Het leven van Liedewij, de maagd van Schiedam

[p. 140]

Appendix 3 Paleografische aantekeningen

19 titel: deze luidt in het handschrift ‘Van liedewij’.

20 oudevaer: na ‘oude’ is een ‘r’ doorgehaald.

20 den: hierna ‘en’ doorgehaald.

20 in: superscript in andere hand met verwijsteken op de regel.

20 vijftienste kalende: in de rechter marge door een latere hand toegevoegd met verwijstekens. Deze woorden moeten gelezen worden in plaats van het doorgehaalde ‘kl’.

20 Liedewy: met zwarte inkt onderstreept.

20 worden: na de ‘o’ is een ‘e’ doorgehaald.

22 beelde: de tweede ‘e’ is dichtgelopen en vrijwel volledig met de ‘l’ versmolten; een superscripte ‘e’ is in een latere hand toegevoegd.

22 doen: de abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) in latere hand toegevoegd.

22 vercochtet: ‘et’ in latere hand superscript toegevoegd, met een verwijsteken op de regel.

22 gaven: na de ‘g’ staat de doorgehaalde aanzet tot mogelijk een ‘h’.

22 Liedewy: ‘i’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

22 sij: in andere hand superscript met een verwijsteken op de regel.

22 te: hierna is een ‘d’ doorgehaald.

22 wert: ‘e’ verbeterd uit ‘o’.

24 lachede: na de eerste ‘e’ is een ‘n’ doorgehaald.

24 vader: in de rechter marge toegevoegd.

24 haer: superscript boven ‘moeder’.

24 Liedewy: ‘i’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

24 scadelijke: voor ‘lijke’ dat op de volgende regel staat, is een ‘d’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

24 minnen: slot-n toegevoegd.

24 haer: tussen de ‘h’ en ‘aer’ een punt.

24 op: superscript.

24 Liedwy: met rode inkt onderstreept.

24 knyën: ‘e’ superscript.

24 weder: superscript boven ‘ouer’.

24 Liedewijs: met rode inkt onderstreept.

24 hi: ‘i’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

26 den: superscript.

26 prijsde: hiervoor ‘prijde’ (met superscripte ‘s’) doorgehaald.

26 wort: ‘o’ in latere hand superscript boven een ‘e’.

26 tuschen: na de regel tussen de twee kolommen geschreven.

26 jare: slot-n doorgehaald.

26 soepken: eerste ‘e’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

26 mochte: de abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) boven de ‘e’ is doorgehaald.

26 doen: ‘d’ superscript boven een doorgehaalde gerubriceerde ‘D’.

26 Som: hierna ‘ighe’ doorgehaald.

26 dadel: slot-l toegevoegd.

[p. 141]

26 si: superscript.

26 spijse: hiervoor is een ‘p’ doorgehaald.

26 XIIII: hiervoor is ‘xx’ met rood doorgehaald; laatste ‘j’ (plus een scheidingspunt) is toegevoegd.

26 in: in de linker marge toegevoegd, met verwijstekens.

26 dende van eender: in latere hand onder de kolom geschreven met een verwijsteken boven tussen ‘als’ en het in rood doorgehaalde ‘een’.

26 also lanc als: in latere hand boven ‘een let van’ toegevoegd met een rood verwijsteken op de regel.

26 cleenen: in latere hand boven ‘vingher’ toegevoegd, met een verwijsteken op de regel.

26 soude: slot-n doorgehaald.

26 te: boven ‘e’ drie dunne streepjes.

26 te: hierboven twee schuine streepjes.

26 samen: boven ‘am’ drie dunne streepjes.

28 rugghe: de abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) is doorgehaald.

28 ende nadat sij gheen spise en besichde: in latere hand onder de kolom geschreven, met verwijstekens in zwarte en rode inkt.

28 derden: hiervoor ‘den’ doorgehaald.

28 verwiste: ‘ver’ superscript in latere hand, met een verwijsteken op de regel.

28 haren: ‘ren’ in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘er’, met een verwijsteken op de regel.

28 een: tweede ‘e’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

28 pulfere: ‘l’ gecorrigeerd uit aanzet tot ‘f’.

28 men: hierna is een ‘t’ doorgehaald.

