| |
Literatuur-ingekomen uitgaven
• | Geldenhouwer van Nijmegen, Gerard (1482-1542), Historische werken. Lucubratiuncula de Batavorum insula, Historia Batavica, Germaniae Inferioris historiae, Germanicarum historiarum illustratio. Uitgegeven en vertaald door István Bejczy en Saskia Stegeman met medewerking van Michiel Verweij. Hilversum: Verloren, 1998, (Middeleeuwse Studies en Bronnen LIX), ca. ƒ 49, -; ISBN 90 6550 033 2.
Omstreeks 1500 hadden de Nederlandse humanisten veel belangstelling voor de vaderlandse geschiedenis. Gerard Geldenhouwer was een van hen. Leunend op de klassieken toonde hij als eerste aan dat de Bataven de bewoners waren van het Nederlandse rivierengebied van Lobith tot de Noordzee. Zijn visie is bepalend geweest voor het beeld dat men in de Nederlandse Republiek had van de Bataven. In de onderhavige editie worden vier Latijnse teksten van zijn hand uitgegeven met een vertaling in hedendaags Nederlands en toelichtingen. De inleiding is grotendeels gewijd aan de ‘Bataafse kwestie’ en de drukgeschiedenis van de vier teksten.
pf |
| |
• | De duinen gillen mee! Samengesteld door Wim van den Berg en Hanna Stouten. Amsterdam: Em. Querido, 1997, 189 blz.
In de Griffioenreeks verscheen een deeltje met romancen uit de tweede helft van de achttiende
|
| |
| |
| eeuw en de eerste decennia van de negentiende. Met de toegenomen belangstelling voor de Middeleeuwen in die periode kende het genre een grote bloei. De samenstellers van de bundel, Wim van den Berg en Hanna Stouten, spreken zelfs van een rage. In hun nawoord laten ze zien hoezeer romantiek en romance, ook etymologisch, samenhangen. In een vaak ongekunstelde vorm vertellen de romancen over heroïsche daden, aandoenlijke voorvallen en verloren liefdes. Dat gebeurt in een verhalende vorm op rijm. Het bundeltje geeft een goed beeld van de vele romancen die de Nederlandse literatuur uit die tijd heeft opgeleverd.
gvb |
| |
• | Clement, M., Josepha Mendels, taal en tijd. Amsterdam: eigen beheer, 1997 (proefschrift Amsterdam), 174 blz., ill., ƒ 25, -; te bestellen bij Marja Clement, Rapenburgerstraat 163a, 1011 VM Amsterdam, 020-6382977.
Deze dissertatie behelst een taalkundige analyse van literair proza met als doel meer inzicht te krijgen in het gebruik van de Nederlandse werkwoordstijden. Centraal staat het proza van Josepha Mendels, vooral bekend door de roman Rolien en Ralien (1947), dat gekenmerkt wordt door een ook voor de argeloze lezer verrassend gebruik van de werkwoordstijden. Mevrouw Clement toont aan dat deze taalvormen meer uitdrukken dan slechts de noties verleden, heden en toekomst die voor ons het verschijnsel ‘tijd’ uitmaken. De werkwoordstijden delen ons iets mee over de houding van de verteller ten opzichte van de verhaalwerkelijkheid. Naast de analyse van het proza van Mendels is aandacht besteed aan het tijdsgebruik in proza van andere auteurs, een at random gekozen corpus dat in de bijlage omschreven wordt. De conclusie is dat werkelijkheid, fictie, afstand, nabijheid, objectiviteit en subjectiviteit tot stand gebracht worden door de werking van de werkwoordstijden.
pjv |
| |
• | Demoor, M., G. Lernout en S. van Peteghem (eds.), Editing the text. Essays presented at the ‘tekst/ texte/text’-conference Ghent, Belgium 1995. Tilburg: Tilburg University Press, 1998, vi + 122 blz., ƒ39, 50; ISBN 90 361 9798 8.
Het heeft lang geduurd, maar de belangstelling voor teksteditieproblematiek in Vlaanderen is aan een inhaalslag bezig. De werkgroep Genese is uitermate actief, waarvan de inhoud van deze congresbundel getuigt. Als buitenlandse sprekers waren aanwezig Janet Todd (University of East Anglia), Winfried Woesler (Osnabrück), Ian Small (University of Birmingham) en Marita Mathijsen (Universiteit van Amsterdam). De laatste schetst de implicaties voor de tekstediteur van de diverse productiemethoden van teksten door de eeuwen heen, eindigend met het schrikbeeld van de auteur die nog uitsluitend een diskette met het definitieve bestand bij zijn uitgever inlevert. Ernst Bruinsma, An de Vos, Yves T'Sjoen en Dirk van Hulle leveren bijdragen over editieproblemen bij respectievelijk Louis Paul Boon, Guido Gezelle, Richard Minne en Thomas Mann.
pjv |
• | Dorrestijn, Hans, Ik heb een kind dat wil ik houden. Verzameld en ingeleid door Willem Wilmink. Amsterdam: Bert Bakker, 1998, 145 blz., ƒ 19,90.
