Literatuur. Jaargang 12
(1995)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 83]
| |
Virgilius de tovenaar in het genre van de anekdotenbiografie
| |
Biografisch kaderKenmerkend voor de anekdotenbiografie is in de eerste plaats dat een variabel aantal verhalen rond een personage binnen een biografisch kader wordt geplaatst. Meestal is dit biografische kader echter nauwelijks uitgewerkt en daarom spreekt men in Duitsland wel neutraler over ‘Schwankroman’. De Duitse tekst over Uilenspiegel begint met de geboorte van de held en eindigt met zijn dood, maar in de tussenliggende drieënnegentig verhalen horen we over | |
[pagina 84]
| |
de ontwikkeling van Uilenspiegel vrijwel niets meer. In de eerste negen verhalen speelt de moeder van Uilenspiegel nog een rol en daaruit kunnen we opmaken dat deze anekdoten in de jeugd van Uilenspiegel spelen. De rigoureus bekorte Nederlandse vertaling van de tekst is op dezelfde manier opgebouwd. Opvallend is hoogstens dat de enige anekdote die is toegevoegd, het tweede verhaal, een belevenis uit zijn kindertijd is, waardoor het biografisch-chronologische kader enigszins wordt versterkt. Dit verhaal is trouwens ontleend aan de Salomon ende Marcolphus, een andere anekdoten-biografie. Een aanwijzing dat het genrebewustzijn rond de anekdotenbiografie ook in de Nederlanden aanwezig is. In tegenstelling tot de Uilenspiegel-tekst zijn in de Virgilius de losse verhalen in een relatief breed uitgewerkt biografisch kader geplaatst. Na een inleiding over de stichting en de geschiedenis van Rome begint het verhaal over Virgilius de tovenaar met een beschrijving van zijn geboorte. Verteld wordt dat de moeizame bevalling wel een maand duurde en dat Virgilius daarom een naam krijgt die is afgeleid van de vigilie, de nachtwake. We horen hoe hij gaat studeren in Toledo. Daar komt hij door een list in het bezit van de toverboeken van een duivel en leert hij met magie om te gaan. Op verzoek van zijn moeder komt hij als hij volwassen is terug naar Rome. Daar in Rome én in Napels beleeft hij zijn wonderlijke avonturen. Een van de eerste avonturen in Rome is het bekende verhaal van Virgilius in de mand. Als Virgilius verliefd is op een senatorsdochter bewerkstelligt hij dat hij toestemming krijgt om haar's nachts in haar torenkamer te bezoeken. Daartoe zal zij hem in een mand naar haar bovenverdieping optrekken. Het blijkt een list te zijn. Zij laatVirgilius in de mand. (Uit: facsimile Gessier 1950)
hem halverwege hangen, zodat hij de volgende morgen wordt bespot door het volk dat de markt bezoekt. Ongetwijfeld is Virgilius in dit verhaal een jongeman op vrijersvoeten. Na zijn echec besluit hij te trouwen. Over de vrouw horen we niet veel, maar tegen het einde van de tekst wordt zijdelings opgemerkt dat Virgilius' vrouw sterft en dat hij geen kinderen heeft. De bundel eindigt met een mislukte verjongingspoging, die zijn dood veroorzaakt. Het mag duidelijk zijn dat de samensteller van de Virgilius de vorm van de tekst heeft ontleend aan de anekdotenbiografie. Er zijn echter ook inhoudelijke aanknopingspunten. | |
Verrassend machtige eenlingenDe anekdotenbiografie is een genre van eenlingen. Uilenspiegel, de pastoor van Kalenberg en Broeder Russche staan alleen in de wereld. Familie- en gezinsleven spelen voor deze helden geen rol. Bovendien staan ze buiten of boven de maatschappelijke orde. Ondanks het feit dat ze alleen staan, zijn de ‘helden’ uit de anekdotenbiografie verre van hulpeloos: deze eenlingen hebben allemaal verrassende en machtige wapens. Hoewel Marcolphus uitermate lelijk en boers is, blijkt hij in zijn argumentatie voortdurend superieur aan de wijze koning Salomon, omdat hij de mogelijkhedenMarcolphus voor koning Salomon (Uit: editie De Vreese en De Vries 1941)
