Literatuur. Jaargang 14
(1997)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 306]
| |
Ries AgterbergGa naar voetnoot+
| |
[pagina 307]
| |
Literaire quizvragen zijn te vinden op de BulkBoek-pagina http://www.schrijversnet.nl/bulkboek. Het betreft hier een verslag van de Dag van het Literatuuronderwijs in maart. Verder is op deze pagina informatie te vinden over de geplande BulkBoek-uitgaven. Interessant is de Digitale School http://digischool. bart.nl. Het is een heuse school, met een kantine, een hal en echte toiletruimtes. Met de muis vlieg je van het ene naar het andere klaslokaal. In het Nederlandse lokaal kun je verschillende columns en verhaaltjes vinden zoals over het interview met de heer Vervuil, hoogleraar Baalkunde van de faculteit Baal- en Etterkunde. Via de de digitale school kunnen we ook terecht bij de Blauwbilgorgel, een leesbevorderend spel voor middelbare scholieren. Vragen over het boek van de week, informatie over Bob Eversboeken en een ordening op thema's als ‘Anders zijn/discriminatie’ of ‘Angst’ en ‘bang zijn’. Van die thema's staan suggesties voor gepaste boeken opgegeven. Een uitzonderlijk nuttige functie van internet vanuit het perspectief van de leerling is het vinden van informatie over schrijvers en uittreksels van boeken. Vooral met de komst van het leesdossier is het gebruik van internet praktisch onmisbaar. Literom valt in het niet bij de enorme hoeveelheid uittreksels die nu al op internet beschikbaar is. Voor uittreksels en werkstukken kan de leerling heel goed terecht in het vaklokaal Nederlands van de digtale school. Van sommige boeken zijn meerdere werkstukken beschikbaar. Daarnaast zijn er ook uittreksels te verkrijgen bij tal van andere sites zoals het eerder genoemde Biblioweb, het Pauzeweb en het Spinoza-Lyceum. De pagina Klein Bestek van Kars Oomkes bevat voornamelijk een verzameling van uittreksels die elders op het net zijn te verkrijgen. De Literaire snelweg van Nicole Ranschaert is nog in aanleg, maar biedt nu al een aardig voorbeeld van vakgeïntegreerd literatuuronderwijs. Schrijvers als Coupland, Dostojevski en Hemmerechts staan praktisch achter elkaar. Het aantal besprekingen van werken is nog beperkt. Al deze sites zijn via De Nederlandse Letteren te bereiken. Wie meer informatie wil over onderwijsdidactiek kan het best beginnen op de talenpagina van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum http://www.aps. nl/vo/talen/start.htm. Vanaf hier zijn verwijzingen naar onder meer de pagina's van het Onderwijsweb (met veel informatie over gebruik van internet in het onderwijs), Vitaal leraarschap (wat ze zijn en wat ze doen), het Internet-college (met onderwijsinformatie), het slo (over leerplannen), Het oc & w-plein (met meer onderwijsverwijzingen) en Het Landelijke Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming. Ten slotte is een andere ingang om veel informatie te verkrijgen het zogenaamde nl-menu http://www. nlmenu.nl/. Hier staan verwijzingen naar vele maatschappelijke en culturele organisaties. Literatuur laat hier weer andere verwijzingen zien dan bij de Nederlandse Letteren, zoals naar de Nederlands Frans Kafkakring en het Nederlandse Tolkien-Genootschap. Ook kranten zijn via dit menu makkelijk te bereiken. Zo is het mogelijk via de kunst- en cultuurpagina van de Volkskrant op trefwoord informatie op te vragen. Veel over literatuur is er niet, maar wel over het onderwerp ‘multimediaal lezen’. | |
Wam de Moor, literatuurdidacticusAan mijn eigen schooltijd denk ik met genoegen terug. Slechte herinneringen heb ik niet. Of het moet zijn dat bij Engels en Duits helemaal niets aan literatuur werd gedaan. Andere docenten, zoals de leraar Frans, konden prachtig vertellen over de literatuur van hun vak. Mijn grote voorbeeld is echter de docent Nederlands uit de vierde klas. Wij bewonderden in die tijd de dichter Lucebert enorm en probeerden hem te imiteren. Deze docent nam onze eigen probeersels serieus en bekeek ze met veel zorg. Dat was bijzonder inspirerend. Wat ik ook heel mooi vond, was het declameren. Er waren zelfs concoursen waarbij het erom ging wie het best een gedicht als ‘Ik zing u van de herder Jan’ kon voordragen. Als docent heb ik dergelijke concoursen later ook met veel succes georganiseerd. Ik zeg er wel direct bij dat de leerlingen van veertig jaar terug niet te vergelijken zijn met die van nu. Wij waren een zoete gymnasiumklas voor wie de school hun alles was. |