In deze door Willem Wilmink verzamelde en van een inleiding voorziene bundel gedichten en liederen is een doorsnede gegeven van het vaak in-droevige en toch hilarische oeuvre van Hans Dorrestijn. Wilmink begint de bundel met het ‘Drinklied’ dat Dorrestijn op een feestje van de Stratemakeropzee Show heeft gezongen, bij welke gelegenheid hij zich ook ontpopte als de voordrachtskunstenaar die hij geworden is. De laatste teksten stammen uit 1997.
gvb |
| |
• | Hollander, A.A. den, De Nederlandse bijbelvertalingen 1522-1545. Nieuwkoop: De Graaf Publishers, 1997 (Bibliotheca Bibliographica Neerlandica, XXXIII), xiv + 565 blz., ills., ƒ 250, - excl. BTW; ISBN 90 6004 430 4. (Ook verschenen als proefschrift Amsterdam VU.)
De nieuwsgierigheid naar de bijbel komt niet alleen tot uiting in de tachtig edities uit de periode 1522-1545, maar ook uit dit proefschrift dat al die edities voorbeeldig beschrijft. Maar daar blijft het niet bij: Den Hollander geeft bijzonderheden over alle 27 drukkers en uitgevers, rangschikt de edities keurig in clusters en stambomen - een handeling die veel bibliografen ten onrechte over het hoofd zien - en toont in intrigerende bijlagen de hartslag van het Oude en Nieuwe Testament en de onderliggende structuren van het
|
| |
| |
| Nieuwe Testament. Het onderzoek van Den Hollander geeft duidelijkheid over de relaties tussen de vele bijbeldrukkers èn over de tekstuele relaties tussen de edities of zelfs onderdelen daarvan. Vijf registers ontsluiten deze bibliografie der bibliografieën van het boek der boeken in 16e-eeuwse vertalingen.
pjv |
| |
• | Krikke, A., Ruit hora. Bibliografie van de bibliotheca Grotiana uit de verzameling van Kornelis Pieter Jongbloed (1913-1994). Den Haag: B.V. Juridische Boekhandel & Antiquariaat A. Jongbloed & Zoon, 1997, 327 blz., ills., ISBN 90 70062 14 3.
Kosten noch moeite zijn gespaard bij de productie van deze als bibliografie betitelde catalogus van de collectie werken van en over Hugo de Groot, verzameld door de juridische boekhandelaren K.P. Jongbloed en diens zoon A.K. Jongbloed. Studies naar recent particulier boekenbezit zijn zeldzaam, zo constateert de samensteller. Men zou dan meer aandacht verwachten voor de verzamelaar dan voor het verzamelobject. Quod non. Krikke behandelt uitvoerig de jeugdjaren van De Groot om vervolgens zijn bibliografische werk te beginnen, overigens zonder ook maar één woord te wijden aan de gevolgde beschrijvingsmethode. Die is niet helemaal bij de tijd: in plaats van de soms ingewikkelde verhalen over verkeerde paginering hadden een opbouw- en paginaformule meer duidelijkheid kunnen scheppen. Wel moet gezegd worden dat Krikke zeer veel nuttige informatie verschaft in zijn inleidingen en annotaties bij de beschreven
Hugo de Groot
drukken, die - zeker wat betreft het juridische werk - de compleetheid van een bibliografie benaderen. Een afzonderlijk te verschijnen index op Ruit hora is in het vooruitzicht gesteld.
pjv |
| |
• | Lausberg, H., Handbook of Literary Rhetoric. A Foundation for Literary Study. Leiden, Boston, Keulen: Brill, 1998, 921 blz., ƒ 408,50.
Na de eerste, baanbrekende uitgave van Lausbergs Handbuch der literarischen Rhetorik in 1960 en tweede uitgave in 1973 (herdruk 1990) is dit kloeke naslagwerk thans in het Engels vertaald. Dat betekent dat nu ook niet Duitstaligen kennis kunnen nemen van dit standaardwerk, waarin rhetoricale begrippen op klassieke bronnen worden teruggevoerd. Nieuw is het voorwoord van George A. Kennedy met een korte biografie van Lausberg (1912-1992). Voor de rest is alles hetzelfde, behalve dat al het Duits door Engels is vervangen (het Latijn blijft overigens Latijn) en dat de aparte band met registers nu in het hoofddeel is opgenomen. De zinvolheid van deze Engelstalige uitgave voor Nederlanders is wellicht gering. Maar omdat veel van de klassieke bronnen waarnaar Lausberg verwijst, in een Engelse vertaling zijn verschenen (bijvoorbeeld in de Loeb-serie), kan nu ‘the English-speaking world’ (zoals Kennedy het noemt), ook als zij niet gehinderd wordt door enige kennis van het Latijn, allerlei rhetoricale verschijnselen in de klassieke bronnen gesystematiseerd terugvinden. Hoewel...: er is geen register op termen in het Engels, wèl (nog steeds) op die in het Frans (Lausberg was docent Franse letterkunde in Münster), Latijn en Grieks.