| |
[pagina 85]
| |
van de taal onderkent en beheerst. Marcolphus grove uiterlijk zegt niets over zijn fijnbesnaarde innerlijk. Uilenspiegel lijkt een eenvoudige boerenzoon, maar ondanks dat weet hij de hele maatschappelijke orde te ontregelen. Waar hij komt, zaait hij wanorde. Hij trekt door het land en ontmoet steeds mensen die hem niet kennen en hem daarom onderschatten. Uilenspiegel heeft een voorkeur voor plaatsen waar men hem nog niet kent of vermommingen waardoor men hem niet herkent. Het twintigste verhaal van de Nederlandse tekst begint veelzeggend met: ‘Als nu Ulespieghel door die landen bekent was om sijn scalc- heit so en was hi nergens willecome...’. In de achtendertigste anekdote wordt het verrassingseffect gethematiseerd. Als hij in een herberg komt, vraagt hij aan de waardin of ze Uilenspiegel kent. De vrouw ontkent dit, maar ze heeft wel horen vertellen dat ‘hi een uutgelesen scalck’ is. Uilenspiegel vindt dat zij niet het recht heeft om zoiets te zeggen, omdat zij immers nog nooit last van Uilenspiegel heeft gehad. De volgende ochtend zet hij de slapende waardin op de hete as uit de kachel, waardoor zij zich flink brandt. Van Uilenspiegel mag de vrouw nu voortaan wél zeggen dat Uilenspiegel een schalk is, omdat ze hem heeft gezien en zijn schalksheid heeft ondervonden. Hoewel Virgilius wel degelijk familie en verwanten heeft, wordt ook hij een buitenstaander, een eenling. Zijn ouders sturen hem naar Toledo om onderwijs te volgen en als hij vele jaren later naar Rome terugkomt om zijn erfgoed te verdedigen en les te geven, is hij een vreemdeling geworden. Hij wordt weliswaar hartelijk ontvangen door zijn moeder, zijn vrienden en arme verwanten, maar zijn ware aard kennen ze niet meer. Van zijn tovenaarsmacht zijn ze niet op de hoogte. Zijn rijke verwanten zien hem liever gaan dan komen. Zij overtuigen de keizer er van dat hij tegenover Virgilius niet rechtvaardig hoeft te zijn. Als Virgilius zijn bezit terugvraagt, gaat de keizer bij hen te rade en zij antwoorden hem dat hij zijn goede vrienden ‘die u helpen moghen in uwer noot’ niet moet veroordelen ten gunste van een schoolmeester. Laat Virgilius zich maar met zijn school bezighouden! Virgilius is lang weg geweest en daardoor als rechteloze buitenstaander een voorwerp van spot en minachting geworden. Dat de keizer de eisen van Virgilius in eerste instantie niet inwilligt, heeft te maken met onderschatting. Virgilius heeft geen machtige vrienden en hij is ogenschijnlijk maar een eenvoudige schoolmeester. Dit pakt echter anders uit. Na de onterechte confiscatie van zijn bezit sluit Virgilius met behulp van zijn toverkracht de landerijen van zijn vijanden af, zodat deze niet in staat zijn te oogsten en geld te verdienen. Als de keizer vervolgens op hun verzoek tegen Virgilius optrekt, omsluit Virgilius het leger van de keizer met lucht en water, zodat dit niet meer voor- of achteruit kan gaan en niemand het leger kan bereiken zonder zijn toestemming. Virgilius in de mand volgens George Pencz (circa 1500-1550). (Uit: Catalogo completo dell'opera grafica di Georg Pencz. A cura di David Landau. Milaan 1978)
De wraak van Virgilius volgens George Pencz (circa 1500-1550). (Uit: Catalogo completo dell'opera grafica di Georg Pencz. A cura di David Landau. Milaan 1978)
Virgilius gaat naar de keizer en dwingt hem de waarheid onder ogen te zien en eieren voor zijn geld te kiezen. De keizer legt zich tandenknarsend bij de suprematie van Virgilius neer en accepteert hem als zijn voornaamste raadgever. | |
