Boek van de eeuw
Deining rond de Blauwe Schuit
‘De kritieken waren niet mals’ schrijft Herman Pleij op pagina 242 van zijn nabeschouwing bij de tweede druk van zijn proefschrift Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen uit 1982.
En inderdaad: mals was de kritiek niet. Zo heeft J.B. Drewes in De nieuwe taalgids van 1981 liefst 22 pagina's nodig om aan te geven wat er allemaal niet deugt en ook F.J.H. de Bree mag er zijn met een kritische recensie van zestien pagina's (in de Spektator van 1981/82). Coigneau doet het met tien pagina's in de Spiegel der Letteren van 1980 nog rustig aan. Het is duidelijk dat het boek een gevoelige snaar raakte, maar tegelijkertijd vond men het belangrijk genoeg om er zoveel aandacht aan te besteden.
De heftige reacties hadden met name te maken met het begrip ‘functie’. Pleij probeerde in zijn studie de beoogde, oftewel geïntendeerde functie van de tekst over het gilde van de Blauwe Schuit te achterhalen. Wat zouden de beweegredenen van de schrijver kunnen zijn geweest en welke effecten zou hij met zijn tekst hebben willen bereiken? Zelf schrijft hij: ‘De schrik werd onder meer veroorzaakt door het exclusieve dat ervan [= van functie] schijnt uit te gaan, in die zin dat de “letterkundige waarde” van de tekst er niet meer toe zou doen.’ Een regelrechte bedreiging voor het vakgebied dus, nog versterkt door het feit dat zijn studie uitdrukkelijk interdisciplinair was. Een literatuurhistoricus kon toch alleen maar uitspraken doen over literatuur!
De ontwikkelingen hebben Pleij inmiddels gelijk gegeven: de functievraag is de laatste twintig jaar binnen de historische letterkunde dominant geweest en interdisciplinariteit is veeleer uitgangspunt van onderzoek geworden dan uitzondering.
Bovendien bereikte Pleij het ‘grote’ publiek! Niet alleen was het een unicum dat zijn proefschrift bij de commerciële uitgeverij Meulenhoff te Amsterdam verscheen, maar dat het boek zelfs aan een tweede druk toekwam, baarde misschien nog wel meer opzien. Het gilde van de Blauwe Schuit kan daarmee beschouwd worden als een regelrechte voorloper van Maerlants wereld van AKO-literatuurprijswinnaar Frits van Oostrom.
P. Franssen