28 cleene: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

28 en: hiervoor is ‘ende stucken’ doorgehaald.

30 hulpen: ‘u’ superscript boven dichtgelopen ‘u’.

30 besichde: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘nam’.

30 hij: onder de regel in latere hand toegevoegd, met een verwijsteken naast de ‘h’ van ‘haer’.

30 haer: in latere hand aan het eind van de regel in de rechter marge toegevoegd.

30 wort: in de eerste poot van de ‘w’ staat een verticale streep.

30 doot: superscript in latere hand, met een verwijsteken op de regel.

30 behielt: ‘i’ superscript boven een dichtgelopen ‘e’.

30 van: superscript boven ‘vleesch’, met een verwijsteken op de regel.

30 licht: ‘l’ gecorrigeerd uit twee punten.

32 ontallijke: eerste ‘l’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

32 vastelavents: een dun streepje door laatste ‘s’.

32 dat: hierna ‘gh’ doorgehaald.

32 ghebet: eerste ‘e’ dichtgelopen.

32 sij: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

32 Lyedwy: met rode inkt onderstreept.

32 jaer: in latere hand toegevoegd in de rechter marge.

32 soude: hiervoor ‘ghedaen’ doorgehaald.

32 volcomelijke: ‘co’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

32 verduldelijc: ‘c’ verbeterd uit een ‘t’.

32 voren: hierna ‘ende op dat’ doorgehaald.

32 vochticheit: na de ‘o’ is een ‘e’ doorgehaald.

32 besichde: in latere hand in de rechter marge toegevoegd, met een verwijsteken op de regel voor het doorgehaalde ‘nam’.

32 linen: hiervoor ‘een’ doorgehaald.

32 legghen: de tweede ‘g’ verbeterd uit een ‘h’.

[p. 142]

34 bodem: ‘d’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

34 doemen: ‘d’ in latere hand superscript boven een doorgehaalde, gerubriceerde ‘D’.

34 vervorssen: boven de tweede ‘v’ staat een doorgehaalde ‘r’.

34 ontdooyt: laatste ‘o’ superscript boven de ‘y’.

34 twivel (in het handschrift ‘twiuel’): boven de ‘u’ staat een doorgehaalde ‘f’.

34 haer: superscript in latere hand deels boven ‘begheer’, deels in de rechter marge, met verwijstekens.

34 Sinte: in latere hand superscript in de rechter marge, met verwijstekens.

34 hemelscher: ‘s’ superscript.

34 slaeplaken: hiervoor ‘hemden’ doorgehaald.

34 scarpelijc: hierna ‘dats’ doorgehaald.

34 nauwe: ‘we’ in latere hand superscript boven de kolom, met een verwijsteken op de regel.

34 fundament: boven de eerste ‘e’ staat een ‘a’.

38 quetsinghe: ‘u’ verbeterd uit een ‘e’.

38 troostinghe: ‘i’ verbeterd uit ‘e’.

38 Pot: in latere hand boven het doorgehaalde ‘Joot’.

38 een: hiervoor ‘gh’ doorgehaald.

38 Maria: laatste ‘a’ mogelijk verbeterd uit een ‘e’.

38 ghescien: hierna ‘Ende daerom’ doorgehaald met zwarte en rode inkt.

38 nachts: ‘t’ superscript.

38 Heileghe: eerste ‘h’ verbeterd uit een ‘a’.

38 mochte: slot-n doorgehaald.

38 woorde: tweede ‘o’ superscript.

40 hadde: hiervoor ‘hadsij’ doorgehaald.

40 solaes: ‘o’ verbeterd uit een ‘a’.

40 in: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

40 en woude sij nochtan nyement segghen waeromme sij alsoe zeere screyede: in latere hand onder de kolom toegevoegd, met verwijstekens in de linker marge en op de regel.

40 dier: ‘r’ in latere hand toegevoegd.

40 verduldicheit: voor ‘dul’ is een tweede ‘dul’ doorgehaald.

40 twivel (het handschrift heeft ‘twiuel’): boven de ‘u’ staat een doorgehaalde ‘f’.

40 worde: verbeterd uit ‘ware’ door een ‘o’ boven de ‘a’ te plaatsen en de ‘r’ te corrigeren tot ‘d’.