Onafhankelijke eenlingOok nádat Virgilius benoemd is tot de belangrijkste raadsheer van de keizer van Rome, blijft hij een machtige en onafhankelijke buitenstaander. Hoewel hij zich in allerlei situaties gedraagt als iemand die - conform zijn positie - bevelen opvolgt, beslist Virgilius toch steeds zelf of hij aan de wensen van de keizer gehoor geeft. Illustratief is de ontknoping van het verhaal over Virgilius in de mand. De wraak van Virgilius voor de schande die de dochter van de senator hem heeft aangedaan, liegt er niet om. Virgilius zorgt ervoor dat het vuur in Rome uit gaat en dat niemand in staat is vuur de stad binnen te brengen. Ook de keizer kan hem niet op andere gedachten brengen. Virgilius maakt de kei- | |
[pagina 86]
| |
zer duidelijk dat er maar één manier is om vuur in Rome te krijgen. De dochter van de senator moet in haar hemd op de markt op een stellage worden geplaatst. Iedere inwoner van Rome zal vervolgens tussen haar benen vuur kunnen halen. Het vuur kan niet worden doorgegeven, zodat iedereen persoonlijk naar de vrouw toe moet komen. Daarmee maakt Virgilius de vernedering van de vrouw - zo mogelijk - nog groter. De keizer heeft geen andere keus dan toe te geven aan de eisen van Virgilius. De dualistische houding tussen de keizer en Virgilius blijft de hele tekst door bestaan. Op een gegeven moment sticht Virgilius voor een sultansdochter de stad Napels. Hij maakt Napels tot een prachtige stad en dit wekt de jaloezie van de keizer op. De keizer rukt daarom op tegen Napels. Virgilius verdedigt zich. Met zijn tovermacht zorgt hij ervoor dat het leger van de keizer voor de muren van Napels geen druppel zoet water kan bemachtigen. De keizer wordt daardoor gedwongen om naar Rome terug te keren, want zijn paarden sterven door gebrek aan water. Als de keizer weer in Rome is, vraagt Virgilius quasi onschuldig waarom deze het beleg zo spoedig heeft opgegeven. ‘Doe wist dye keyser wel dat hem Virgilius bespotte ende hi was seer ghestoort.’ Ook uit het laatste verhaal uit de Virgilius blijkt de onafhankelijkheid van Virgilius ten opzichte van de keizer. Virgilius vraagt toestemming om zich drie weken in zijn eigen paleis terug te trekken. Als de keizer geen toestemming geeft, negeert Virgilius achteloos het verbod. De keizer wil zich maar niet neerleggen bij de machtsverdeling tussen hemzelf en Virgilius. SteedsRussche snijdt stokken. Titelpagina van een Duitse uitgave uit 1488. (Uit: Bruder Rausch, facsimile-editie Robert Priebsch, Zwickau 1919)
De monniken slaan er op los. (Uit: Die historie van Broeder Russche, Adriaen van Berghen, Antwerpen circa 1520; exemplaar KB Brussel)
blijft hij van het idee uitgaan dat hij als keizer de absolute zeggenschap heeft. Hij kan niet begrijpen dat hij afhankelijk is van de bereidwilligheid van Virgilius. Virgilius komt in de tekst nog eenmaal in een situatie waarin hij een verrassend gebruik van zijn tovermacht moet maken. Hij wordt verliefd op de dochter van de sultan van Babylonië. De sultan heeft ervoor gezorgd dat zijn dochter Virgilius een slaapmiddel heeft toegediend, waardoor de sultan in staat zal zijn om Virgilius gevangen te nemen. Als de sultan op het punt staat om dat te doen en hem op de brandstapel te zetten, maakt Virgilius door zijn toverkunst dat de sultan en zijn heren zich inbeelden dat de rivier van Babylonië door het paleis stroomt, zodat zij zwemmen en springen als kikvorsen. Het gesprek dat aan deze situatie vooraf gaat, is tekenend voor het verschil in inzicht tussen de sultan en Virgilius. Virgilius wil de zaak sussen en belooft nooit meer in Babylonië te zullen komen. Zijn voorstel wordt afgewezen en de sultan zegt: ‘ghi zijt in die schandelike doot gelopen ende ghi en moecht niet ontgaen’, waarop Virgilius repliceert: ‘Bider doot, heere soudaen, ghi sulter aen lieghen al sidi noch so machtich ende rijc.’ | |
