Literatuur. Jaargang 12
(1995)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Literatuur in vertaling
| |
[pagina 8]
| |
Golgotha en Goliath door elkaar haalt is nog op te lossen, maar de Heiland oftewel Spasitelj laat in mijn moedertaal geen enkele fonetische vergelijking toe met een hoefdier, van welke soort ook. Wat ik er van gemaakt heb, is eerder een noodoplossing: pasitelj zou, indien het woord bestond, een grazend iemand betekenen.
Een ander voorbeeld uit hetzelfde boek is Maartens volksetymologie van de Bijbelse tollenaars die tollen. In mijn taal kunnen tollenaars alleen geassocieerd worden met knaagdieren of grafdelvers...
Een voorbeeld van een onvertaalbare dubbele bodem is de titel van de roman Gemeenschap van Ton Anbeek. In mijn vertaling bleef er niets meer over van het erotische betekenislaagje. Van meet af aan was het 1-0 voor de schrijver. Ik moest dus ergens verderop in de tekst scoren, maar waar? Een gunstige gelegenheid deed zich enkele pagina's later voor, bij een sektariër die het woord ‘enthousiasme’ naar de letter uitsprak: en-tauziasme. Als men het Servokroatische betekenisequivalent op deze manier accentueert, krijgt men odu-ševljenje, een woord met dezelfde knipoog als gemeenschap. Was het nu 1-1 of was mijn ontrouw aan de oorspronkelijke tekst ontoelaatbaar? Een dilemma waar elke vertaler wel vaker mee te maken heeft. Deze keer was ik echter te trots op mijn vondst. Om gewetensnood te voorkomen, zal ik nog maar een kleurrijke vergelijking te voorschijn toveren: een vertaling is als een vrouw - als ze trouw is, is ze niet mooi, en als ze mooi is, is ze niet trouw.
Jelica Novaković-LopušinaGa naar voetnoot+
Jelica Novaković-Lopušina vertaalde onder meer L.P. Boon (De paradijsvogel), Hubert Lampo (De komst van Joachim Stiller), Ton Anbeek (Gemeenschap), Hugo Claus (De zwaardvis), Jozef Deleu (Brieven naar de overkant; Citoyen de la frontière), D.V. Coornhert (Wellevenskunst, boek I), Willem Elsschot (Kaas), Carel van Mander (Het leven van Pieter Breughel), Jan Wolkers (Serpentina's petticoat), en verder gedichten van onder anderen Gerrit Achterberg, Charles Ducal, Rutger Kopland, Paul van Ostaijen, Maria Vasalis en Leonard Nolens. |
|