| |
| |
| |
Literatuur-nieuws
Klassieke Nederlandse literatuur op CD-rom
Het Utrechtse eenmansbedrijf van Arjen den Boer is er in geslaagd om zo'n 150 klassieke teksten uit de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen tot en met de Tachtigers op één cd-rom bijeen te brengen. Deze cd-rom bevat niet alleen teksten maar ook inleidingen, samenvattingen, illustraties, handschriftfragmenten, schrijversportretten, afbeeldingen van oude drukken en wat dies meer zij. Het geluidsgedeelte bestaat uit liederen die worden uitgevoerd door Camarata Trajectina en uit voordrachten van teksten door Letty Kosterman en Gerrit Komrij. Voorts bevat de cd-rom interviews met literatuurhistorici als Willem Kuiper, Jan Fontijn, Riet Schenkeveld en Herman Pleij.
Voor de gebruiker zijn allerlei handige mogelijkheden ingebouwd. Zo kan men uitgebreid zoeken op trefwoord en men kan de grootte van de letter of het lettertype naar behoeven instellen.
Arjen den Boer heeft met tal van medewerkers, onder meer via internet, een indrukwekkende hoeveelheid materiaal bijeengebracht. Zo indrukwekkend dat Ton van Bladel van Spectrum Multimedia geïnteresseerd raakte en in de uitgave investeerde. Dat betekent dat Het Spectrum deze cd-rom in de handel brengt onder de titel Klassieke literatuur - Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen tot en met de Tachtigers voor de prijs van ƒ 99,90.
gvb
| |
Vers voor de pers
De Vers voor de pers-beurs is ook in januari weer druk bezocht. De uitgeverijen presenteerden hun boeken die dit voorjaar, voornamelijk in maart en april, uit zullen komen. De meeste van deze boeken zijn dus bij het verschijnen van dit nummer van Literatuur al in de boekwinkels te verkrijgen. Toch blijven er nog enkele boeken over die in of na mei pas op de markt komen. Zo geeft uitgeverij Verloren Het ‘Album J. Rotarii’ uit. Dit album bevat een aantal handschriften uit de zestiende eeuw, die in het bezit waren van Johan Rademacher de Oude, een geleerde en koopman, die zich in een ruime kring van geleerden, zakenlieden en kunstenaars bewoog. De briefwisselingen met deze personen zijn onder andere opgenomen in dit album. Rademachers eigen werk bestaat voornamelijk uit ontwerpen voor grafschriften, deviezen en rijmpjes. Sommige teksten zijn in het Latijn, zoals de korte familiekroniek. De teksten worden vergezeld door een transcriptie.
Uitgeverij Sun schenkt aandacht aan Johannes Smetius' Nijmegen, stad der Bataven. Smetius, predikant en oudheidkundige, laat de geschiedenis van Nederland in Gelderland en Nijmegen beginnen, tegen alle pretenties van Holland in. Het werk bestaat uit twee delen; het eerste deel bevat een uiteenzetting van leven, werk en denken van Smetius, het tweede deel bevat de vertaling met annotatie.
Querido zal in augustus de toneelstukken Moortje en Spaanschen Brabander van Bredero in de Deltareeks uitbrengen. Deze twee toneelstukken die nu nog regelmatig worden opgevoerd, worden bezorgd door E.K. Grootes, specialist op het gebied van zeventiende-eeuwse Nederlandse letterkunde in het algemeen en van Bredero's werk in het bijzonder. Ook in de Griffioenreeks verschijnt in juni weer een klein juweeltje: in Een web van vriendschap zijn brieven van elf Nederlandse vrouwen die tot de hogere burgerij behoorden samengebracht. Zij correspondeerden allen met mannen, waaronder Constantijn Huygens en Geeraerdt Brandt. Zij schrijven als moeder, zusje, geliefde of vriendin en uit al deze brieven klinken de alledaagse gebeurtenissen uit de zeventiende eeuw door. Deze uitgave werd samengesteld door Mieke B. Smits-Veldt en Martha S. Bakker.
