| |
| |
| |
Literatuur-nieuws
Index Bilderdijk-Museum
Over de nummers 1-15 (1984-1998) van het Bilderdijk-Museum, tijdschrift van de gelijknamige vereniging, is thans een index van 26 pagina's beschikbaar, bevattende een overzicht van de inhoud per nummer en indices op auteurs, mededelingen van de redactie, persoonsnamen, onderwerpen en ter sprake gekomen werken. Toezending volgt na overmaking van ƒ 3, - op postgiro 3084288 t.n.v. M. van Hattum, Fokkerlaan 36, 1185 JC Amstelveen.
m van hattum
| |
Tentoonstelling Van Oude Menschen
In nummer 3 van Literatuur 16 (1999), p. 196-197, is gewezen op een recente uitgave van de hand van Maarten Klein over Couperus' roman Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan. Vanaf 16 september 1999 tot en met 16 januari 2000 is in het Louis Couperus Museum in Den Haag een tentoonstelling te zien rond deze laatste Haagse roman (1906) van Couperus. Aanleiding hiervoor is een toneelbewerking ervan. Op 18 september opent De Koninklijke Schouwburg in Den Haag na een langdurige restauratie zijn deuren weer voor het publiek. Als openingsstuk staat Oude mensen in een bewerking door Willem Jan Otten en onder regie van Ger Thijs.
Op de tentoonstelling wordt behalve aan het boek zelf, aandacht besteed aan het proces van omwerking. Het uitgangspunt voor het toneelstuk is een boek, maar het
De omslag van Louis Couperus. Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan
heeft heel wat voeten in de aarde voordat de pure tekst zover is dat er naar het verhaal gekeken kan worden. In een theatrale sfeer wordt gepoogd een beeld te geven van dit proces doormiddel van allerlei ontwerpen en tussenstadia op het gebied van tekst, decorontwerpen, kostuums en regie.
Het Louis Couperus Museum is gevestigd aan de Javastraat 17, 2585 AB Den haag, tel./fax 070-3640653. De openingstijden zijn donderdag tot en met zondag van 12-17 uur. Toegang ƒ 4,50. Het stuk loopt tot en met 19 december in Den Haag en elders in het land. Informatie daarover: 0900-3456789.
louis couperus museum
| |
Lustrum Dichter aan huis
Op 25 en 26 september van dit jaar viert het tweejaarlijkse poëziefestival Dichter aan huis haar eerste lustrum. Vijftig Nederlandse en Vlaamse dichters zullen zes keer per dag voordragen uit eigen werk in Haagse woonkamers. Uitgangspunt is dit keer dat bekende dichters samen met jongere collega's een programma brengen van allerlei typen poëzie, van ‘rap’ tot klassiek. Door de beslotenheid van de huiskamer komt het publiek als het ware op bezoek bij dichters als Rutger Kopland, Remco Campert, H.C. ten Berge, Tom van Deel, Eva Gerlach, Jean Pierre Rawie, Anton Korteweg, maar ook onbekender dichters als Serge van Duijnhoven, Ruben van Gogh en Albertina Soepboer. De dag wordt afgesloten met een feestelijke bijeenkomst in de Nieuwe Kerk, waar dichters en publiek elkaar onofficieel kunnen ontmoeten en waarbij Huub van der Lubbe zal voordragen uit het werk van de dichter J.C. Bloem. Deze avond is alleen toegankelijk voor deelnemers aan het festival.
Ook dit keer is er een ‘Kinder-Dichter aan huis’ in het programma opgenomen. Op zondag 26 september kunnen kinderen onder begeleiding en in groepjes de dichters bezoeken in drie particuliere woonhuizen. Hun dag wordt afgesloten met een feestelijke bijeenkomst in het Kinderboekenmuseum.
Ter gelegenheid van ‘Dichter aan huis’ zal een bundel verschijnen van gedichten van alle deelnemende dichters, geïllustreerd met foto's van hun optredens in de huiskamer. De bundel is voor deelnemers aan het festival gratis verkrijgbaar.
