Een koopman in Venetië

[p. 282]

[Teksteditie]

E anck otto milare de Berlitto.
Ende oec eest achte milen van Berlette.

E così endando innanzi,
Ende also gaende vorwert,

in mancko de sey hori
in min dan in sesse urren

tu va' in un sancto loco^1221-3
so gadi in ene hellegge plaesze

a San Nycolao de Baro,
tot Sinter Claes van Baro,

dove eo per soy gracia som stato.
dar ic ben gewest bi sijnder gracien.

E de la via tu pò' comparare⁺
Ende in dien wege so mogedi coeppen

del formazo de cavallo, si tu ha' denare.
case van perden, hebdi gheelt.

Quisto un vero dicto:
Dit es een war wort:

che tu non fa' may bon mercato,
dat ghi nummermeer en doet goede coep,

si tu non ha' de omni moneta in cambio.
en hebdi niet van allen munten in den wissel.

E chi ha de quillo,
Ende di heft van dien,

1221-3 De beenderen van Sint Nicolaas, bisschop van Myra, waren in 1087 door zeelui uit een graftombe in Klein-Azië ontvreemd nadat ze Apulische tarwe in Antiochië hadden afgeleverd, vervolgens naar Bari vervoerd en daar in een crypte gelegd (Enciclopedia italiana, dl. 24, 1934: 783, s.v. Nicola di Mira). Het Italiaanse per soy gracia (1223) kan zowel ‘te zijner eer’ als ‘dankzij zijn goedgunstigheid’ betekenen. Voor het Middelnederlands komt alleen het laatste in aanmerking.

+ f.73v

1218 Onder achte: viij toegevoegd