Negentiende-eeuwse zedenrel in facsimile
Groningen 1827: de colleges van professor De Waal werden geteisterd door onrust. De studenten kwamen in opstand tegen de wanprestaties van hun docent. De Waal gaf in hun ogen slecht college en kwam zijn verplichtingen aan de studenten niet na. Toen de hoogleraar, die onder andere college gaf in moraalfilosofie en ethiek, bovendien door enkele studenten betrapt werd op een bordeelbezoek, verscheen het schotschrift Doornkransje. Daarin werd De Waal op parodistische wijze aangevallen. De auteurs van de spotdichten bleven anoniem, evenals de schrijvers van de reactie op het Doornkransje: het Rozenkransje, waarin De Waal ook op de korrel wordt genomen, maar waarin tevens kritiek wordt geuit op de ‘zamenvlechters van het Doornkransje’ en toespelingen gemaakt worden op hun identiteit.
De rebellie onder de studenten maakte de situatie onhoudbaar en De Waal drong bij de curatoren, de senaat en de rector aan op een onderzoek naar de aanstichters van het kwaad. Teneinde zo min mogelijk gezichtsverlies te lijden, verzweeg hij daarbij de aanleiding (zijn buitenechtelijke pleziertjes) en verdraaide hij de oorzaak (niet zijn onbekwaamheid maar de ongedisciplineerdheid van de studenten veroorzaakte de wanorde).
Het onderzoek leverde spoedig een zondebok op: de jonge, actieve student in de theologie, J.J.A. Goeverneur. Andere schuldigen werden niet gevonden, en Goeverneur werd veroordeeld tot veertien dagen huisarrest.
Tijdens zijn detentie schreef Goeverneur De Keesiade, (J.J.A. Goeverneur. De keesiade. Een heldendicht, door verschillende dichters, ingeleid en vertaald door Nop Maas, Groningen 1996, 118 blz.) een epos in vijf zangen, waarin hij de hele geschiedenis met De Waal en de pamfletten uiteenzette. Hij heeft de tekst gegoten in de vorm van een cento, een zogenaamde ‘lappendeken’, een erudiet spel met citaten uit de wereldliteratuur.
Het Doornkransje en het Rozenkransje waren lange tijd nauwelijks beschikbaar. De Waal had immers het grootste deel van de exemplaren vernietigd. Honderdzeventig jaar na de academische rel heeft Nop Maas - met medewerking van Rody Chamuleau en Rudy van der Paardt - de twee schotschriften en De Keesiade fotografisch herdrukt en voorzien van een inleiding en een beknopt commentaar.
jorine lamsma