Een koopman in Venetië

[p. 230]

[Teksteditie]

e ancka con gentil done
ende oec met edelen vrouwen

sempre quando se pò manzare carne.
altoes almen mach eten vleis.

Ma del sabato e de venere^+889-91
Mer des saterdaechs ende des vridaechs

e in tuty altri vigilie
ende in alle andere vigilien

mangemo del bon piszo
eten wy van goeden veesche

e sempre del melioro,
ende altoes van den besten,

che may habeo catato
die ic noeit hebbe vonden

in altro citate vel in quisto.
in anderen stede oft in deser.

El myo denari eo ha' speso
Min gheelt hebbe ic uutgegeven

e quilli così spisso,
ende dat also dicwile,

che eo sum tanto been cognossuto,
dat ic ben also wel bekint,

che de my un comune dicto.
dat van my es een gemene segge.

Quando vengo a un mercato⁺
Als ic come tot eender mercht

+ f.52r

889-91 De vigilie is de dag of avond vóór een hoge rooms-katholieke feestdag. Vanaf de eerste eeuw waren er voor christenen twee vastendagen per week (vgl. Lucas 18, 12), namelijk woensdag en vrijdag of vrijdag en zaterdag. Bovendien waren er in de loop van het jaar aaneengesloten periodes van vasten, zoals de veertig dagen van Aswoendag tot Pasen. In de loop der eeuwen zijn de regels hiervoor gewijzigd en versoepeld (Chadwick 1993; Jansen-Sieben/Van Winter 1989: 26).

+ f.52v