Bij uitgeverij De Prom komt het boek Een boom over Armando uit. Alle disciplines die Armando beheerst, schijven, schilderen, beeldhouwen, toneelspelen en vioolspelen, komen aan bod en J. Heymans probeert de motieven achter deze disciplines bloot te leggen voor zover dat mogelijk is. Armando's zeventigste verjaardag wordt gevierd met dit multiportret van een weergaloos kunstenaar.
Bij Amsterdam University Press komen twee boeken op de markt over Nederlandse begripsgeschiedenis. Deel één, Vaderland, probeert aan de hand van politieke teksten, literatuur, geschiedschrijving en preken helderheid te scheppen in de discussie over de historische wortels van onze nationale identiteit. Deel twee, Vrijheid, beschrijft het Nederlandse vrijheidsbegrip van de vijftiende eeuw tot nu aan de hand van historisch,
| |
| |
Omslag van Vrijheid.
literatuurhistorisch, kunsthistorisch, theologisch en filosofisch onderzoek.
Bij uitgeverij Aspekt worden gesprekken en briefwisselingen uitgegeven tussen Theun de Vries en Simon Vestdijk in het boek S. Vestdijk. Een laatste confrontatie in brieffragmenten en gesprekken.
Bij Sdu Uitgevers staat taal centraal. Zo komen zij met het boekje De 100 meest gestelde vragen over taal waarop antwoord wordt gegeven vergezeld van achtergrondinformatie. Tevens vele tips, feitjes en weetjes. Voor de mensen die professioneel met taal bezig zijn, verschijnt De taalgids van A tot Z. Alle mogelijke taalproblemen worden hierin behandeld en het boekje staat vol over zinsbouw, woordkeus, interpunctie, afkortingen en leesbaarheid.
juul verheijen
| |
Louis Couperus en Pier Pander
Onder de titel Louis Couperus en Pier Pander, twee verwante zielen werd op 1 april in het Louis Couperus Museum een tentoonstelling geopend die nog tot en met 12 september te bezichtigen is.
Pander, een Fries, heeft bijna zijn hele leven in Rome gewerkt, maar hij heeft het contact met Nederland nooit verloren. Nederlandse bezoekers wisten de weg naar zijn atelier in de Via Gaeta en later de Via Nomentana goed te vinden. Zo ook Couperus. In 1895 vond hun eerste ontmoeting plaats en een warme vriendschap ontstond. Couperus zou zijn leven lang een grote waardering voor de kunstenaar Pander behouden. In Metamorfoze komt Pander voor onder de naam Fedder. Een beeldengroep die Couperus heeft zien ontstaan in Panders atelier, gaf aanzet tot het schrijven van de sonnettenreeks Alba.
Beide kunstenaars waren bijzonder geïnteresseerd in de theosofie, de geestesstroming die zo'n grote invloed had op de kunst in het fin de siècle. De door Couperus beschreven beeldengroep stelde volgens Pander de creatie voor van een kunstwerk, volgens de theosofische principes van ‘inwikkeling’ en ‘evolutie’. Niet in een museum maar in een apart tempeltje zouden de beelden het beste tot hun recht komen, vond Pander. In 1924, vijf jaar na zijn dood werd het tempeltje gerealiseerd, in de tuin achter museum Het Princessehof in Leeuwarden. Onlangs is het gerestaureerd.
Op de tentoonstelling is een reconstructie van het tempeltje te zien, met een aantal van de beelden die Couperus zo waardeerde. De tekst in de leesmolen gaat in op de verwantschap in opvattingen tussen beide kunstenaars. Boeken, documenten, schilderijen, foto's en origineel beeldhouwgereedschap van Pander completeren de tentoonstelling.
Het Louis Couperus Museum is gevestigd aan de Javastraat 17, 2585 AB 's-Gravenhage (070-3640653). De openingstijden zijn op donderdag tot en met zondag van 12.00 tot 17.00 u. De toegangsprijs bedraagt ƒ 4,50.
louis couperus museum
| |
Prijsvraag Huizinga Instituut
Het Huizinga Instituut, de onderzoekschool voor cultuurgeschiedenis, heeft een prijsvraag uitgeschreven waarvan de opgave is: wie is de belangrijkste persoon geweest voor de Nederlandse cultuurgeschiedenis in de afgelopen duizend jaar? Men wordt uitgenodigd om de naam van de uitverkorene op te geven en daar tevens een motivering aan toe te voegen van maximaal 200 woorden. De keus kan worden gemaakt uit een breed scala aan disciplines en ook buitenlanders kunnen meedingen naar de kwalificatie die inzet is van deze prijsvraag.