42 dier: ‘r’ superscript boven een doorgehaalde ‘n’.

42 aertschen: ‘t’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

42 Heileghen: rechts achter de kolom in latere hand.

42 der: ‘r’ in latere hand superscript boven doorgehaalde ‘s’.

42 heilichdom: tussen ‘h’ en ‘d’ is een ‘s’ doorgehaald.

42 soude: boven de ‘e’ abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) doorgehaald.

42 in: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘Jn’.

42 der: in het handschrift staat boven de ‘e’ een abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’).

42 verstoort: tweede ‘o’ superscript.

42 trecken: hiervoor ‘ver’ doorgehaald.

42 sceyde: ‘c’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel; de slot-‘n’ is doorgehaald.

42 van: hierna ‘an’ doorgehaald.

42 lelyën: de eerste ‘e’ superscript boven een ‘y’.

42 soude: slot-n doorgehaald.

42 Tot: ‘T’ superscript boven een tot ‘T’ verbeterde ‘t’, met verwijstekens.

42 met: in latere hand in de linker marge.

44 nochtan: een doorgehaald ‘ch’ staat boven tussen ‘o’ en ‘t’; daarboven staat nogmaals ‘ch’.

[p. 143]

44 Op: ‘O’ met rubriek verbeterd uit ‘D’.

44 tijt: in latere hand in de rechter marge, met verwijstekens.

44 quetsinghe: eerste ‘e’ superscript.

44 dat: ‘d’ verbeterd uit aanzet ‘s’.

44 keerssen: tweede ‘e’ superscript.

44 Natuerlijc: voor ‘lijc’ ‘lijcht’ doorgehaald.

44 en: in latere hand achter de regel in de rechter marge.

44 Vrouwen: hiervoor de aanzet tot een ‘w’ doorgehaald.

44 dat: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘haren’.

44 XVIIste: ‘ste’ in latere hand superscript toegevoegd.

44 vander: ‘r’ is door latere hand toegevoegd; de abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) is doorgehaald.

44 aertsche: ‘t’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

44 onsprekeliker: de ‘s’ verbeterd uit de derde poot van een ‘m’; de ‘p’ verbeterd uit een ‘s’.

46 des: in latere hand in de rechter kolom toegevoegd.

46 prinsen: ‘s’ verbeterd uit een ‘c’.

46 setten: hiervoor ‘te’ doorgehaald.

46 min: hierna ‘spisen nam’ doorgehaald.

46 ende: superscript.

46 ghesent: in latere hand superscript toegevoegd boven het doorgehaalde ‘woen’, met een verwijsteken op de regel.

46 verduldelike: de tweede ‘e’ verbeterd uit een ‘r’.

46 soude: boven de ‘u’ staat een superscripte ‘o’.

46 ghewoente: ‘te’ niet alleen superscript boven ‘de’ waarvan de ‘d’ is doorgehaald, maar ook nog eens in de linker marge.

46 hij: ‘ij’ verbeterd uit ‘a’.

46 coorde: in andere hand superscript boven ‘keerde’.

48 Heileghe: hiervoor ‘hae’ doorgehaald.

48 bleef: hiervoor ‘bee’ doorgehaald.

48 ende: hiervoor een ander ‘ende’ doorgehaald.

48 die: superscript.

48 des: hiervoor een ander ‘des’ (met dichtgelopen ‘s’) doorgehaald.

48 Die: ‘i’ verbeterd uit ‘r’.

48 ghestorven (het handschrift heeft ‘ghestoruen’): ‘r’ superscript tussen ‘t’ en ‘o’, met een verwijsteken op de regel tussen ‘o’ en ‘u’.

48 Liedwy: met rode inkt onderstreept.

48 waren: in linker marge toegevoegd, met verwijstekens.

48 olyecruys: in latere hand toegevoegd.

48 Heere: in latere hand superscript toegevoegd, met verwijstekens.

48 hants: ‘t’ superscript.

48 sij: achter de regel in een latere hand toegevoegd.

48 aen: hiervoor ‘die’ doorgehaald.

48 arwete: hiervoor ‘ri’ doorgehaald.

