fabrikant zet zijn ontwikkelingsafdeling aan het werk en na enige tijd rolt daar wel iets uit dat zich met een goede reclamecampagne als ‘groene’ zeep laat verkopen. Marketing in een uitgeverij ziet er anders uit.
Als kinderen balletboeken willen, dan komen die er alleen, indien we goede auteurs, illustratoren en vormgevers vinden voor wie het een creatieve uitdaging is om zo'n boek te maken. Het leidt zelden tot iets wat wij goed genoeg vinden om uit te geven, wanneer we een auteur, een illustrator of een vormgever vragen om iets voor ons te maken waar hij geen affiniteit mee heeft