De meest genoemde in de ontvangen inzendingen zal worden aangeduid als de ‘belangrijkste persoon voor de Nederlandse cultuurgeschiedenis in de afgelopen duizend jaar’. Zijn naam zal worden onthuld in het Huizinga Nieuws
| |
| |
van december 1999 (nummer 6).
Inzendingen (niet meer dan één per persoon) dienen vóór 1 november 1999 te worden gezonden aan P. Koopman, Huizinga Instituut, Spuistraat 134, 1012 VB Amsterdam (e-mail: paul.koopman@ hum.uva.nl).
Onder degenen die de juiste kandidaat hebben voorgedragen wordt het belangrijkste boek over de genomineerde verloot. Een tweede prijs gaat naar de meest originele inzending. Een deskundige jury zal daartoe de bijdragen beoordelen. Wanneer er veel aardige reacties binnenkomen, zullen die worden gebundeld en als nieuwjaarsgeschenk aan de deelnemers worden toegezonden.
gvb
| |
Manifestatie J.C. Bloem
Van 29 mei tot en met 7 november 1999 zal in het Letterkundig Museum een tentoonstelling te bezichtigen zijn over de dichter J.C. Bloem (1877-1966). In dat kader heeft het museum een manifestatie georganiseerd onder de titel Bloem lezen, Bloem zingen, die op zondag 30 mei zal plaats vinden in samenwerking met Radio West. Aan leerlingen van conservatoria of kleinkunst academies en aan leerlingen van VWO en HAVO is gevraagd een gedicht van J.C. Bloem op muziek te zetten en dat op 30 mei in het Letterkundig Museum ten gehore te komen brengen. Een jury, bestaande uit Louis Behre, Huub van der Lubbe en Diana Ozon, zal de bijdragen vakkundig beoordelen. Huub van
J.C. Bloem door W. Schuhmacher collectie Letterkundig Museum. Den Haag.
der Lubbe zal zelf het gedicht ‘November’ zingen en Manon van Lier brengt ‘Huiswaarts reizende’ ten gehore. Dat laatste gedicht is reeds op cd uitgebracht.
Voor nadere informatie over deze manifestatie en over de tentoonstelling kan men contact opnemen met Anna-Marie Lücken (070-3339619).
gvb
| |
Handboek literatuuronderwijs
Bulkboek heeft het Handboek Literatuuronderwijs 1999/2000 uitgegeven waarin de gevolgen van de Tweede Fase voor het literatuuronderwijs centraal staan. Dit boek is bedoeld voor docenten Nederlands en vreemde talen, bibliotheekmedewerkers en een ieder die betrokken is bij het literatuuronderwijs. Er wordt aandacht besteed aan zelfstandig leren, het leesdossier, het vak Cultuur en Kunstzinnige Vorming en de overgang van Basisvorming naar Tweede Fase. Ook is er een overzicht in terug te vinden over recent verschenen publicaties, lesmateriaal en nascholing. Meer informatie is op te vragen bij Bulkboek, tel: 020-6279549.
jv
| |
Nieuwtjes
Zie voor de literaire agenda van het NBLC de Internet-site: http://data.nblc.nl/vandaag.html. Andere interessante sites zijn te vinden via: http://www.nblc.nl/biblioweb/ind ex.html. Voor inlichtingen betreffende de agenda kan men contact opnemen met het NBLC: Jef van Gool, Frank Hockx of Dick Welsink, postbus 43300, 2504 AH Den Haag, 070-3090310/192/175.