48 aensach: ‘aen’ superscript in een latere hand, met een verwijsteken op de regel; hierna ‘om’ doorgehaald.

50 haer: hiervoor ‘hant’ doorgehaald.

50 Peeters: ‘s’ superscript.

50 Doe: hierna ‘begh’ en ‘wy’ doorgehaald.

50 en: superscript.

50 teghenwordeghe: ‘de’ superscript.

50 ghinc: boven de ‘c’ is superscript nog een ‘c’ toegevoegd.

[p. 144]

50 becoort: tweede ‘o’ superscript.

50 te wesen: in latere hand in de linker marge voor de regel toegevoegd.

50 pater noster ende Ave Maria: met rode inkt onderstreept.

50 bernen: hierna ‘ende’ doorgehaald met zwarte en rode inkt.

50 niet: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

50 duvels: ‘e’ superscript.

52 des: hiervoor ‘die’ doorgehaald.

52 ter: ‘r’ superscript.

52 uut: hiervoor ‘en’ doorgehaald.

52 ghebrant: ‘t’ verbeterd uit een ‘c’; hierna ‘ht’ doorgehaald.

52 proviseur: hiervoor een ‘s’ doorgehaald.

52 Scielant: aan het eind van de regel in de rechter marge is na ‘scie’ in latere hand ‘lant’ toegevoegd; op de volgende regel is ‘dam’ doorgehaald.

52 wille: door de ‘ll’ staat een horizontaal streepje.

52 gheesteliker: hierna ‘personen’ doorgehaald.

52 eerst: superscript.

52 nutten: eerste ‘t’ superscript.

54 loesde (met boven de ‘o’ een superscripte ‘e’): hiervoor ‘losde’ doorgehaald.

54 quijt: ‘ij’ superscript boven ‘i’.

54 als: hierna ‘din’ doorgehaald.

54 minen: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘mnne’.

54 die: ‘i’ verbeterd uit ‘a’.

54 messaken: tussen de twee ‘s’-en staat een ‘l’ met een expunctiepunt eronder.

54 hadde: slot-n doorgehaald.

54 si: superscript.

56 conste: abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) doorgehaald.

56 taveerne: ‘n’ in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel; slot-n doorgehaald.

56 in: superscript, met een verwijsteken op de regel.

56 hadde: ‘de’ aan het eind van de volgende regel, met een verwijsteken.

58 hoechster: ‘r’ in latere hand toegevoegd.

58 bereyde: slot-n doorgehaald.

62 vercochte: slot-n doorgehaald.

62 hadde: slot-n doorgehaald.

62 eenre: tweede ‘e’ superscript.

62 munten: ‘u’ in latere hand superscript boven ‘o’.

62 kende: slot-n doorgehaald.

62 leydet: voor ‘t’ een ‘n’ doorgehaald.

62 liet: superscript in latere hand, met verwijstekens.

62 daer: hiervoor ‘danct’ doorgehaald.

62 budel: ‘e’ is gecorrigeerd.

62 mildelijc: hiervoor ‘milde’ met superscripte ‘l’ doorgehaald.

62 enen: hiervoor ‘onsen lieuen’ doorgehaald.

62 hespe: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘stuck’.

62 hespe: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘stuck’.

62 die hespe die: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘dat stuck dat’.

62 hen: in latere hand superscript boven het doorgehaalde ‘haer’.

62 begheerde: abbreviatuur (nasaalstreep voor n) doorgehaald.

64 was: in latere hand superscript.

64 en: superscript.

64 arweten: ‘r’ superscript, met een verwijsteken op de regel; voor de ‘a’ is een ‘r’ doorgehaald.

64 OP: in het handschrift is een tweede ‘O’ met rode inkt doorgehaald.

[p. 145]

64 Borgoengiën: ‘i’ superscript.

64 bisitte: hierna twee dunne, verticale streepjes en vervolgens een dichtgemaakte ‘n’.

64 haers: ‘s’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

66 de: ‘e’ verbeterd uit ‘i’.

66 sij: hierna ‘handen’ doorgehaald.

66 Zierixee: ‘z’ superscript boven een doorgehaalde ‘d’.

68 beweende: hierna een ‘t’ doorgehaald.

