Rectificatie
In Literatuur 99-4 stond het artikel ‘Jo van Ammers-Küller in Dubrownik’ van de hand van Leo Ross. Per abuis is toen niet het op aandringen van de redactie herschreven einde en een bijbehorende illustratie afgedrukt. Hieronder vindt u beide alsnog.
Er zijn verschillende verklaringen voor het gedrag van Jo van Ammers-Küller in Dubrownik in omloop: ze zou, en niet alleen vanwege de verkoop van haar boeken, pro-Duits geweest zijn, lid van de NSB, vriendin van Rost van Tonningen, in de oorlog ‘fout’. Had ze dan niet beter rustig tégen kunnen stemmen? Waarom heeft zij zich zo ‘aangesteld’? Een terugblik vanuit 1933 op 1931 doet ons een overtuigender verklaring aan de hand: zij herinnerde zich het PEN-congres in Amsterdam, ‘een feest voor allen, zonder wanklank’, een hoogtepunt in haar leven, een gecostumeerd bal in het Rijksmuseum, met Robbers en Boutens en Nijhoff en met háár als stralend middelpunt. Dubrownik confronteerde haar met nazi's, jodenvervolgingen en boekverbrandingen, dingen die haar tegenstonden en waarbij zij niet wenste dat de PEN betrokken werd. Wells en Toller bedreigden haar illusie. En Hitler heeft ze waarschijnlijk voor een kortstondig verschijnsel gehouden: PEN longa, Hitler brevis.
‘Jo-im-Glück’