SchalkenHoewel de ‘helden’ uit de anekdotenbiografie alleen staan, weten zij in alle situaties te overwinnen door hun slimheid, hun vermogen om vooruit te kijken en door hun steeds op het eigen voordeel gerichte handelen. Bovendien zijn ze kwaadaardig. Het zijn schalken. Schalk is een aanduiding die bij uitstek hoort bij de helden van de anekdotenbiografie. Russche ‘was in aller schalckheit behende’ en Uilenspiegel blijft aldus de schrijver ook na zijn bezoek aan de paus in Rome ‘als voren een scalc ende hi was niet gebetert vander Roomscher reysen’; Marcolphus wordt door Salomon een ‘quade scalck’ genoemd en in De Pastoor van Kalenberg zijn ‘de heeren ende vrouwen seer lachende om de schalkheyt van den kerckheere’. Schalk heeft in de middeleeuwen een veel minder onschuldige betekenis dan tegenwoordig. Schalken zijn uitermate slechte mensen die met list en bedrog, | |
[pagina 87]
| |
met geweld en zonder mededogen proberen om hun eigen voordeel te behalen. Schalken houden geen rekening met de medemens. Liefdadigheid en medelijden kennen ze niet. Schalken vertegenwoordigen het kwaad in de wereld en de duivel is daarom de grootste schalk. De lelijkheid van Marcolphus en het uiterlijk van Broeder Russche herinneren trouwens nog aan de duivelse inborst. Illustratief voor de kwaadaardigheid van de helden in de anekdotenbiografie is het gedrag van broeder Russche in het klooster. Hij weet de kloostergemeenschap geheel van het goede pad af te brengen. Het komt zelfs zo ver dat ze elkaar te lijf gaan met stokken die ze van Russche krijgen. Tekenend is nu dat Russche een intens plezier beleeft aan de pijn die de monniken elkaar aandoen. De Duitse germanist Röcke benoemt dat verschijnsel met ‘Freude am Bösen’. | |
Virgilius een schalk?Virgilius wordt in de tekst twee keer schalk genoemd. Allereerst door de keizer als hij deze tegen zijn wil gevangen houdt; de tweede keer door de dochter van de senator als zij hem in de mand gevangen houdt. Toch lijkt Virgilius geen schalk te zijn. Hij heeft wel degelijk sociale gevoelens en kwaadaardig is hij ook niet. De interpretatie van de Virgilius en het personage Virgilius wordt bemoeilijkt doordat we te maken hebben met een ‘hybride’ tekst, waarin een positief en een negatief Virgilius-beeld met elkaar worden verbonden. Van oudsher is het beeld van de dichter Virgilius in de middeleeuwen uitermate positief. Op basis van zijn vierde ecloge (herdersdicht) wordt hij gezien als de voorspeller van de komst van Christus en de middeleeuwers zien hem als de ‘beste’ heiden. Aan Virgilius worden binnen de middeleeuwse Latijnse geleerdenwereld magische krachten toegedicht. Tot circa 1250 is dit samengaan van geleerdheid en magische krachten bij geleerde mensen niets uitzonderlijks of negatiefs. Met de veranderende opvattingen over magie verandert echter ook de visie op Virgilius. Zo zegt de Weense burger Jansen Enikel in zijn Weltchronik van circa 1280 dat Virgilius die te Rome leefde geleerd was en veel magische kennis bezat, een echte heiden was, die blind was voor het ware geloof. Hij was zelfs een kind van de hel! In de Sängerkrieg uit dezelfde tijd valt te lezen hoe een demon in de gedaante van een vlieg Virgilius overhaalt hem vrij te laten in ruil voor een toverboek, waarmee hij alle ‘papen’ zal kunnen overwinnen. Het beeld van Virgilius evolueert van grote dichter en profeet via geleerde met natuurwetenschappelijke en magische kennis tot meester in de zwarte kunsten. Tegelijkertijd verdwijnt de relatie tussen de klassieke dichter en de tovenaar naar de achtergrond. Binnen de Nederlandse tekst komen de botsende tradities samen. Een groot deel van de verhalen is bekend uit de Latijnse traditie en geeft dus een positief Virgilius-beeld. Zo maakt Virgilius voor de inwonersVirgilius als profeet en geleerde. Schilderij van Ludger tom Ring de Oude (1496-1547).
