Literatuur. Jaargang 14
(1997)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |
Literatuuronderwijs in de praktijk
| |
[pagina 302]
| |
Bibliothecaresse Haags Montessori Lyceum, Den Haag.
Foto: Marc de Haan Ze neemt gewoon de bovenste twee. De roman had ze in één adem uitgelezen. ‘Een vriendin had me het boek aangeraden. Na het lezen moest ik echt even afstand nemen want dat de manier waarop dat dementeren staat beschreven, is zeer beklemmend.’ Met de gevonden recensies gaan de leerlingen weer terug naar de klas. Ze zetten zich neer in de carré-vorm en worden door de docent aangemoedigd om nu de teksten te lezen en te vergelijken met hun eigen verslag. Weinigen hebben er echt veel zin in. De laatste twintig minuten zitten ze en praten over van alles en nog wat, maar niet over hun leeservaring. Een groepje gaat aan de slag. Ze hebben De kroongetuige van Maarten 't Hart gelezen. Bij het zoeken naar de recensies kenden ze één duidelijk criterium: we moeten de kortste recensies hebben. Het blijkt geen gelukkige vondst. ‘Meester, dit is Chinees’, zegt een meisje verbijsterd. ‘Het leven is een chaconne’, schrijft Graa Boomsma als eerste zin. En de vergelijking met de filosoof Nietzsche is eveneens onbegrijpelijk. De leerlingen kunnen moeilijk een keuze maken voor de juiste recensie. Het is niet makkelijk om met een vluchtige blik uit een enorme reeks artikelen de meest aansprekende te kiezen. Kranten of namen van auteurs zegt de leerlingen weinig. Daarnaast hanteren de recensenten niet het meest eenvoudige taalgebruik en refereren ze aan andere schrijvers en stromingen, die ze in de regel bekend veronderstellen. Aan de andere kant kan een recensie of een interview met de schrijver een goede bron zijn voor meer informatie. Niet alleen een korte samenvatting, maar ook informatie over de mogelijke bedoelingen van het boek staan erin. Dat sommige leerlingen goed met de informatie overweg kunnen, blijkt uit de volgende lessen. Ze krijgen de opdracht een verslag te maken en hun mening te vergelijken met die van de recensent. Ten slotte schrijven ze hun eigen mening op zoals over De Kroongetuige van Maarten 't Hart: ‘Wij vonden De Kroongetuige een heel goed boek. Het is erg goed opgebouwd, want aan het einde van het boek kom je pas te weten wat er met Jenny is gebeurd. Het boek blijft de hele tijd boeien, al wordt het in het stukje waarin Leonie haar dagboek opschrijft op het laatst een beetje langdradig en saai. (..) De mening van de recensenten had geen invloed meer op onze mening, vooral de negatieve niet.’ Het groepje dat Wierook en tranen van Ward Ruyslinck behandelde had daar meer profijt van: ‘We konden het thema maar moeilijk vinden, gelukkig stond het in een van de recensies waardoor het allemaal wat duidelijker werd.’ Achteraf is Schoonderwoerd tevreden over de lessenserie. ‘Veel leerlingen zijn een paar lessen serieus en doelgericht met een roman voor de lijst bezig geweest. Zaak is alleen dat de leerlingen in zo'n geval moeten leren om een dergelijk artikel te gebruiken. Ze zullen relevante informatie uit de tekst weten te destilleren. Op het vwo gaat dat makkelijker dan op de havo. Sommige leerlingen zijn best beïnvloed door de mening van de recensenten. Al is er ook een groep voor wie de recensies te moeilijk waren zodat ze in het dossier zinnen hebben geschreven waarvan duidelijk is dat ze er niet veel van begrepen hebben.’ Met het nieuwe studiehuis in het vooruitzicht denkt Schoonderwoerd op het juiste spoor te zitten. ‘In het verleden heeft het literatuuronderwijs teveel de nadruk gelegd op het analytisch/structuralistische aspect van literatuur. We mogen niet doorslaan naar de andere kant waarbij alles goed is, zolang het maar persoonlijk beleefd is. |
|