Literatuur. Jaargang 12
(1995)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |
Literatuur in vertaling
| |
[pagina 133]
| |
personen als de resident en de dominee bespotten de bewoners van het ‘land van decorum’, in welke omstandigheden dan ook, niet met benamingen als Slijmering en Wavelaar. Zo'n koddige beeldspraak is in strijd met de verfijnde geestigheid van de goede smaak, en zou dus beschouwd worden als sarcastische bombast. Anders gezegd: dergelijke metaforen stroken niet met de subtielere ‘Oosterse’ omgangsvormen. De naam Stern zal bij geen Koreaan de Duitse romantiek oproepen. Welk treffend beeld Gaafzuiger ook geeft, deze kan als Koreaanse naam geen plastische waarde hebben. Kappel- man mag best een ‘banale zeurpiet’ heten, maar deze voorstelling voldoet niet aan de genuanceerde opvattingen van de Oosterse fijnproevers van de Kunst.
Ondanks zulke afwijkingen en wrijvingen op het maatschappelijke en literaire vlak is er natuurlijk de keerzijde van de overeenkomsten en de symbiose. De ergernis over verschijnseltjes als waaide versus woei kun je bij voorbeeld overal aantreffen, terwijl de strijd tegen het kwaad eeuwig en onuitputtelijk universeel is. Niet alleen is er het thematische aspect, er is ook nog een moraal van een andere orde die de receptie bij mijn landgenoten vergemakkelijkt. In die vrije en dynamische verzen tussendoor wordt een sfeer geschapen die aan Oosterse volksliederen doet denken. Zie de heerlijke klaagzang van Saïdja met de herhaling Ik weet niet waar ik sterven zal, die correspondeert met wat Koreanen ‘han’ noemen. Het is smart en aanvaarding van het lot, eigenlijk vooral een samenvloeiing daarvan. Zie ook de episode met Si Oepi Ketch, die de innerlijk rust zinnebeeldig uitdrukt. Dat maakt zonder meer de Japanse steenhouwer tot gemeengoed voor elke Koreaan.
Discrepantie en harmonie wisselen zo elkaar af. Nu eens werd ik moedeloos omdat ik tussen twee polen slingerde, zweefde en dobberde. Dan weer was ik een tikkeltje trots dat ik een acculturatieproces meende waar te nemen. Daaruit is eindelijk het zoveelste achterkleinkind van Max geboren, en wij moeten nog afwachten of het inderdaad de Koreaanse Droogstoppels en Slijmeringen (eventueel ook Wavelaars) zal bekeren.
Mjongsoek ChiGa naar voetnoot+ |
|