(Uit: Theodor Riewerts und Paul Pieper, Die Maler tom Ring. Ludger der Ältere Hermann Ludger der Jüngere. Deutscher Kunstverlag, 1955) van Rome een lamp die altijd brandt en heel Rome verlicht en verlost hij Rome van zijn misdadigers door mechanische ruiters met honden 's nachts door de straten te laten patrouilleren. Daartegenover staat dat al op de titelpagina wordt vermeld dat Virgilius zijn wonderlijke werken verricht met hulp van de duivel! Uitgebreid wordt beschreven hoe hij in zijn zucht naar kennis verleid wordt door de duivel en daardoor in het bezit komt van de toverboeken, waarvan hij vervolgens veelvuldig gebruik maakt. Daar komt nog bij dat in sommige passages een associatie tussen Virgilius en Christus wordt opgeroepen. Hij krijgt zoals gezegd bij de geboorte een naam die afgeleid is van de vigilie, de wake van Christus in de tuin van Getsemane, omdat de bevalling zo lang duurt en men zo lang op zijn komst heeft moeten wachten. Virgilius sterft in een poging zich te verjongen. Na negen dagen zal hij weer ‘herrijzen’, maar door tussenkomst van de keizer mislukt zijn plan. Een centrale plaats neemt het verhaal over Virgilius en de sultansdochter in. Het vertoont opvallende overeenkomsten met het exempel van Jezus en de sultansdochter, dat aan het eind van de vijftiende en het begin van zestiende eeuw in heel West- en Noord-Europa uitermate bekend was. Waar Jezus een Oosterse sultansdochter tot zijn geestelijke bruid maakt en via het klooster naar de hemel leidt, sticht Virgilius voor zijn sultansdochter de stad Napels. Hij maakt haar een aardse koningin door haar uit te huwelijken aan een Spaanse ridder. Virgilius' aandacht is uitsluitend gericht op het tijdelijke en aardse en hij veronachtzaamt daarbij het | |
[pagina 88]
| |
goddelijke. In zijn hoogmoed is hij alleen gericht op wereldse kennis en dat drijft hem in de armen van de duivel. Zo iemand noemt Ruusbroec in zijn Vanden vier becoringhen trouwens een schalk. | |
Neutraliserende humor?De germanist Röcke is van mening dat de kwaadaardigheid en het bedreigende van de helden van de anekdotenbiografieën niet geheel geneutraliseerd wordt door de humor die in de anekdoten te vinden is. De slimheid en listigheid van de helden zullen zijns inziens eerder tot niet begrijpende verbazing en schrik hebben geleid dan tot bevrijdend lachen. De met de anekdoten gepaard gaande bedreiging van de orde in de wereld zal eerder gevoelens van angst hebben opgeroepen dan identificatie met de listige held. Zover komt het in de Virgilius-tekst ogenschijnlijk niet. De kwetsende humor ontbreekt. De wraak op de senatorsdochter en het belachelijk maken van de keizer en de sultan zijn slechts een reactie op een onrechtvaardige behandeling van hun kant. Virgilius laat alleen zijn tanden zien als het moet. Daarnaast is er ook nog een aantal komische situaties waarin Virgilius door het toedoen van vrouwen het onderspit delft. De rol van vrouwen in de tekst is opmerkelijk, omdat in drie verhalen vrouwen Virgilius te slim af zijn. Zoals we hebben gezien, bedriegt de senatorsdochterVirgilius in de mand volgens Lucas van Leiden. (Uit: F.W.H. Hollstein, Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Amsterdam z.j.)