Voor inlichtingen kan men zich wenden tot de Stichting Dichter aan huis, Denneweg 64, 2514 CJ Den Haag, tel. 070-3465786, fax 070-656643.
gvb
| |
| |
| |
Afscheid Marijke Spies
Op 29 oktober 1999 neemt prof. dr. Marijke Spies afscheid als hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ze zal bij die gelegenheid een afscheidscollege geven in de aula van de Vrije Universiteit dat samen met de afscheidsreceptie staat geprogrammeerd van 15.45 uur tot 17.15 uur. Dit college is uiteraard voor alle belangstellenden vrij toegankelijk.
Voorafgaand aan dit college is er in het auditorium van de Vrije Universiteit een symposium georganiseerd met het thema ‘rederijkers’. Het programma van dit symposium ziet er als volgt uit:
09.45-10.30 uur:
Ontvangst met koffie
10.30 uur:
Opening door prof. dr. G.E. Booij, decaan van de Faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit
10.30-11.00 uur:
Mieke B. Smits-Veldt, Universiteit van Amsterdam: Rederijkerswedstrijden 1613-1624: vernieuwing binnen de traditie?
11.00-11.30 uur:
Nelleke Moser, Vrije Universiteit: ‘Adieu o alderschoonste rosière’: afscheid van Vrouwe Rhetorica.
11.30-12.00 uur:
Koffie
12.00-12.30 uur:
Dirk Coigneau, Universiteit van Gent: Het refreinfeest als theologisch dispuut.
12.30-14.00 uur:
Lunch
14.00-14.30 uur:
Bart Ramakers, Vrije Universiteit: Een netelige kwestie. De dramaturgie van de Rotterdamse spelen van 1561.
14.30-15.00 uur:
Willem Frijhoff (Vrije Universiteit): Burgerlijk dichtplezier in 1650?
15.00-15.45 uur:
Afsluiting en thee.
Voor deelname aan het symposium wordt een bijdrage gevraagd van ƒ 50, -; studenten, aio's en oio's betalen ƒ 25, -. Men kan zich inschrijven door dit bedrag over te maken op giro 5582728 t.n.v. VU, Faculteit der Letteren, De Boelelaan 1105, Amsterdam, onder vermelding van: ‘Symposium Marijke Spies’.
Voor inlichtingen kan men zich wenden tot Henk Duits of Ton van Strien op ditzelfde adres, tel. 020-4446443 of 020-4446467.
gvb
| |
Literair-culturele bijeenkomsten in de Burcht
De Burcht, gevestigd in het voormalige kantoor van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ANDB), organiseert sedert 1991 een literair-cultureel programma onder de titel ‘Schoonheid na het werk’. Deze titel verwijst naar de traditie van de arbeidersontwikkeling in de vroege vakbeweging, met name bij de ANDB van Henri Polak.
Arbeiders hadden recht op een menswaardig bestaan dat niet alleen maar gedomineerd behoorde te worden door uitputtend en gevaarlijk werk, eten, slaap, met als enige uitlaatklep de kroeg, maar dat ook voldoende ruimte en tijd overliet voor recreatie en ontwikkeling: de invoering van de achturige werkdag (in 1911 ingevoerd in de diamantindustrie) was hiertoe een belangrijke voorwaarde. Het was de stellige overtuiging van socialisten als onder andere Henri Polak dat arbeiders zich geestelijk moesten ontwikkelen om in de nabije toekomst klaar te zijn voor de rol die de geschiedenis hun toebedacht: die van de leiders van de nieuwe, rechtvaardige, socialistische maatschappij. Hiertoe moesten zij in contact gebracht worden met kunst en literatuur.
Het gebouw waarin de ANDB gevestigd was, de Burcht, ontworpen door architect Hendrik Petrus Berlage, was met zijn indrukwekkende façade en zijn fraaie interieur (met het prachtige trappenhuis en de met wandschilderingen van Richard Roland Holst beschilderde Bondsraadzaal) een bewuste keuze,
De Burcht. Het bondsgebouw van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (ontworpen door H.P. Berlage. In 1900).
| |
| |
bedoeld als een soort voorproefje voor de diamantarbeiders op de toekomst waarin zij ook in hun dagelijkse leven omringd zouden zijn door ‘schoonheid’. Verder was vanaf 1902 in het gebouw een grote bibliotheek gevestigd waarvan de leden van de bond gebruik konden maken en waar de bond regelmatig muziekvoorstellingen (waar ook serieuze klassieke muziek aan bod kwam) en lezingen over kunst en literatuur organiseerde.