68 vreden: op de volgende regel geschreven, met een verwijsteken.

68 voerwaerde: hierna ‘hadde’ doorgehaald.

68 hij: superscript boven het met rode inkt doorgehaalde ‘sy’, met een verwijsteken in rode inkt op de regel.

68 worde: slot-n doorgehaald.

68 vraechde: hiervoor lijkt de copiist begonnen te zijn met een ‘w’, maar heeft die doorgehaald.

70 daer: ‘r’ superscript.

70 XXVI: ‘i’ in latere hand toegevoegd.

70 omtrent: de ‘m’ is verbeterd uit een ‘n’ door de laatste poot superscript toe te voegen en onder de regel tussen de (te corrigeren) ‘n’ en ‘t’ een verwijsteken te plaatsen.

70 Peeternelle: ‘r’ superscript.

70 haers: ‘s’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

70 na: hierna ‘men’ doorgehaald met zwarte en rode inkt.

70 malcanderen: hierna ‘ghinghen’ doorgehaald met zwarte en rode inkt.

70 haer: boven de ‘r’ is een abbreviatuur (nasaalstreep voor n) doorgehaald.

70 waren: de ‘w’ lijkt gecorrigeerd uit een ‘b’.

70 omme: superscript, met verwijstekens in rode inkt.

70 Liedewy: ‘wy’ onder de kolom geschreven, met een verwijsteken in zwarte en rode inkt.

70 dier: ‘r’ superscript.

70 na: hierna ‘dat’ doorgehaald.

70 om: hierna ‘na peternellen doot’ doorgehaald met zwarte en rode inkt.

70 XI: boven ‘xi’ staat in de linkermarge nogmaals ‘xi’, met verwijstekens.

70 Ende: hierna ‘inwen’ doorgehaald.

70 vernomen: ‘nomen’ superscript boven het doorgehaalde ‘wonnen’, met verwijstekens in zwarte en rode inkt.

70 es: hierna een ‘o’ doorgehaald.

70 woende: slot-n doorgehaald.

72 begheerte: hierna ‘en’ doorgehaald.

72 aen: in de linkermarge nogmaals [in andere hand?] toegevoegd.

72 leydde: tweede ‘d’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

72 hem: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

72 doe: superscript, met verwijstekens.

72 Synay: boven dichtgelopen ‘n’ staal een andere ‘n’ in een latere hand.

72 dat: superscript, met een verwijsteken op de regel.

72 eten: ‘t’ lijkt verbeterd uit een ‘e’.

72 vergaderen: ‘ver’ superscript.

72 onsprekelijke: hierna een ‘r’ doorgehaald.

72 pelgherijms: de eerste ‘e’ lijkt verbeterd uit een ‘l’.

72 nochtan: hierna ‘tan’ doorgehaald.

72 tot: in latere hand superscript, met verwijstekens.

74 ontrent: hierna ‘.xix. iaer out was doe hi daer ghinc’ doorgehaald.

74 gaen: ‘a’ verbeterd uit ‘h’.

74 MCCCC: in het handschrift is de ‘.m.’ superscript geschreven, met een verwijsteken in rode inkt op de regel.

[p. 146]

74 hij: in de rechtermarge tussen de twee kolommen in een latere hand toegevoegd i.p.v. het superscripte en doorgehaalde ‘si’, met verwijstekens in rode inkt.

74 messaectes: voor de tweede ‘si’ is een ‘l’ doorgehaald.

74 messaectes: tussen de eerste en tweede ‘s’ is een ‘l’ doorgehaald.

74 messaect: voor de tweede ‘s’ een ‘l’ doorgehaald.

74 ghijt: ‘t’ superscript.

74 ic: superscript.

74 volcomelike: ‘i’ verbeterd uit ‘h’.

76 si: superscript.

76 dattet: tweede ‘t’ superscript.

76 alder: hierna ‘die’ doorgehaald.

76 te: superscript.

76 behouden: superscript.

76 een: tweede ‘e’ superscript.

76 vervaerlike: hierna is een ‘d’ doorgehaald.

76 leven: hierna ‘Ende hi hadde’ doorgehaald.

76 ynghel: boven ‘g’ staat in een latere hand nog een ‘g’.