jeroen jansen |
| |
• | Letterkundig Museum - Jaarboek Letterkundig Museum. Nr. 6. Den Haag: Letterkundig Museum, 1997, 196 blz., ills., ƒ 30, -.
In dit jaarverslag van 1996 wordt opgesomd en beschreven wat de aanwinsten van het Letterkundig Museum in dat jaar zijn geweest. Het was bijvoorbeeld het jaar van de aankoop van het manuscript van De Avonden van Van het Reve, maar ook van de verwerving van de literaire nalatenschap van Anne de Vries en Albert Helman. Het museum telde in 1996 maar liefst 24.000 bezoekers.
Als welkome aanvulling op het literaire prijzenboek van 1986 dat het Letterkundig Museum uitgaf,
|
| |
| |
| vermeldt het jaarboek alle letterkundige prijzen uit het jaar 1996. Dit zesde jaarboek bevat voorts bijdragen van onder anderen Sjoerd van Faassen over De Beweging, van Gé Vaartjes over Herman de Man, van Hans Renders over Jan Hanlo en van August Hans den Boef over A.F.Th. van der Heijden. In de reeks Documenten publiceert Jan Robert brieven van Couperus aan Maurits Wagenvoort.
gvb |
| |
• | Maerlant, Jacob van, De seizoenen. Met tekeningen van Bruno Vekemans. Wildert: De Carbolineum Pers, 1998, 16 blz.; bfr 1500 op rekening 001-2190765-96 of ƒ 80, - op rekening 68.33.19698 van Boris Rousseeuw, Elf Novemberstraat 22, 2910 Essen.
Een bibliofiele uitgave van een fragment van Van Maerlants bewerking van het Secretum secretorum, editie Verwijs.
pjv |
| |
• | Meerburg, Barbara Akke Gezelle, ‘hwant wij binne it nijs ûnder en boppe de sinne’. De smearlappen fan Anne Wadman en Fabryk fan Trinus Riemersma as ‘fernijende’ Fryske romans. Ljouwert: Fryske Akademy, 1997, 271 blz., ills., ƒ 35, -; ISBN 9061718430.
Op basis van receptieonderzoek naar en analyse van de romans van Wadman en Riemersma tracht mevrouw Meerburg in deze Leidse dissertatie de vraag te beantwoorden in hoeverre deze romans vernieuwend geweest zijn voor de Friese literatuur en in welke cultuur-historische context die vernieuwing geplaatst zou kunnen worden. De conclusie is dat inderdaad aan het eind van de jaren '50 en het begin van de jaren '60 veranderingen plaatsvonden in het Friese culturele leven waarin ook de besproken romans gesitueerd kunnen worden. Die nieuwe beweging betekende inderdaad ‘iets nieuws onder en boven de zon’. Dit Friese proefschrift bevat ook samenvattingen in het Nederlands en Duits en bijlagen met bio- en bibliografische gegevens (waaronder interviews) betreffende Wadman en Riemersma.
pjv |
| |
• | Weekhout, I.M., Boekencensuur in de Noordelijke Nederlanden. Een verkennend onderzoek naar de vrijheid van drukpers gedurende de zeventiende eeuw. Den Haag: Sdu, 1998 (Nederlandse Cultuur in Europese Context, IJkpunt 1650), xii + 581 blz., ills., ƒ 49,50; ISBN 90 12 08617 5. (Ook verschenen als proefschrift Nijmegen.)
Uitvoerige studie naar de uitvoeringspraktijk van de boekencensuur door de Staten-Generaal, de Staten en het Hof van Holland, de Nederduitse en Waalse gereformeerde kerk en in drie steden: Rotterdam, Deventer en 's-Hertogenbosch. De conclusie is dat in de onderzochte periode 1617-1695 nogal wat gevallen van censuur voorkomen. Dat er niet nog meer gevallen bekend zijn, komt wellicht door de zelfcensuur die veel auteurs zich waarschijnlijk opgelegd hebben. In bijlage - mede als aanvulling op Knuttel - een lijst van 263 verboden boeken uit de periode 1581-1700.
pjv |
|
|