Het is deze traditie waaraan de Burcht (voorheen Nationaal Vakbondsmuseum) zich nog steeds schatplichtig voelt, zij het dat er uiteraard geen sprake meer is van een eenzijdige oriëntatie op ‘de arbeidersklasse’ als doelgroep. Het programma van ‘Schoonheid na het werk’ bestaat uit films (documentaires), stadswandelingen, muziekvoorstellingen, excursies en lezingen. Deze lezingen zijn niet specifiek gericht op het thema van de Burcht/Vakbondsmuseum, maar hebben een algemeen cultureel/literair karakter.
Het programma voor de maanden september tot en met december 1999 ziet er voor wat betreft de lezingen als volgt uit:
| |
12 september:
Journalist en schrijver Igor Cornelissen vertelt over zijn schrijverschap en over zijn in 1998 verschenen autobiografische boek met ‘journalistieke herinneringen’, Raamgracht 4.
| |
26 september:
Neerlandicus Jos Muyres, verbonden aan de afdeling Vlaamse Literatuur van de faculteit Letteren van de Universiteit Nijmegen, vertelt over ‘het sociale geweten’ van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon. Na de pauze zal voordrachtskunstenares Marcella Piessens teksten van Louis Paul Boon voordragen.
| |
10 oktober:
Schrijfster en journaliste Lisette Lewin, auteur van prachtige boeken als Voor bijna alles bang geweest en Een hart van prikkeldraad, vertelt over haar leven en werk (bij haar nauw met elkaar verbonden) en over haar meest recentelijk verschenen verhalenbundel Verliezers op zee.
| |
17 oktober:
Journalist en biograaf Henk van Gelder (NRC-Handelsblad) vertelt over schrijver Simon Carmiggelt naar aanleiding van de biografie, die hij over de schrijver van de beroemde kronkels aan het samenstellen is.
| |
14 november:
Schrijfster Doeschka Meijsing vertelt over haar schrijverschap en leest voor uit haar meest recentelijk verschenen werk.
| |
5 december:
Schrijver Nicolaas Matsier vertelt over betekenis en waarde van het sinterklaasfeest naar aanleiding van zijn hartstochtelijke pleidooi voor het behoud van dit volksfeest: Was Sinterklaas maar een gracht.
| |
19 december:
Joke Linders, freelance journaliste, gespecialiseerd in kinderliteratuur en momenteel bezig met een monografie over het werk van Annie M.G. Schmidt, vertelt over leven en werk van deze legendarische schrijfster van talloze musicals, tv-series en natuurlijk de onovertroffen kinderboeken.
jos baars
De omslag van Jacques Vriens, En de groeten van groep acht (Houten: Van Holkema & Warendorf, 1994).
| |
Jacques Vriens in het Kinderboekenmuseum
In aansluiting op het thema van de Kinderboekenweek organiseert het Kinderboekenmuseum de tentoonstelling En de groeten van Jacques Vriens...Schoolverhalen. Deze tentoonstelling loopt van 2 oktober 1999 tot en met 12 maart 2000.
Vriens die jarenlang onderwijzer is geweest, heeft veel van zijn belevenissen verwerkt in zijn populaire ‘schoolboeken’, waarvan En de groeten van groep acht, Bende in de bovenbouw, Het achtste groepie tegen het soepie en de Meester Jaap-serie de bekendste zijn.
Hoewel de nadruk van de expositie ligt op deze schoolverhalen, wordt er ook aandacht besteed aan andere belangrijke thema's in Vriens boeken. Op de tentoonstelling is van alles te zien: uiteraard Vriens' boeken en de vele illustraties van onder meer Annet Schaap, Mance Post en Philip Hopman. Maar ook manuscripten, typoscripten, brieven, foto's en bijzondere voorwerpen. Er is een lees- en luisterhoek ingericht waar men
| |
| |
De omslag van Jacques Vriens, Meester Jaap gaat nooit verloren (Houten: Van Holkema & Warendorf 1998)
kan gaan zitten lezen of luisteren naar fragmenten uit het werk van Vriens.
Ter gelegenheid van deze tentoonstelling verschijnt er een boekje, Meester Jaap gaat naar het Kinderboekenmuseum, uitgegeven door de uitgever van Vriens: Van Holkema & Warendorf. Het boekje wordt verspreid via de uitgever, maar ook via de NS. Elk kind dat in de maand oktober een Railrunnerkaart koopt, krijgt het boekje gratis.
