Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 5
(1991)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Hans Christian Andersen, 150 jaar in vertalingGa naar voetnoot1.
| |
[pagina 38]
| |
sprookje en kunnen, met name voor jonge kinderen, een ondersteuning zijn om hun fantasie te verrijken. Vandaar, dat betreffende de illustratie-traditie vèr in de tijd wordt teruggegaan. Niet alleen het hedendaagse, originele illustratiewerk van onder meer de Nederlandse Lidia Postma, de Duitse Sabine Friederichson, de Oostenrijkse Monika Laimgruber, de Zweedse Elisabeth Nyman, de Spaanse Salvator Dali en de Deense Svend Otto S. zijn te bezichtigen. Maar ook het allereerste Deense illustratiewerk uit Andersens eigen tijd, dat ook in vroegere Nederlandse bundels, als origineel of imitatie, geplaatst moet zijn. Ik noem u: Vilhelm Pedersen, Johannes Larsen, Hans Tegner, Lorenz Frølich, Povl Christensen en Herluf Jensenius. Opmerkelijk is de eenvoud van deze eerste tekeningen, die misschien, daarom wel, het dichtst bij de dichter Andersen staan. H. Chr. Andersen was niet alleen dichter, romanauteur, sprookjesverteller, maar ook een bijzonder bloemschikker, beoefende het knippen van silhouetten en hij maakte schetsen. Enkele originele voorbeelden van door Andersen zèlf vervaardigde silhouetten en schetsen, deze laatste onder meer gemaakt tijdens een van zijn vele reizen, prijken eveneens op de tentoonstelling. Het allerjongste werk, wat op deze tentoonstelling te zien is, is het, nog maar enkele maanden oude, prachtige resultaat van opdrachten, uitgevoerd door studenten, eerste en derde jaars van de Akademie Beeldende Kunsten van de Rijkshogeschool Maastricht, die, òf door kleur als expressie in de illustratie, òf door een experiment in illustratietechniek, hun licht wierpen op Andersens sprookjes, die zij zèlf uitkozen. De tentoonstelling is zo ingericht, dat eerst een keur van afzonderlijke sprookjes in boek en prent wordt geboden; de wijze van uitgeven, die bij het publiek en zeker het jongere publiek, misschien het meest bekend is. De trap afdalend, steeds verder terug in de tijd gaand, via de Nederlandse sprookjesbundels en ander werk, komt men uiteindelijk bij de oude 150 jarigen aanbeland; Denen en Nederlanders broederlijk naast elkaar. Dit alles opgesierd met originele illustraties uit diverse tijdsperioden. De expositie wil u een indruk geven van een deel van de sprookjesachtige nalatenschap van een groot dichter. Raakt u na het bezichtigen van de tentoonstelling nog geboeider, dan is een reis naar het idylisch Denemarken de moeite waard.
Denemarken, zijn vaderland, werd door Hans Christian Andersen eens als volgt toegedicht:
‘Waar spreidt de zomer rijker bloemenbed
dan hier tot aan het open strand?
Waar staat de volle maan zo mooi
boven de klaverweien, als in der beuken vaderland?
|
|