Virgilius en zet zij hem voor het hele volk te kijk. Hij neemt vervolgens wel wraak op haar, maar de schande kan hij niet meer ongedaan maken. Virgilius besluit kort daarna te trouwen en op een gegeven moment maakt hij voor ‘zijnder huysvrouwen een beelt’. Het beeld hangt in de lucht en is altijd zichtbaar voor iedereen die zijn ramen of deuren opent. Het beeld heeft de macht om de lust van vrouwen om ‘vleeschelike ghenoechte te hanteren’ te doden. Op verzoek van de vrouwen van Rome vernielt de echtgenote van Virgilius het beeld tijdens zijn afwezigheid. Bij terugkomst herstelt Virgilius het weer, maar ook nu wordt het door zijn echtgenote kapot gemaakt. Hij besluit daarop de vrouwen van Rome voortaan niets meer in de weg te leggen. In het derde verhaal waarin Virgilius een nederlaag te slikken krijgt, staat een metalen serpent dat hij in Rome heeft gemaakt, centraal. Als iemand zijn hand in de mond van het serpent steekt en liegt, wordt zijn hand afgebeten. Diegene die de waarheid spreekt, kan zijn hand echter ongeschonden terug trekken. Op een dag klaagt een ridder zijn vrouw aan, die hij van overspel met zijn voorman verdenkt. De vrouw raadt haar minnaar aan zich in zotskleren te hijsen en in die uitdossing naar het serpent te komen. Als zij haar hand in de mond van het serpent steekt, verklaart zij dat ‘si metten voorman niet meer te doen en had dan mettenLucas van Leidens visie op de waarheidsproef. (Uit: F.W.H. Hollstein, Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts 1450-1700. Amsterdam z.j.)
| |
[pagina 89]
| |
sot die daer stont’. Ongekwetst kan zij vervolgens haar hand uit de keel van het serpent trekken. Virgilius maakt uit toorn de leugendetector stuk. Eens te meer heeft hij ervaren dat ‘vrouwen seer wijs syn in haerder quaetheyt’. Deze verhalen passen prima binnen de in de kunst en literatuur van de late vijftiende eeuw en het begin van de zestiende eeuw veelvuldig uitgewerkte thema's ‘macht van de vrouw’ en ‘vrouwenlisten’. Lucas van Leiden heeft de beschreven situaties afgebeeld en ook in de thematische verhalenbundel Dat Bedroch der Vrouwen worden ze gebruikt. Het is nu maar de vraag of deze verhalen erg geruststellend zijn geweest. Het is zeker komisch dat de grote geleerde tovenaar Virgilius een aantal keren een nederlaag lijdt. Aan de andere kant geldt dat Virgilius weliswaar wordt voorgesteld als een pion van de duivel, maar dat hij uiteindelijk slechts een literair personage is. Vrouwen vormen echter ook in de middeleeuwen meer dan de helft van de bevolking. Als Virgilius de vrouwen al niet de baas kon, welke gewone man kon dat dan wel? Bovendien kon men overal lezen dat vrouwen de grootste schalken zijn. | |
De Virgilius als anekdotenbiografieDe Virgilius is niet alleen een anekdotenbiografie omdat de verhalen in een chronologisch-biografisch kader zijn geplaatst. Bepalender voor de anekdotenbiografieJaël doodt Sisera. Titelpagina van Dat Bedroch der Vrouwen. (Uit: facsimile editie W.L. Braekman, Brugge 1983)