Jacques Vriens is op 10 oktober en 29 december in het museum aanwezig. Bij deze gelegenheden zal hij voorlezen en het sprookje Grootmoeder, wat heb je grote oren...spelen. Men kan telefonisch reserveren, tel. 070-3339666. Voor nadere inlichtingen kan men bellen met Aagtje Smid, tel. 070-3339620.
gvb
| |
Lezen voor de lijst
In het nieuwe seizoen zal de schooltelevisie weer aandacht besteden aan topnummers van de literatuurlijst. Met ingang van dinsdag 21 september gaat Teleac/NOT op TV-2 om 11.00 uur het literatuurproject voortzetten met nieuwe afleveringen van ‘Lezen voor de lijst’. In vier school-TV-programma's van elk twintig minuten worden twee nieuwe titels uit de literatuurlijst behandeld. De eerste twee programma's gaan over Hersenschimmen van J. Bernlef. In de laatste twee programma's staat De kroongetuige van Maarten 't Hart centraal. De school-TV programma's worden ondertiteld via teletekstpagina 888 en worden achter elkaar herhaald op de donderdagmorgen van 11 november 1999 om 10.30 uur.
Er zal aandacht worden besteed aan de achtergronden van het literaire werk, zoals de tijd van ontstaan en de literaire en culturele context. Aan de hand van gedramatiseerde fragmenten uit de behandelde boeken wordt een indruk gegeven van de inhoud en de thematiek.
De TV-programma's worden begeleid door illustraties, met gegevens over het werk, de auteur, de maatschappelijke en culturele context van de roman en verwijzingen naar relevante literatuur. Deze kunnen worden besteld bij Teleac/NOT, tel. 035-6293140. Scholen betalen ƒ 17,50 voor vijf exemplaren. Voor aanvullende informatie kan men terecht bij Teleac/NOT, L.P. Both, afdeling communicatie, tel. 035-6293405.
gvb
| |
Afscheid Wim van den Berg
Op 12 november 1999 zal Wim van den Berg afscheid nemen als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde van het Instituut voor
Een erepromotie in de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam.
| |
| |
Neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Bij die gelegenheid zal er een symposium worden georganiseerd rond het belangrijkste werk van Van den Berg. Dat symposium zal plaatsvinden in de Doelenzaal van de Universiteitsbibliotheek. Na een ontvangst met koffie om 10.00 uur, zal een aantal oud-promovendi een korte inleiding geven en daarna zal er een forumdiscussie gehouden worden rond een thema dat verband houdt met de literatuurbenadering waar Van den Berg steeds een der pleitbezorgers van is geweest. 's Middags, om 14.00 uur zal Wim van den Berg in de Aula van de Universiteit zijn afscheidsrede uitspreken. Na afloop is er een receptie.
gvb
| |
Dr. Kloos en Dr. Van Deyssel (2): ‘Drie broodjes ham alstublieft’
In nummer 99/3 van Literatuur beschreef Henk Bonger zijn herinnering aan de erepromotie van Kloos en Van Deyssel in 1935. Een waardevolle bijdrage, die echter de niet-ingewijde lezer met enige vragen achterlaat. Dit geldt met name voor het slot, dat betrekking heeft op wat er na afloop van de promotie gebeurde. Hoezo eindigde het feest in een bordeel? En waarom bestelde Van Deyssel met een blonde dame op schoot een broodje kaas: om zich uit verlegenheid een houding te geven?
De antwoorden op deze vragen zijn te vinden bij Godfried Bomans. Deze was weliswaar, in tegenstelling tot Bonger, daar toen niet aanwezig,
Een portret van Lodewijk van Deyssel (in: Proza: een bloemlezing uit het werk van Lodewijk van Deyssel. Den Haag, 1944).
