De Leytse Cupido
(1667)–Anoniem Leytse Cupido, De– Auteursrechtvrij
[Folio B7v]
| |
Die noit haar suiver wesen toit
Met ydelheén, en pronkeryen,
Nog 't welgevoegde Lighaam moit
Door 's werelts pragt, vol hovaardyen.
En even als de waardigheit
Van Gods Geheim sit inde blâren,
So wil Sy ook Godzaligheit
In 't binnenst' van Haar Ziel bewaren.
|
|