is nog het karakter van de held en de plaats die hij zichzelf toedicht binnen de samenleving. De held van de anekdotenbiografie is een individu dat met niemand rekening hoeft te houden en slechts zijn eigen koers in het oog houdt. Hij staat onafhankelijk ten opzichte van de maatschappelijke orde. Virgilius is een onafhankelijke buitenstaander, die de tegenstelling tussen schijn en werkelijkheid met zich meedraagt. Op het oog een eenvoudige schoolmeester; in werkelijkheid een grote tovenaar. Dat maakt hem tot een ‘held’ in de traditie van de anekdotenbiografie. Ook de ironie waarmee hij de keizer en de sultan bespot, lijkt geleend van de anekdotenbiografie. Alleen met betrekking tot het destructieve en bedreigende van de held lijkt - ten gevolge van het hybride karakter van de Virgilius - een gradueel verschil met andere anekdotenbiografieën te bestaan. Daar staat echter tegenover dat ook de ‘andere’ helden niet altijd hardvochtig en gemeen zijn. Het zorgen voor onbekommerde vrolijkheid is ook altijd een onderdeel van hun rol. Hoe komt het dat de anekdotenbiografie met zijn ordebedreigende helden aan het einde van de vijftiende en het begin van de zestiende eeuw zo ‘populair’ is? Veelzeggend lijkt de opmerking in de proloog van de Nederlandse Uilenspiegel-tekst, die een echo is van de prozadruk van Die hystorie van Reynaert die vos uit 1479. De schrijver zegt dat hij de tekst niet heeft geschreven opdat men ‘scalcheyt soude soecken, maer om des menschen sinnen daer mede te verlichten eind te vernieuwen. Eind ooc om dat die simpel slechte menschen voor dergelijcker boeverijen hem souden moghen wachten ofse hem lieden voor ooghen quamen’. De maatschappij verandert. Mensen zijn niet meer wat ze lijken; een eenvoudige boerenzoon is een woordkunstenaar en intrigant; een schoolmeester is een machtige tovenaar en een leiijke monnik blijkt een duivel te zijn. In de anekdotenbiografie lijkt de onzekerheid over de toekomst van een samenleving waarin iedereen is wat hij lijkt, tot uitdrukking te komen. | |
LiteratuuropgaveDe tekst is slechts in facsimile beschikbaar: Virgilius, ed. J. Gessler (Antwerpen, 1950). Over de tekst uitvoeriger P.J.A. Franssen en B. Hartlieb, ‘Is de prozatekst over Virgilius de tovenaar oorspronkelijk in het Nederlands geschreven’, in: Spektator 23 (1994) p. 3-21 en ibidem ‘De andere Virgilius of hoogmoed komt voor de val’, in: De nieuwe taalgids (ter perse) beide met uitgebreide literatuurverwijzingen. Over vrouwenhaat H. Pleij, De sneeuwpoppen van 1511 (Amsterdam/Leuven, 1988), hoofdstuk vuii. Ik heb me laten inspireren door Werner Röcke, Die Freude am Bösen. Studien zu einer Poetik des deutschen Schwankromans im Spätmittelalter (München, 1987) en de inleiding bij De pastoor van Kalenberg, ed. Hinke van Kampen en Herman Pleij (Muiderberg, 1981). Over schalken P.W.M. Wackers, De waarheid als leugen (Utrecht, 1986), p. 73-90. Voor de Uilenspiegel-tekst Het volksboek van Ulenspieghel, ed. Loek Geeraers (Kapellen/Amsterdam, 1986) en P.J.A. Franssen, ‘De oudste Nederlandse Uilenspiegeltekst’, in: Spektator 17 (1987-1988), p. 167-185. De historie van Broeder Russche, ed. Luc Debaene (Antwerpen, 1950). Dat dyalogus oft twisprake tusschen den wisen coninck Salomon eind Marcolphus, ed. Willem de Vreese en lan de Vries (Leiden, 1941). |
|