maar een goede vriend van hem wel: de Haarlemse arts en schrijver Tjebbo Franken. Op diens gezag moet de situatie aldus zijn geweest, en ik citeer nu Bomans' weergave ervan zoals deze gepubliceerd werd in zijn Werken (Godfried Bomans, Werken V, pp. 717-718, oorspronkelijk gepubliceerd in Elseviers Weekblad 29, oktober 1966):
Na afloop van de plechtigheid, toen de genodigden enigszins bevangen in de senaatskamer tegen elkaar zaten op te kijken, moeizaam zoekend naar een kwinkslag die enige ontspanning brengen kon, verklaarde Thijm opeens: ‘Thans, vrienden, gaan wij ons vertreden.’ Een Amsterdams advocaat, met het nachtleven van Amsterdam niet geheel onbekend en daarom hier ook ongenoemd blijvend, gaf aan dit verlangen de uitleg die hem de waarschijnlijkste leek en voerde het gezelschap naar een huis van lichte zeden. De ligging van de senaatskamer aan de Oudemanhuispoort schijnt (naar ik van horen zeggen heb) in dit opzicht niet on-
Geanimeerd gesprek tussen Lodewijk van Deyssel en P.C. Boutens, echter vermoedelijk niet in het bewuste bordeel (in: Proza: een bloemlezing uit het werk van Lodewijk van Deyssel. Den Haag, 1944).
| |
| |
gunstig te zijn en een kleine wandeling bracht de heren, die van hun bestemming niet het geringste vermoeden hadden, in de ontvangstruimte van het desbetreffende bordeel. Hier ontwikkelde zich tussen Boutens, Thijm en Franken een dispuut over de invloed van Plato op het christelijk denken en zie, halverwege deze gedachtewisseling traden drie geheel ontklede dames naar binnen, waardoor de bedoeling der lokaliteit de inzittenden op versante wijze duidelijk werd. Eén zette zich op de knie van Thijm en nam hem alvast de baret van het hoofd, die de zojuist gepromoveerde nog immer droeg. Wie nu denken mocht dat Thijm door deze ontwikkeling der gebeurtenissen overrompeld zou zijn, vergist zich. Hij hield vast aan de oorspronkelijk door hem vermoede bestemming van het vertrek, namelijk een ruimte waarin men verversingen bestelt en sprak, het gesprek een ogenblik onderbrekend maar daarna onmiddellijk weer hervattend: ‘Dank u, juffrouw, drie broodjes met ham’.
Het waren dus niet de beroemde Tachtigers die het initiatief namen zich naar een lokaal van lichte zeden te begeven. Liet het excentrieke genie Van Deyssel zich niet kennen en speelde hij het spel maar mee? Dat kan. Zelf denk ik dat zijn verstrooidheid hem parten speelde. Met het hoofd nog vol van gedachten over Plato en het christendom, zag hij zich ineens bezocht door een ontklede schoonheid. En wat doe je dan? Je houdt vast aan je eerdere opvatting over de functie van het vertrek, misschien tegen beter weten in maar wel heel menselijk. En zo kwam het dat een blote dame er een horecataak bij kreeg.
jac aarts
| |
Nieuwtjes
Zie voor de literaire agenda van het NBLC de Internet-site:
http://data.nblc.nl/vandaag.html. Andere interessante sites zijn te vinden via:
http://www.nblc.nl/biblioweb/index.html.
Voor inlichtingen betreffende de agenda kan men contact opnemen met het NBLC: Jef van Gool, Frank Hockx of Dick Welsink, postbus 43300, 2504 AH Den Haag, 070-3090310/ 192/ 175.