76 seer: hierna is de aanzet tot een ‘w’ doorgehaald.

76 een: hiervoor ‘een rieuier’ doorgehaald.

78 hi: staat in de linkermarge tussen de twee kolommen, met verwijstekens; tussen ‘vraechde’ en ‘haer’ staat superscript ‘hi’.

78 hadde: boven ‘e’ een doorgehaalde abbreviatuur.

78 mochte: boven ‘e’ is de abbreviatuur (nasaalstreep voor n) doorgehaald.

80 die: slot-n doorgehaald.

80 alsoe dat sij [...] Verlossinghe: staat boven de kolom, met verwijstekens in zwarte en rode inkt.

80 seer: superscript, met een verwijsteken in rode inkt op de regel.

80 plach: hierna ‘sy’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

80 bloedeghe: slot-n doorgehaald.

80 leyde: slot-n doorgehaald in rode inkt.

80 die: superscript boven ‘dat’.

80 weduwe: ‘u’ superscript boven een gevlekte ‘u’.

80 gheheeten: voor de tweede ‘h’ is een ‘g’ weggekrabd.

80 si: hierna is ‘la’ doorgehaald.

80 hadde: slot-n doorgehaald.

80 sooghen: tweede ‘o’ in latere hand superscript.

80 setten: hiervoor lijkt een ‘s’ aangezet te zijn.

80 drie: superscript boven het in rode inkt doorgehaalde ‘een’; de ‘i’ is verbeterd uit een ‘e’.

80 doe: superscript boven het doorgehaalde ‘datse’, met een verwijsteken op de regel.

80 sij: superscript, met een verwijsteken op de regel.

80 seere: superscript, met een verwijsteken op de regel.

80 soude: ‘d’ superscript boven een andere ‘d’.

82 als: hiervoor is een ‘n’ of ‘u’ doorgehaald.

82 al: hierna is een ‘s’ doorgehaald.

82 si: hierna is ‘in’ doorgehaald.

82 want: boven de dichtgelopen ‘t’ staat nog een ‘t’.

82 dat: hiervoor is een ander ‘dat’ doorgehaald.

82 aen: ‘e’ superscript.

82 wanttet: eerste ‘t’ superscript.

82 tot: superscript, met een verwijsteken op de regel.

82 ellen: hiervoor is een ‘h’ doorgehaald.

82 vernam: ‘e’ superscript boven een andere ‘e’.

[p. 147]

82 heer: hierna is een ‘J’ doorgehaald.

82 hout: ‘o’ superscript boven een dichtgelopen ‘o’.

82 verminderen: ‘ren’ staat onder volgende regel, met een verwijsteken in rode inkt.

84 tijt: hierna is ‘so’ doorgehaald.

84 sij: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

84 oft: ‘t’ toegevoegd.

84 heymelicheit: tweede poot van ‘y’ in ‘m’.

86 voert: in latere hand superscript, met een verwijsteken op de regel.

86 vraechde: ‘r’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

86 hebben: de eerste ‘e’ staat superscript boven een andere ‘e’ die verbeterd lijkt uit een ‘a’.

86 hi: superscript.

86 ranse van bloemen: achter de kolom toegevoegd; op de volgende regel is ‘roosencrans’ doorgehaald.

86 ghelu: achter de regel toegevoegd, met verwijstekens in rode inkt; het moet gelezen worden in plaats van het doorgehaalde ‘gheheel’.

86 ranse: hiervoor is ‘rosenc’ doorgehaald.

86 dan seven: achter de kolom toegevoegd; de eerste woorden van de volgende regel (‘dan ses’) zijn doorgehaald in zwarte en rode inkt.

86 u (het handschrift heeft ‘v’): superscript, met een verwijsteken op de regel.

86 hem: superscript.

88 gheweest: ‘eest’ staat op de volgende regel, met een verwijsteken in rode inkt.

88 aschwoensdach: tweede ‘s’ superscript.

88 die: ‘i’ superscript, met een verwijsteken op de regel; daarna ‘se’ doorgehaald.

88 ende: hierna ‘dat hy’ doorgehaald.

90 dat: ‘t’ in latere hand superscript boven doorgehaalde ‘er’.