• | De Amsterdamse Universiteitsbibliotheek heeft een belangrijke collectie brieven uit de negentiende eeuw verworven, alle gericht aan een van de oprichters van De Gids, c.p.e. robidé van der aa. Tot de schrijvers van de brieven behoren Nicolaas Beets, E.J. Potgieter, Hendrik Tollens, Jacob van Lennep, C.E. van Koetsveld, Jan Pieter Heije, J.F. Oltmans, Bernard ter Haar, J.P. Hasebroek en A.C.W. Staring. |
• | jessica durlacher heeft met haar boek Het geweten het Gouden Ezelsoor 1999 gewonnen. Deze prijs, die wordt uitgereikt voor het best verkochte literaire debuut, bedraagt 10.000 gulden. |
• | Sinds januari is het mogelijk om in Den Haag het willem frederik hermans instituut te bezoe- |
| |
| |
| ken. Dit instituut is gevestigd in de Koninklijke Bibliotheek en zal de werken van Hermans gaan publiceren, bestuderen en conserveren. Hierbij worden het financieel gesteund door de gemeente Den Haag die een bedrag van 10.000 gulden heeft gedoneerd. Tevens zal het instituut in september de plannen bekend maken voor een te verschijnen Hermans-biografie. |
• | De ECI-prijs voor Schrijvers van Nu 1999, die eens per twee jaar wordt uitgereikt, is gewonnen door arthur japin met zijn boek De zwarte met het witte hart. De jury nomineert één boek per kwartaal en na het voordragen van Japin durfde niemand nog een andere titel naar voren te brengen. De uitreiking werd voorafgegaan door een feestelijk diner waarna Ed van Thijn, juryvoorzitter, de winnaar bekend maakte. Japin versloeg Maria Stahlie, Piet Meeuse, Hafid Bouazza, Karel Glastra van Loon, Geert van Istendael, Frans Kingma en Hans Maarten van den Brink en sleepte 35.000 gulden in de wacht. Alle genomineerden hebben toch een bedrag van 5.000 gulden gekregen. De zwarte met het witte hart is in diverse landen in vertaling verschenen en werd al bekroond met de Van der Hoogtprijs. Momenteel werkt Japin aan een operaversie die in 2001 in première zal gaan. |
• | De Aleida Schotprijs voor vertalingen uit de Slavische literatuur, groot vijfduizend gulden, is toegekend aan arthur langeveld voor zijn vertalingen uit het Russisch van Tolstoj, Gogol, Gontsjarov en anderen. |
• | joke van leeuwen heeft de Woutertje Pieterseprijs 1998 in de wacht gesleept. Het boek Bezoekjaren heeft gewonnen uit ruim tachtig ingezonden titels en dit leverde haar 25.000 gulden op. |
• | De juri van de librisprijs 2000 zal dit jaar bestaan uit voorzitter Saskia Stuiveling, collegelid van de Algemene Rekenkamer, Jan Fontijn, neerlandicus, Hendrik van Gorp, Leuvense hoogleraar algemene literatuurwetenschap, auteur Nicolaas matsier en Xandra Schutte, literatuurcriticus. Zij zullen het beste Nederlandstalige literaire boek kiezen dat dit jaar op de markt komt. |
• | mark meekers won de Apollo Poeziëprijs welke uit een oorkonde en 1.000 gulden bestaat. Zijn winnende gedicht werd gekozen uit 364 inzendingen. |
• | Onder de titel Nader tot hem heeft het Leidse antiquariaat Aioloz de eerste gerard reve-krant uitgebracht. De krant bestaat uit 20 zalmroze pagina's in A4-formaat en verschijnt in een voorlopige oplage van tweeduizend exemplaren. Het is de bedoeling dat de krant tweemaal per jaar verschijnt. |
• | In het Letterkundig museum is tot en met 12 september 1999 een tentoonstelling te bezichtigen onder de naam vier lichte letterheren. Het gaat hierbij om handschriften, portretschilderijen, unieke uitgaven en voorwerpen van S. Carmiggelt, G. Bomans, K. Stip en K. van Kooten. Tevens zal er een schrijversprentenboek onder dezelfde titel verschijnen waaraan Peter van Zonneveld, Cees van der Pluijm, Gerrit Komrij, Thomas van den Bergh en Kees Fens hun bijdragen hebben geleverd. |