• | Het taaleducatieve radioprogramma de blauwbilgorgel zal dit jaar de Prins Bernhard Fonds Prijs voor Kunst- en Cultuureducatie krijgen. Het radioprogramma gaat over boeken, lezen en schrijven, en het richt zich bij uitstek op jongeren. De prijs wordt door Prins Bernhard persoonlijk uitgereikt op 28 oktober 1999. Aan de prijs is een bedrag van 100.000 gulden verbonden, waarvan driekwart dient te worden besteed aan het werkterrein van het programma. |
• | De alchemist van paul coelho is op het internationale congres van jonge boekverkopers uitgeroepen tot Best book of the Year 1999. |
• | De Martinus Nijhoffprijs voor vertalingen, een prijs van het Prins Bernhard Fonds, is voor 1999 toegekend aan thérèse cornips. Zij krijgt deze prijs in het bijzonder voor haar vertaling van het werk van Marcel Proust. De prijs, die 100.000 gulden bedraagt, zal worden uitgereikt op 28 oktober 1999 door Prins Bernhard. |
• | jaak dreesen en goele dewanckel kregen in Bologna een zogenaamde ‘Mention’ voor Zeg me dat het niet zal sneeuwen. Hiermee werd dit boek door een internationale jury bestempeld tot een van de tien beste kinderboeken van het afgelopen jaar. |
• | De Prijs voor het Meesterschap is door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde toegekend aan prof. dr. w.p. gerritsen. De mediëvist krijgt de prijs voor zijn bijdragen aan de Nederlandse taal- en letterkunde, een categorie waar eens in de vijftien jaar een prijs voor wordt uitgereikt. |
• | mariken goris en wilma wissink hebben de Van Goensprijs 1999 gekregen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde voor hun artikel The medieval Dutch tradition of Boethius ‘Consolatio philosphiae’. De prijs van 5.000 gulden is bedoeld om nog niet gepromoveerde onderzoekers te stimuleren te publiceren over Nederlandse literatuur. |
• | De VSB-poëzieprijs 1999 ging dit jaar naar esther jansma voor Hier is de tijd. De prijs bedraagt 50.000 gulden. |
• | anneke makkink zal op 3 oktober 1999 de Gouden Griffel ontvangen voor haar kinderboekdebuut Helden op sokken, uitgegeven bij Querido. |
• | harry mulisch, Jeroen Krabbé
|
| |
| |
| en Robbert Ammerlaan hebben een contract afgesloten voor de verfilming van De ontdekking van de hemel. Ate de Jong is producent en Edwin de Vries zal het scenario schrijven. De cast is tot nu toe onbekend. |
• | De Johan Fleerackersprijs van de Vlaamse regering en het Nederlandse Ministerie van Onderwijs is toegekend aan frits van oostrom en frank willaert. Zij kregen de prijs vanwege ‘hun eminente verdiensten voor de studie van het middeleeuws erfgoed in een internationaal perspectief’. |
• | De Cees Buddingh' prijs, van 2500 gulden, wordt uitgereikt aan ilja leonard pfeijffer voor het debuut Van de vierkante man. |
| |
• | Op 16 juni 1999 overleed ernst van altena (1934-1999), tekstschrijver en dichter, maar vooral vertaler van poëzie. Hij vertaalde met name de werk van François Villon, waarvoor hij al in 1965 de Martinus Nijhoffprijs kreeg. Hij vertaalde verder werk van Jacques Brel, George Brassens en Molière. Tevens vertaalde hij The Canterbury Tales van Chaucer. Hij was ook actief in de Vereniging voor Letterkundigen. Rond 1980 stond Van Altena aan de basis van een ambitieuze Nota letterenbeleid van D66. |
• | Op 7 juli 1999 overleed te Vierhouten prof. dr. j.j. oversteegen (* 2 januari 1926 te Blaricum). Oversteegen was jarenlang directeur van de Stichting voor Vertalingen, maar verkreeg vooral bekendheid door het tijdschrift Merlyn, waarin hij samen met Jessurun d'Oliveira en Kees Fens een literatuurbenadering propageerde, waarbij de tekst centraal werd gesteld. In 1969 promoveerde hij op het proefschrift Vorm of vent, een studie naar de literatuuropvattingen van Nederlandse critici tussen de beide wereldoorlogen. Hij werd hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam, maar zijn hart ging toch vooral uit naar de theorie van het vak en hij stapte dan ook over naar het Instituut voor Algemene Literatuurwetenschap van de Universiteit van Utrecht, waar hij studies publiceerde als Beperkingen (1982) over de methodologische achtergronden van de literatuurtheorie en over de beperkingen van de interpretatie. Na zijn emeritaat werkte hij nog lange tijd aan een in twee delen verschenen biografie over Cola Debrot. |
• | Op 11 juli 1999 kwam de bekende tekstschrijver, cabaretier, entertainer en dichter jelle de vries (* 1921) in Harderwijk te overlijden. De Vries werkte een aantal jaren als pianist en entertainer toen Wim Sonneveld hem in 1954 als muzikaal leider voor zijn cabaret contracteerde. In 1959 begon hij programma's te maken voor de VARA-radio, waarvoor hij tal van teksten schreef. De VARA-radio maakte ook gebruik van zijn talenten als regisseur, componist, producer, zanger, pianist en voordrachtskunstenaar. |
|
|