90 Heere: hierna ‘te’ doorgehaald.

90 sach: de ‘s’ is verbeterd uit een ‘l’; hiervoor is een ‘p’ doorgehaald.

90 menichwerven: hierna ‘te’ doorgehaald.

90 ende: hierna is ‘te’ doorgehaald.

90 decken: boven de ‘d’ is het superscripte ‘te’ doorgehaald.

90 tafel: hierna is ‘te’ doorgehaald.

90 synden: na ‘y’ een punt.

90 hadde: slot-n doorgehaald.

90 ende: hierna ‘te’ doorgehaald.

90 hadde: slot-n doorgehaald.

90 om: superscript boven een doorgehaald ‘om’; daarna op de volgende regel ‘haer van’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

90 glorie: superscript boven het doorgehaalde ‘die si’, met een verwijsteken op de regel; op de volgende regel is ‘daer sach sonderlinghe’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

90 die sij daer hadde ghesien: achter de regel in de rechtermarge toegevoegd.

90 haer: superscript, met een verwijsteken op de regel.

90 ouder: hierna is een ‘s’ doorgehaald.

90 Op: hierna is ‘een’ weggekrabd.

92 stijften: ‘ten’ op de volgende regel, met een verwijsteken in zwarte en rode inkt.

92 was: hierna ‘als’ doorgehaald.

92 soe: in latere hand superscript.

92 selden: de ‘s’ is verbeterd uit een ‘e’.

92 vergheten: ‘eten’ superscript boven het doorgelopen ‘eten’.

94 in: onder de regel geschreven, met een verwijsteken.

94 maer: hierna ‘voer’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

94 soude: hierna een ander ‘soude’ doorgehaald.

[p. 148]

94 sij: hierna ‘da’ doorgehaald.

94 haren: hierna ‘handen’ doorgehaald.

94 van: hierna ‘der’ doorgehaald.

94 heilighen: hierna ‘daghen’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

94 hooren: tweede ‘o’ superscript.

94 alleluya: hierna ‘met grooter stemmen’ geëxpungeerd. Deze woorden ontbreken ook in de andere handschriften en in de drukken.

96 al: hierna ‘leene’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

96 jaer: superscript boven het in zwarte en rode inkt doorgehaalde ‘weruen’.

96 hoorde: slot-n doorgehaald.

96 haer: hierna is ‘huysghesinde’ in zwarte en rode inkt doorgehaald.

96 niet: hierna een ander ‘niet’ doorgehaald.

96 versmoert: tweede ‘e’ superscript.

96 XXXVIII: ‘v’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

98 haerder: eerste ‘e’ superscript.

98 en: superscript, met een verwijsteken op de regel.

98 Den: hierna is ‘le’ doorgehaald.

98 drie: ‘r’ superscript, met een verwijsteken op de regel.

98 haer: ‘a’ superscript boven ‘o’.

98 hem hadde bewijst: superscript boven de kolom, met verwijsteken. Deze woorden dienen gelezen te worden in plaats van het in rode inkt doorgehaalde ‘hier hadde’.

98 aldus: na ‘al’ is een ‘d’ doorgehaald.

98 Derder: staat achter de kolom.

98 sij: superscript, met een verwijsteken op de regel in zwarte en rode inkt.

98 noemen: eerste ‘e’ superscript, met een verwijsteken in rode inkt op de regel.

98 en mochte: onder de kolom geschreven, met een verwijsteken in zwarte en rode inkt; boven de ‘e’ van ‘mochte’ is een abbreviatuur (nasaalstreep voor ‘n’) doorgehaald.

100 met: hierna ‘ver’ doorgehaald.

100 sy: hierna ‘in’ doorgehaald.

100 ghehad: hierna ‘ontfanghen’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

100 si: superscript.

100 ontfanghen: ‘a’ superscript boven ‘o’.

102 Die: achter de kolom toegevoegd; op de volgende regel is ‘dat’ doorgehaald.

102 hadde: slot-n doorgehaald.

102 si: superscript.

102 sarke: hierna is ‘es’ doorgehaald.

102 suverlijc: hierna is ‘besalvet met’ doorgehaald in zwarte en rode inkt.

102 diemen: hierna is ‘sal’ doorgehaald.