• | De toneelgroep ‘Het Toneel Speelt’ is van plan een zevendelige televisie-soapserie te vervaardigen op basis van de drie Jozef-stukken van joost van den vondel. Jozef in Dothan, Jozef in Egypte en Jozef aan het hof moeten nog in 1999 een week lang iedere dag op het scherm komen, dank zij subsidie van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties. |
• | Onder de titel Voskuil in de Plantage brengt de VPRO een videoband in omloop waarop het interview van Hanneke Groenteman met j.j. voskuil in de Plantage in Amsterdam is vastgelegd. De opname omvat een drie uur durend interview. De band kan worden besteld bij de VPRO Publieksservice door overmaking van ƒ 28,50 op rekeningnummer 444600 onder vermelding van ‘Voskuil Video’. |
| |
• | Op 20 januari 1999 overleed te Nijmegen prof. dr. w.j.m. bronzwaer (*15 mei 1936 te Heerlen), sinds 1975 hoogleraar Algemene Literatuurwetenschap aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Bronzwaer was ook literair criticus van De Tijd en de Volkskrant. Zijn enorme kennis van de poëzie is samengebald in zijn Nederlandse poëtica Lessen in lyriek (1993). Zijn essays zijn verzameld in Het tweede spoor en De vrije ruimte. |
• | Op 16 maart 1999 overleed de politicus, journalist en schrijver theodoor hendrik joekes (*Den Haag 1923). Na de Tweede Wereldoorlog was hij medewerker bij de Nederlandse afdeling van de
|
| |
| |
| BBC. Hij publiceerde een vijftiental detectives zoals Moord in de Ridderzaal en Moord aan het Voorhout, een aantal dichtbundels, waaronder De eenzamen en andere gedichten en in 1996 is van zijn hand Man en Paard: herinneringen verschenen. |
• | Op 10 februari 1999 overleed te Buren de antiquaar frits knuf (*1926). Zijn antiquariaat, dat hij enkele jaren geleden verkocht maar nog steeds onder zijn naam voortbestaat, is gespecialiseerd in bibliografische boeken. |
• | Op 5 februari 1999 overleed te Bloemendaal toon kortooms (*23 februari 1916 te Deurne), auteur van romans en verhalen, waaronder enkele bestsellers over de Brabantse Peel als de Beekman- trilogie (1949-1950) en de verfilmde romans rondom de Deurnese huisarts en kunstenaar Hendrik Wiegersma: Help, de dokter verzuipt! (1968) en Laat de dokter maar schuiven (1975). |
• | Op 25 januari 1999 overleed te Leiden dr. antonia cornelia machtilda kurpershoek-scherft (*16 februari 1921 te Den Haag). Tonny Kurpershoek-Scherft promoveerde op 18 december 1956 aan de Universiteit van Amsterdam bij prof. Donkersloot op De episode van Het Getij; de Noordnederlandse dichtkunst van 1916 tot 1922. |
• | In januari 1999 overleed op zeventigjarige leeftijd robert lagrain (*1928), lid van het Guido Gezellegenootschap en erevoorzitter van de Guido Gezellekring. Van zijn hand verschenen tal van studies over Gezelle. |
• | Op 10 februari 1999 overleed in Tasmanië piet marée (*1903 te Gouda), auteur van kinderboeken, illustrator, fotograaf en vormgever. Hij schreef meer dan honderd boekjes, waaronder Uit grootmoeders sprookjeskast en versjes en rijmpjes voor kinderen en zeer vele knutselboeken in gigantische oplagen zoals Knutsel mee met Piet Marée. In 1994 was er een expositie over zijn leven en werk in de Koninklijke Bibliotheek. |
• | Op 4 maart 1999 overleed te Amsterdam karel van het reve (*Amsterdam 19 mei 1921). Hij was vanaf 1957 hoogleraar Slavistiek te Leiden. Als oprichter van de Alexander Herzenstichting beijverde hij zich voor de bevordering van uitgaven en vertalingen van in de Sovjetunie verboden literatuur. Van 1967-1968 verbleef hij als correspondent voor het Parool in Moskou. Enkele van zijn werken: Lenin heeft echt bestaan, Rusland hoe het was en Geschiedenis van de Russische literatuur, van Vladimir de Heilige tot Anton Tsjechov. |
• | In februari overleed de neerlandicus arie van til (*1931), tot zijn pensionering als docent verbonden aan het Casimir College te Amstelveen. Van Til publiceerde een aantal artikelen over Nescio. |
• | Op 26 februari 1999 overleed te Amsterdam henk bonger (*Amsterdam 12 mei 1911), van 1946 tot 1973 docent Nederlands en geschiedenis aan het Stedelijk Gymnasium Arnhem en eminent kenner van het werk van D.V. Coornhert aan wie hij talrijke publicaties wijdde. Kort voor zijn dood zond Bonger nog de volgende kopij in voor Literatuur: |
| |
Dr Kloos en Dr Van Deyssel
Het aantal mensen dat de erepromotie van Kloos en Van Deyssel, in 1935, heeft bijgewoond in de aula van de Universiteit van Amsterdam, zal snel slinken. En omdat de herinnering aan deze wonderlijke plechtigheid niet verloren mag gaan, schrijf ik mijn herinnering op.*
De lezer van deze herinnering moet weten dat Kloos zesenzeventig jaar oud was, toen hij doctor werd en Van Deyssel éénenzeventig toen hij de doctorshoed ontving. Promotor was Donkersloot, hoogleraar moderne Nederlandse literatuur. Het balkon van de aula (toen in het gebouw aan de Oudemanhuispoort) was afgeladen vol met studenten, niet alleen Neerlandici, en de zaal was vol met, laat ik het noemen, de literaire wereld; velen gekomen om te zien, velen om gezien te worden. Toen pedel Van Pommeren binnenschreed stond iedereen op en hem volgden de jonge doctoren met de Rector Magnificus. Daarachter een lange stoet hoogleraren. Direct waren er aanwijzingen voor het uitzonderlijke karakter van de plechtigheid, want Kloos had een rok gekregen, geleend of gehuurd, die hem te groot was, één boordpunt stak omhoog en zijn broek werd in hoofdzaak door wilskracht opgehouden want zijn bretels waren er niet op betekend. Van Deyssel had waarschijnlijk een eigen rok. Beide doctoren droegen een hoge hoed in de hand waar ze onhandig mee omgingen. Of niemand had ze gezegd, dat je die hoed in de vestiaire moest laten (de aula was binnen) of de twee Tachtigers wilden die niet uit
| |
| |
Lodewijk van Deyssel (l.) en Willem Kloos feliciteren elkaar met hun beider promotie, 27 mei 1935.
handen geven, want je weet maar nooit of je de hoed terugkrijgt en waar en wanneer. De beide eregasten zaten op de voorste rij, een plaats of vier van elkaar af. Nu waren ze allebei niet doof, maar wel hardhorend, en de grens was moeilijk vast te stellen; in ieder geval praatten de twee zo luid, dat de hele zaal en de galerijen het konden horen. Toen Donkersloot aan zijn laudatio was begonnen, zei Kloos: ‘Wie is die man?’, waarop Van Deyssel: ‘Hij heet Donkervoort’ Kloos: ‘Ik ben links dover. We moeten van plaats wisselen.’ Moeizaam geschuif, waarbij Kloos op de hoge hoed van Van Deyssel ging zitten. Het uitdeuken wilde niet vlotten. Donkersloot hield zich stil. Wij zaten boven met rooie koppen door het ingehouden lachen en wij stootten elkaar voortdurend aan. Nadat de beide doctores met de koker met de bul in de hand gefotografeerd waren, was de plechtigheid afgelopen. Ik heb mij laten vertellen dat het feest, na het diner, in een bordeel geëindigd was, waar Van Deyssel, met een blonde werknemer op schoot, een broodje kaas had besteld. Wij, studenten, hadden Donkersloot gewaarschuwd. Toen hij zei: ‘Beter laat dan nooit’, zei een jaargenoot van mij: ‘Beter nooit dan zo laat.’
h. bonger
*Een paar jaar geleden zond ik mijn herinnering aan een literair tijdschrift (ik weet niet meer welk), maar ik hoorde taal noch teken van de redactie.
|
|